Woord vandaag

‘Als je meer weet van de dag van de Heer, dan besef je wel dat deze
tijd van genade en verzoening een totaal andere is!’

In de dag van de Heer zal Jahweh als de God van Israel Zijn volk
installeren in hun juiste plaats als een heilig en koninklijk priester-
volk boven de andere natien van de aarde. De verzoening zoals
Paulus die verkondigt, is er dan niet meer. De Joden zijn dan opnieuw
dichtbij, en de natien weer veraf.

‘Dat besef je nu niet he, dat het in die dag weer zo zal zijn.’

Het is dan helemaal een dag van gerechtigheid en gericht, hoewel die
dingen vooral in het begin erg merkbaar zullen zijn.
Het zou absoluut onwezenlijk zijn als wij verzoening zouden prediken
terwijl God zelf de donder van Zijn toorn op Israels vijanden laat neer-
komen. Elke voor onze tijd karakteristieke waarheid is tegenstrijdig
aan de toestand die tijdens de eerste fase van de dag van de Heer op
aarde te zien zal zijn.

‘Ook in dit opzicht zijn de verschillen erg groot!’

Als wij hier op aarde nog zijn, terwijl wij uitzien naar de komst van
Christus naar de aarde, zou dat de allergrootste verwarring betekenen.
Wij zouden vrede verkondigen, terwijl Hij oorlog voert. Wij zijn gewend
aan genade en zouden dan Zijn grimmigheid ontmoeten. Het is dan ook
totaal onmogelijk!
Wij leven nog steeds in een welaangename tijd, een dag van redding, laten
wij ons blijven verblijden in die grote genade!

Woord vandaag

‘Die gelovigen in Thessalonika dachten dat de dag van de Heer
al aangebroken was. In feite onvoorstelbaar.’

Wat ook onvoorstelbaar is, is dat de de overgrote meerderheid
van de christenheid geen enkel zicht op Paulus heeft.
Een professor merkte eens op, dat van de brief aan de Romeinen er
vrijwel niets terug te vinden is in de kerkelijke leerstellingen van
de eerste eeuwen.

‘Als men dat spoor al zo vroeg bijster is geraakt, dan zal men van de
brief aan de Efeziers weinig begrepen hebben.’

Er is geen zicht op de hemelse bediening, en al heel snel raakte men
het zicht op de wegrukking van het lichaam van Christus kwijt.
Men wendde zich liever tot de Schrift die in de eerste plaats aan de
besnijdenis (Israel) gericht is.
Of men ging de twee evangelien vermengen. Dat gebeurde al erg snel.
Dan houd je van Paulus niets over!

‘Wat zou Paulus vandaag de dag met verdriet rondkijken als hij zou zien
wat allemaal gaande is. Er is vrijwel niets te bespeuren van zijn evangelie
in de wereld!’

Het punt is, dat wij nog steeds leven in een tijd van verzoening, van
overstromende genade. Men beseft dat niet. Voor velen is het geheime-
nis van het evangelie onbekend. Laat staan een hemelse bediening.
Men heeft werkelijk geen idee. Laten wij ons verheugen in de grandioze
genade, die ons geschonken is, dat wij daar zicht op hebben, is ook genade!

Woord vandaag

‘Zeg, die Thessalonicenzen dachten dat de dag van de Heer al aan-
gebroken was omdat zij een periode van heftige verdrukking mee-
maakten.’

Het leven van de gelovige gaat zeker niet zonder verdrukkingen en
lijden. Daar kunnen wij als mens niet aan ontkomen. God zet dat
soms in als Hij het nodig vindt.
Paulus zegt in het tweede hoofdstuk van zijn brief aan hen, dat eerst
de afval moet komen. Dat betekent niet, dat de grote afval die de eind-
tijd zal kenmerken, vóór de wegrukking moet plaatsvinden, maar dat
moet gebeuren voordat de wetteloze zich kan openbaren!

‘Tsja, dat is eigenlijk veel logischer; zo wordt de weg voor die wetteloze
vrijgemaakt, dat hij de wereldleider kan worden.’

Het is juist zo, dat de wegrukking moet plaatsvinden voordat de grote
afval van de eindtijd kan komen; eerst moet de weerhouder weg, dat
maakt de weg vrij voor de afval, waarvoor God een werking van dwaling
zal sturen, zodat zij de leugen zullen geloven.
Dit laatste zal het lichaam van Christus niet meemaken. Dan zijn wij al
weggerukt van de aarde en druk in de laatste voorbereidingen voor onze
hemelse bediening.

‘Het is allemaal logisch zoals Paulus het op een rij zet. En ik begrijp maar
niet dat er zo weinig aandacht voor is.’

Het gaat om geestelijke zegen te midden van de hemelingen; de mens is
vanuit zichzelf vleselijk ingesteld, gericht op zichtbare, tastbare, aardse
dingen; niet op dat wat boven is, waar Christus is!

Woord vandaag

‘Waarom schreef Paulus eigenlijk die tweede brief aan de
Thessalonicenzen? Wat was er aan de hand in die gemeente?’

Zij waren misleid door mensen, die beweerden, dat de dag van
de Heer al aangebroken was (2:1-3):

en wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst
van onze Heer Jezus Christus en onze vereniging met Hem,

dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt,
niet door een uiting van geest, niet door een woord, en ook niet
door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van de
Heer al aangebroken zou zijn
.

Gelovigen kunnen al snel misleid worden. Dat was dus bij die
gemeente aan de hand.’

Het was een afwijken van wat Paulus hen (mondeling eerst nog)
onderwezen had. Zij waren tot hun schade afgeweken van de apostel
van de natiën. Daarom zet Paulus vanuit wat hij hen eerder had gezegd
en aan de hand van de Tenach nogeens de puntjes op de i.

‘Ja, dat is vandaag de dag ook heel erg nodig, vind je niet?’

Als we kijken naar het grote geheel van de christenheid, dan zie je, dat
men gigantisch ver is afgeweken van de rijke genadeboodschap van

Paulus
. Tot hun grote geestelijke schade! Het werd door Paulus in feite
al aangegeven, toen hij opmerkte dat ‘allen in Asia van hem afgekeerd
werden’. Nochtans hield hij vast aan de overstijgende rijkdom aan genade
die zijn brieven kenmerkt! De genade zij met u!