Woord vandaag

‘Heerlijk zeg, ik heb nog lang nagedacht over die rijkdom
aan genade, dat wij zó belangrijk voor Hem zijn!’

We zijn al vóór de nederwerping van de wereld uitge-
kozen in Christus. Ons is al genade geschonken vóór de
eonen (2 Timotheüs 1:9-11). Daar kan nooit iets van af-
gedaan worden. Het lag al in God zelf vast.

‘Dus ons gedrag, wat wij doen of laten, heeft daar geen in-
vloed op?’

Nee. In de praktijk zal er een verandering in gedrag komen
als degene die allang uitgekozen was, tot geloof is gekomen.
Dat komt door de werking van de geest van God in de gelo-
vige. Alleen door de kracht van die geest kun je Hem waar-
dig wandelen. Het is geen harde eis waar je aan moet voldoen,
maar als je werkelijk Zijn liefde kent, wil je dat.

‘Ja, het kan ook niet anders. En te midden van de hemelingen
zullen we zeker Hem voor 100% waardig wandelen.’

En als men zegt, ja maar het gaat om hier en nu, dan is dat
niet terecht. De komende eonen duren veel en veel langer
en je diep bewust zijn van die toekomst met Hem en wat
God gaat doen, dát geeft je juist de kracht voor nu. Zo is de
heerlijke toekomst veel bepalender voor je geestelijk leven
en je dagelijkse wandel dan men vaak wil doen geloven.

‘Ja, dat ervaar ik ook zo. Juist omdat ik weet heb van de
heerlijkheid die gaat komen, heb ik nu kracht.’

Ongelooflijk wat ons wacht! De heerlijkheid is zó groot;
we zijn mensen, die daar nu al wat van mogen weten en
dat maakt je hele leven anders. Je leeft en wandelt in het
licht wat God geeft. Dat licht is geestelijk zicht hebben op
wie Hij is en wat Hij gaat doen en in Zijn Zoon al gedaan
heeft. En: er kán niets mis gaan, per definitie niet, omdat
het God, de Vader is die alles bewerkt en uitwerkt!

 

 

 

Woord vandaag

‘We hebben erg veel om voor te danken elke dag!’

De rijkdommen die in het evangelie van Paulus uitgestald worden,
zijn onmetelijk, evenals de liefde van God. Die liefde kunnen wij
niet bevatten als mens. We proeven er iets van in ons leven als wij
gaan beseffen hoe diep God ons liefheeft, al van voor de nederwer-
ping van de wereld. Geen ander evangelie laat dat zien. We zijn wat
dat betreft bijzonder bevoorrecht, wij horen al jaren die boodschap
en die liefde van God.

‘Het hemelse aspect van het geheimenis van Christus heeft ook met
die rijkdom te maken?’

Jawel, wij zijn zeer bevoorrecht. Wij horen bij de verhoogde Christus
Jezus, wij zijn leden van Zijn lichaam. Door die metafoor wordt uitge-
drukt, dat wij Zijn instrument én onlosmakelijk met Hem verbonden
zijn. Hij is het Hoofd en het lichaam ontvangt vanuit het Hoofd voed-
sel, eerst melk en later als volwassenen, vast voedsel. Het gaat heel
ver, want in Efeziërs wordt dat lichaam zelfs Zijn complement genoemd.
Dat betekent, dat wij als Zijn leden Hem compleet maken! Anders ge-
zegd: zonder ons is Hij incompleet!

‘Wacht even. Betekent dat dan, dat Hij zonder ons niet kan beginnen
aan het onderschikken van de hemelingen?’

We zijn zo belangrijk voor Hem, dat Hij pas daaraan begint, als wij met
Hem verenigd zijn bij de bazuin van God, wanneer wij Hem ontmoeten
in de lucht, niet op aarde. In de komende eonen (Efeziërs 2:6,7) zullen
wij met Hem meewerken en Zijn mildheid over ons tentoonspreiden,
de overstromende rijkdom van Zijn genade. Dat kan alleen omdat God
ons onmetelijk liefheeft (Efeziërs 2:4) en door ons heen die liefde aan
de hemelingen bekendmaakt!

Woord vandaag

‘Wat een diepte zit er in het evangelie van Paulus!’

Ja, de breedte en lengte en hoogte en diepte van het gehei-
menis van Christus komen bij Paulus naar voren. Daarover
was in de eerdere Schrift wel onthuld, dat Christus koning
van de koningen zou zijn, op aarde. Maar over de lengte (de
tijdsduur) was niet zo veel gezegd. En in feite niets over de
hemelse positie van Christus nu en Zijn regering over de
hemelse machten en krachten.

‘Dat lees je allemaal bij Paulus wel. Hij maakt dat bekend!’

Met name het hemelse aspect van Zijn regering wordt pas door
Paulus in volheid bekendgemaakt. Bij de andere apostelen lees
je wel iets over de hoge positie van Christus Jezus nu, maar dat
hebben zij hoogstwaarschijnlijk van Paulus gehoord. En voor
zover zij daar iets van konden verstaan, hebben zij dat meestal
heel erg kort vermeld. Ook de uitdrukking Christus Jezus lees

je alleen bij Paulus.

‘Ja, goed om weer heel even die verschillen te zien.’

Het benadrukt het unieke van wat Paulus naar voren bracht.
Hij ontving dat alles van Zijn Heer, Christus Jezus. Hij had
het alles geleerd van Hem, die hij ontmoette op weg naar Da-
mascus. De woorden die de apostel schreef, gaan zó diep en
zó ver, dat heel wat gelovigen het ontgaat. En vergeet niet,
de invloed van tradities van mensen. Dat werpt een enorme
dijk op. Deze traditionele voorstellingen zitten weer verwerkt
in allerlei liederen en geloofsbelijdenissen.

‘Ja de invloed van wat altijd gezongen wordt -ook al klopt het
niet met Zijn woord- is groot.’

Ja, eigenlijk zing je niet mee, als een versregel of een uitdruk-
king in een lied niet klopt met de Schrift. Of je moet de moed
hebben om een en ander aan te passen. Maar dat stuit nogal
eens op (zeer sterke) weerstand.
In elk geval verheugen we ons dagelijks in het evangelie van
de unieke apostel van de natiën. We zijn er erg blij mee, en
niemand kan en zal dat van ons afnemen.
Het ‘sola gratia’ – genade alléén – klinkt door en zal de basis
zijn en blijven van onze studie en prediking!

Woord vandaag

‘Ook vandaag leven wij in genade die God geeft!’

Ja, zo is het elke dag weer. Wat geweldig is dat, te leven
onder die machtige liefdevolle hand van onze God en
Vader. Dat geeft rust in je hart. Als je gedachten met je
op de loop gaan, is dit een geweldige verzekering:

‘Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij
God, door onze Heer Jezus Christus.’


En dan wandel je, als je verder leest, dat geweldige hoofd-
stuk van de vrede binnen. Want niet alleen dit is zo, maar
wij hebben door Hem ook de toeleiding tot in deze genade
waarin wij staan en wij roemen in de verwachting van
de heerlijkheid van God.

‘Heerlijk toch, dat wij dit telkens weer beseffen en voor ogen
hebben en in ons hart meedragen.’

Bijzonder, er wordt maar weinig gepredikt uit Romeinen 5.
En misschien weten de predikers wel weg in vers 1-11, maar
vers 12-21 levert teveel problemen op, omdat dat gedeelte
botst met de gangbare kerkelijke en evangelische leer van de
eeuwige verlorenheid van de zondaar die ongelovig sterft.
Die kerken en groepen zouden eens een paar jaar niet de 52
zondagen uit de catechismus moeten behandelen, maar pre-
dikanten zouden de leerdiensten ’s middags aan de hand van
het boek (van wijlen ds. Jan Bonda): Het ene doel van God
aan Romeinen moeten besteden.

‘Na verloop van tijd lopen ze vast in Romeinen 5!’

Misschien al eerder, als ze echt de genade die in Romeinen
naar voren komt, gaan prediken. Overigens denk ik, dat na
verloop van de tijd de middagdiensten beter bezocht zullen
worden dan de ochtenddiensten -mits de dominee écht Ro-
meinen aan het woord laat! Want het wonderlijke is: het
woord trekt mensen, waar echt voedsel is, komen gelovigen
op af. Daarom dromden de mensen rondom Jezus en zagen
de schriftgeleerden en de farizeeën hun gehoor slinken.

Want de mensen stonden versteld over Zijn leer; zo zullen
zij ook versteld staan, als in kerk en vrije groep écht Ro-
meinen gepredikt wordt!

Woord vandaag

‘We zijn erg ver gekomen in het boek Daniël, die loop-
baan van de koning van het noorden boeit!’

Het blijft een heel bijzonder boek, dat Daniël. Met name dat
11e hoofdstuk over deze koning, van wie we aannemen dat hij
de wetteloze uit 2 Thessalonicenzen 2 is, wordt maar weinig
besproken in allerlei bijbelstudies. Het is ook een lastig hoofd-
stuk omdat er een deel nog toekomst is. Het zal pas blijken als
die dingen gebeuren, hoe het zit, wie die koning is. Maar: we
zitten qua tijd er niet heel ver meer van af!

‘Ja, en het boek Openbaring is voor velen een moeilijk te begrij-
pen boek.’

Ja, en we zagen gisteravond ook iets uit de hoofdstukken 13 en 17.
De eindtijd voor het volk Israël zal inhouden, dat er een beest uit
de (volkeren)zee oprijst met zeven koppen en tien hoorns. Dat zal
de laatste grote wereldmacht zijn, en die zal Israël bedreigen en zelfs
zal de wetteloze het lukken dat kleine volk van God te overwinnen.
Maar uit eindelijke weten wij de uitkomst uit de Schrift: de Heer
Jezus Christus zal zelf komen de wetteloze overwinnen. Zo schrijft
de apostel dat en zo zal het zijn!

‘En andere profeten spreken daar ook van!’

Zeker, we zijn uitermate geboeid door wat ook andere profeten heb-
ben gezien en geschreven. Gisteravond hebben wij uit Jesaja 66 en 63
gelezen en daarin staan ook opvallende zaken, die onze aandacht heb-
ben gevraagd en vragen. Eigenlijk nauwelijks te bevatten, dat wij zo
uit Zijn woord nog toekomende gebeurtenissen geschreven zien staan,
en dat geldt ook voor Gods uiteindelijke doel, namelijk dat Hij uitein-
delijk alles in allen zal zijn!