Woord vandaag

‘We gaan nu kijken naar Efeziërs 4:30-32?’

Dat had zeker gekund, maar laten we nu eens Kolossenzen 3 opslaan,
vers 13:

Verdraagt elkaar en schenkt elkaar genade, indien de een tegen de ander
een grief heeft; zoals ook de Heer jullie genade schenkt, zo ook jullie

Vooral in de tweede regel zegt de apostel, dat de volgorde is: je ontvangt van
de Heer genade, en schenkt elkaar dan genade. Het een is het gevolg van het
ander. Dat is dus net andersom dan we gisteren zagen.

‘Paulus gebruikt ook een ander woord. Genade schenken is iets anders dan
vergeven?’

Ja, bij elkaar genade schenken, gaat zoiets vanzelf en op voorhand. Je komt er
daarna ook niet meer terug, in de kern kán dat ook niet. Eens genade geschon-
ken, altijd genade geschonken! Zo gaat de Heer met ons om, en dat geven we
door aan elkaar! Geweldig he!

Woord vandaag

‘Het volgende onderwerp van de verschillen is dat van vergeving en
genade schenken. Dat is ook anders bij het evangelie van het koninkrijk
dan bij Paulus.’

In Mattheüs 6:15 staat in het koninkrijksgebed wat de Heer aangeeft:

Want indien jullie de mensen hun overtredingen vergeeft, zal jullie
hemelse Vader ook jullie vergeven;
maar indien jullie de mensen niet vergeven, zal ook jullie Vader jullie
overtredingen niet vergeven.

Hier lezen we duidelijk een voorwaarde.
Wanneer je (in het koninkrijk) de mensen vergeeft, zal de hemelse Vader
ook vergeving schenken.
Het wordt zelfs nog door de Heer benadrukt in de negatieve stelling, dat
als men dat niet doet, zal de Vader ook niet vergeven.

‘Ja dat is wel heel duidelijk, je kunt er niet omheen. Het is een zeer
heldere regel. Eerst moet de een de ander vergeven en daarna zal de
een zelf van Vader vergeving ontvangen.’

Dit gaat dus gelden in het koninkrijk op aarde. Want het staat in de
zogeheten ‘bergrede’ van Mattheüs 5-7, dat algemeen gezien wordt
als de grondwet van het koninkrijk van de hemelen.

‘Maar bij Paulus ligt dat weer anders?’

Paulus spreekt van genade schenken en dat is onvoorwaardelijk, daar
kijken we morgen naar!

Woord vandaag

‘Op het schema zie je staan, dat een overwinnaar in de eindtijd de
tweede dood ontloopt. Dat staat in Openbaring 2:11.’

Die oren heeft, die hore wat de geest tot de gemeenten zegt.
Die overwint, zal door de tweede dood niet beschadigd worden.

Zo staat het in Openbaring. Men zal dus moeten overwinnen om geen
schade te hoeven lijden van de tweede dood. Een voorwaarde dus.
Deze voorwaarde komt bij Paulus helemaal niet voor. Bij hem lezen
we in de brief aan de Efeziërs:

Want in genade zijn jullie geredden, door het geloof, en dat niet uit jullie
zelf: het is een naderingsgave van God; niet uit werken, opdat niemand
roeme.
Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen tot goede werken,
die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin wandelen.

Hier zien we de grandioze genade van God. Geen werken van de mens nodig
en alles komt van God alleen. De mens deelt in de liefde, wijsheid en genade
van God. Dat is pas echt evangelie.

‘Ja, zo bezien is het verschil tussen de beide evangeliën erg groot.’

Paulus neemt nu eenmaal een unieke positie in als apostel en leraar van de
natiën. Hij werd bij zijn leven al verguisd. En hij laat steeds zien, dat het in
zijn evangelie alleen om God draait en wat Hij doet.
Daarna kunnen wij alleen in dankbaarheid aannemen wat Hij ons geeft.

‘Ja je hoort wel spreken vanuit Paulus natuurlijk, maar steeds wordt het
vermengd met een (klein) stuk eigen inspanningen die vereist worden.’

Steeds weer probeert religie vat te krijgen op hen die Paulus (willen) volgen.
Zodra eigen werken een (kleine) rol gaan spelen in het geheel, wijk je af van
Paulus. En zijn evangelie moet in deze tijd klinken. Gods genade alleen!

Woord vandaag

‘Nou dat was wel even wat, die verschillen tussen Jakobus en Paulus.
Het blijft voor heel wat christenen een punt van (felle) discussies.’

Het is het verschil of je de dingen vanuit God of vanuit de mens benadert.
Alles is uit God (Romeinen 11:36; 1 Corinthiërs 8:6; 2 Corinthiërs 5:18),
dus ook ons geloof en wie er allemaal wel of niet bij het lichaam van
Christus horen. Weleens gehoord van een voorwaardelijke opname van
de gemeente?

‘Nee? Wat betekent dat? Dat de wegrukking voor een deel afhankelijk is
van je wandel als gelovige?’

Er zijn diverse evangelische groeperingen die dat beweren. Zij zeggen,
dat alleen degenen die trouw en volhardend zijn geweest in hun levens-
wandel als gelovige, de Heer zullen ontmoeten in de lucht. De anderen
zijn als gevolg van hun gedrag afgewezen en blijven op aarde of staan pas
later op uit de doden.

‘En daar kun je allerlei teksten voor vinden?’

Bijvoorbeeld 2 Timotheüs 2:12 :

indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen;
indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen

Kijk, zo’n tekst kun je iets anders laten zeggen en dan stellen dat je als
je niet volhardt je niet bij de wegrukking mee zal gaan. Paulus bedoelt hier
iets specifieks als hij op het volharden en met Hem heersen wijst.

‘Maar in vers 13 staat toch weer iets anders?’

Ja, dan gaat het om ontrouw en trouw. Als wij ontrouw (ongelovig) zijn op
bepaalde momenten (en wie heeft ze niet, die momenten?), dan blijft recht
overeind, dat Hij, Christus Jezus, onze Heer, trouw is en zichzelf niet kán
verloochenen! Het gaat immers om de Zijnen die bij het lichaam van Christus
horen? Die heeft Hij onmetelijk lief en die kunnen nooit los van Hem raken!

Woord vandaag

‘Bij Jakobus gaat het dus om je geloof in de praktijk laten zien. Pas dan ben
je gerechtvaardigd? Je hebt anders een dood geloof?’

Ja, bij de besnijdenis ligt dat zo. Als je geen werken hebt, heb je geen geloof.
Zo hard stelt Jakobus dat.

‘Kun je dat vandaag tegen gelovigen zeggen? Dat zij een dood geloof of helemaal
geen geloof hebben, als zij geen voor anderen zichtbare werken hebben?’

Nee. Dat kun je niet maken. Geloof in Gods woord is voldoende. Als iemand dat
heeft, is dat door God gegeven. En dat geloof zal hoe dan ook op een of andere
manier blijken. Heb je Zijn woord lief? Dan is dat een duidelijke aanwijzing dat
er echt geloof aanwezig is. Bovendien geeft God aan een ieder een mate van
geloof, zegt de apostel in Romeinen 12:3. Sommigen wellicht meer, anderen
wellicht minder, God geeft aan allen die Hij tevoren kende en bestemde, geloof!

‘Maar als iemand geen werken heeft, niets doet in een plaatselijke gemeente,
kun je dan niet zeggen dat diegene een dood geloof heeft?’

Nee, wij kunnen dat niet met onze vinger wijzen. Stel je voor! Dan ga je op de
stoel van God zitten! Gód heeft allen die tot het lichaam van Christus behoren
a
l van voor de nederwerping van de wereld uitgekozen.
Dus kán er niets mis gaan! Weten wij veel van anderen. Als er voor ons oog geen
zichtbare ‘werken’ in het leven van een gelovige zijn, kunnen wij niet de houding
aannemen, dat wíj gaan zeggen dat diegene niet bij het lichaam van Christus hoort!

‘Ik merk, dat je zo in allerlei kromme redeneringen terecht komt. We kunnen
ons beter richten op God en Zijn woord!’

Precies. Het bepalen of en wanneer iemand bij het lichaam hoort; laten we het
maar aan de Heer zelf overlaten, wat zei Hij tegen de zijnen Johannes 15:16? :

niet jullie hebben Mij, maar Ik heb jullie uitgekozen en jullie aangewezen