Woord vandaag

‘Geweldig he, dat evangelie van de opgestane Heer.’

De discipelen geloofden het eerst niet. Zij konden eerst hun oren (dat wat zij van
de
vrouwen hoorden) niet geloven. Zou het echt waar zijn? Eigenlijk kon het niet.
Ze hadden het wel van de Heer gehoord, maar was niet tot hen doorgedrongen.
Maar de Heer werd door hen gezien in de opperzaal en zelfs Thomas werd overtuigd.
Daarna stond Hij op het strand toen de discipelen niets hadden gevangen.
En Hij zei hun het net aan de andere kant uit te werpen. 153 vissen!

‘Ja, wat betekent dat getal 153 eigenlijk?’

Daar kijken we een andere keer naar. In elk geval zei Johannes tegen Petrus dat
het de Heer was. En dat leidde later tot een indringend gesprek van de Heer met
Petrus. Hij noemt hem drie keer ‘Simon, zoon van Johannes’ en vraagt hem drie
keer of hij van Hem houdt. En dat bevestigt hij drie keer en wordt daarmee in de
bediening als leider van de twaalf hersteld. Merk op, dat Hij niet tegen Simon
zegt dat Hij hem vergeeft. Ook vraagt Petrus geen vergeving.
Het zijn gedenkwaardige momenten, de Heer heeft hem lief en geeft hem zelfs
een herderlijk dienstwerk, wellicht omdat Petrus een ervaring heeft gehad waarin
hij leerde wie hij zelf is en wat de liefde van Christus betekent.

‘Het is de genade van de Heer, die hem zijn krenking niet toerekende.’

Na Golgotha en de opstanding ziet het er anders uit. Krenkingen worden niet aan-
gerekend. God was in Christus de wereld met Zich verzoenend. Die boodschap zou
Paulus gaan brengen, als enige. Die diepte konden de twaalf niet brengen. Het is
een machtig evangelie: de levende Heer zorgt zelf voor voedsel. Er lag al vis op

het vuur. En zo voorziet de Heer in onze dagen altijd weer in het nodige voedsel
van Zijn woord! Zodat het hele lichaam dat ontvangt wat nodig is.

Woord vandaag

De Heer is waarachtig opgestaan!’

Dat is het evangelie, dat van alle bladzijden van de Griekse Schriften naar je toe
komt. In het bijzonder de apostel Paulus heeft daar uitvoerig over geschreven
in 1 Corinthiërs 15. Sommigen (nogal wat?) onder hen geloofden niet in de opstan-
ding (zoals de moderne theologen van nu) en Paulus gaat daar uitvoerig op in.
In tegenspraak tot de ontkenning van de opstanding stelt Paulus, door God geïn-
spireerd, dat allen levend gemaakt zullen worden (1 Corinthiërs 15:22)!

‘Fantastisch, wat een boodschap!’

Het wordt te weinig gepredikt vandaag de dag. Ook dat God de redder van alle men-
sen is. Men vindt daar allerlei tegenwerpingen voor uit, degene die je vaak hoort, is
dat het hier en nu belangrijker is dan de toekomst. Terwijl in de toekomst je zekere
verwachting volle werkelijkheid zal worden. Isaäc da Costa dichtte in een bekend
lied van hem:hier beneden is het niet. Da Costa’s verwachting lag boven, in zijn
Heer en redder, Christus Jezus. Paulus’ vaste verwachting lag, vast gefundeerd in
de opstanding van Christus, in de toekomst. Geluk
kig zijn zij, die niet zien en noch-
tans geloven, zei de Heer tegen Thomas, die uitriep:
‘Mijn Heer en mijn God!’

‘De Heer Jezus toonde Zijn handen en Zijn zijde, als bewijs tegen Thomas.’

Ja als aantoning, dat de Gekruisigde en Begravene ook de Opgestane is. En als Opge-
stane kwam Hij te midden van Zijn discipelen en zei: ‘vrede zij jullie’. Zij konden
Hem gewoon zien, en dat betekent dat Hij toen nog niet zo verheerlijkt was als nu.
Toen Saulus Hem ontmoette, was hij drie dagen blind van het enorme licht dat Hij
toen uitstraalde. Dat letterlijke licht was een type van het grote geestelijke licht
dat (meer dan aan Israël) aan het lichaam van Christus gegeven werd door middel
van de brieven van Paulus.

‘En dat licht is voor veel christenen en  evangelischen teveel. Zij zijn er blind voor.’

Of er ligt een bedekking over hun hart zodat zij het grote licht niet eens hebben
gezien. En als er een glimp daarvan doorbreekt, wordt het onmiddellijk de kop
ingedrukt.
Maar het getuigenis van de Schriften blijft. Het zal leiden tot een
totale overwinning als die laatste vijand, de tweede dood, opgeheven wordt.
Er is geen houden meer aan. Gods plan, dat allen levendgemaakt zullen worden,
zal dóórgaan totdat de allerlaatste leven heeft ontvangen en God verheerlijkt
zal worden door allen!

Woord vandaag

‘Paulus schrijft, dat …Hij werd begraven….naar de Schriften. Maar waar
staat dat dan?’

Paulus verwees naar Tenach, en wel naar Psalm 16. We gaan ervan uit, dat
alle
Psalmen op een of andere manier van Christus spreken. Petrus verwees
in Zijn pinkstertoespraak niet zozeer naar de gaven van de geest, maar naar
de
opstanding van Christus. Dát was het centrale thema van zijn boodschap, en
dat spreekt voor zich! Hij sprak over Psalm 16 en toont aan dat die Psalm niet
anders dan over de Heer Jezus Christus kon gaan! Over het graf wordt in Psalm
16:10 impliciet gesproken:

“Want U zult mijn ziel in het onwaarneembare (sheol) niet verlaten;
U laat niet toe dat Uw Heilige ontbinding ziet.’

Ja mooi, en is er nog meer in Tenach te vinden waar Paulus in 1 Corinthiërs 15
op doelt?’

Het moet welhaast Jesaja zijn, Paulus was voortdurend ‘in gesprek’ met deze bij-
zondere profeet. In Het bekende Jesaja 53:9 wordt overduidelijk over het graf ge-
sproken:

Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld,
en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest”

Hij werd in een nieuw graf gelegd, eigendom van de rijke Jozef (…) van Arimatea,
het koninkrijk van God verwachtte. Precies volgens de Schriften dus. Geen twijfel
mogelijk. Daarnaast wijst de Heer zelf ook op de geschiedenis van Jona, de profeet,
die 3 dagen en 3 nachten in het binnenste van de grote vis was. Het volk, dat groten-
deels ongelovig was, zou geen ander teken krijgen dan het teken van Jona de profeet,
zij zouden net als Jona in ballingschap gaan, waarna zij op de derde dag weer gewekt
zouden worden.

‘Wacht even, de Heer verwees in Mattheüs 12 toch naar zichzelf?’

Jawel, Hij sprak uit dat ook de Zoon van Adam net zo als Jona 3 dagen en 3 nachten
weg zou zijn, in het binnenste van de aarde. Maar aan het volk zou het teken gege-
ven worden! Dat betekende ondergaan in de volkerenzee, net zoals Jona in de letter-
lijk zee onder ging! En de Zoon van Adam zou niet lang in het graf blijven. Ook dat
was voorzegd en ook daarvan spreekt de apostel en leraar van de volkeren, Paulus,
in 1 Corinthiërs 15!

Woord vandaag

‘Deze week staan veel mensen stil bij de kruisdood van de Heer Jezus.’

Op veel manieren. Het enige voor ons is na te spreken wat de Schriften er over
zeggen. Paulus schreef verreweg het meest en het diepst over de gevolgen en
de consequenties van het kruis. Geen andere apostel kon er zo diep op ingaan.
Christus is degene, die werd gekruisigd in en uit zwakheid, maar opgewekt in
allesoverstijgende opstandingskracht. Hij werd tot zonde gemaakt, opdat wij
zouden worden: gerechtigheid van God in Hem.
Dat is een van de gevolgen van het kruis; Hij werd overgegeven en overgeleverd
om onze overtredingen en krenkingen en opgewekt om onze rechtvaardiging.

‘Tja, het zijn de enorme gevolgen, die evangelie opleveren!’

Het is goed nieuws, dat Hij de zonde van de wereld heeft gedragen. Hij heeft alles
volbracht wat wij met z’n allen niet konden volbrengen. Hij riep, zoals in Psalm
69 staat : ‘Ik heb dorst!’ (Johannes 19:28). En zij gaven Hem wijn in een spons op
een rietstok. Riet komt van papyrus waarop in die tijden geschreven werd en is
daarmee een verwijzing naar het woord van God, dat hier vervuld werd. De zure
wijn is een beeld van dat wat Hij moest drinken, de beker van het lijden en van
het zijn onder de vloek van de Thora (Deuteronomium 21:23).

‘Elk detail dat genoemd wordt heeft een betekenis!’

Het moet een betekenis hebben, anders zou het niet zijn geschreven. In Mattheüs
27 staat dat er niet bij, maar in Johannes 19 wel: opdat de Schrift vervuld zou worden.
Daar was het om te doen! Het was voorzegd, het was de wil van de Vader. Het voor-
hangsel in de tempel scheurde in tweeën toen Hij de geest gaf. De aarde beefde en de
rotsen (type van dood van Christus – de Rots) scheurden. Alles wat gebeurde was een
uiting van het ontzettende wat gebeuren moest: de dood van de Zoon.

‘Machtig, hoe het allemaal beschreven staat. Groots en indrukwekkend. Dat kun je
nooit
naspelen. Je kunt je verwonderen over zo’n liefde van God.’

Door de dood van de Zoon zijn wij verzoend met God. Geen eigen werk kwam daar aan
te
pas. Rechtvaardiging om niet door de vrijkoping die in Christus Jezus is. God echter
bewijst Zijn liefde voor ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons
stierf. Wij zijn gerechtvaardigd in Zijn bloed en daarmee worden wij door Hem gered
van de verontwaardiging van God. Wat een geweldig goed nieuws is dat! Geen religie,
geen filosofie, Christus verlost ons van alles waar wij verlost van moesten worden!

Woord vandaag

‘Wat indrukwekkend toch, die gang van Hem naar Golgotha.’

Er wordt weleens te weinig beseft, wat het Hem kostte om daar te komen.
Het was de wil van de Vader: ‘Vader, niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede’.
Het was de wil van het opgehitste volk: ‘Kruisig Hem!’
Het was de wil van het Sanhedrin om hun plaats te behouden boven ande-
ren. Het was de wil van de tegenwerker, die Hem graag wilde uitschakelen.
Nochtans werkte God Zijn bedoeling uit, toen Hij Hem opwekte uit de doden.
Het Lam van God was de vervulling van het type van alle lammetjes die met
Pésach gedood werden.

‘Ja, er speelden veel krachten daar, het was een samenballing van veel tegen-
werkende krachten en toch gebeurde wat moest.’

Het was een onomkeerbaar proces. Alles moest ertoe leiden, en Hij moest
dat ondergaan voor ons en voor de hele wereld. De soldaten bespotten Hem
en deden Hem een scharlakenrode mantel om. Die kleur spreekt van weelde
en rijkdom, het heeft iets koninklijks. Rood is de kleur van bloed, van de
aarde, van Adam, en verwijst o.a. naar de rijkdom die Zijn vergoten bloed,
Zijn leven dat uitgegoten werd, zou brengen aan uiteindelijk de hele  schep-
ping. Zijn  kleed werd onder de soldaten verdeeld. In 4 stukken, zegt Johan-
nes. Dat spreekt uiteraard van deze wereld, die op Golgotha vertegenwoor-
digd was.

‘Er stonden toch met Zijn kruis nog vier kruizen?’

Ja. Als je de verslagen naast elkaar legt, dan ontdek je dat er met Hem twee
rovers en twee misdadigers gekruisigd werden. De wereld, de hele mens-
heid werd daar met Hem meegekruisigd (Romeinen 6:6), de vier samen met
die ene, totaal vijf en dan wordt het genade van God, dat kan niet anders.
Doordat Hij daar gekruisigd werd en later opgewekt uit de doden, bleek die
hele mensheid mee te gaan! Dat schrijft Paulus later in zijn brieven.

‘Een enorme vernedering, tot in de diepste diepte. Terwijl Hij in feite de
grote rechthebber op de troon was en is.’

Dat Hij die -weliswaar met hoon en spot gedaan- mantel omgehangen kreeg
was dus typologisch volkomen juist. Hij was en is de Koning van de koningen
en de Heer van de heren. Daarbij kreeg Hij ook een doornenkroon op Zijn
hoofd gedrukt. Doorns zijn een beeld van de vloek van de wet (en de spreek-
woordelijke distels spreken van de zorgen van deze eon), al waarin de mens
zich religieus inspant
. Dat alles werd van de mensheid afgenomen, Hij droeg
dat
voor ons! Laten we Hem daarvoor danken!