Woord vandaag

Maar wat zegt die kennisgeving 
tot hem? “Ik heb voor mijzelf
zevenduizend mannen overge-
laten die hun knie niet bogen
voor Baäl.”
              
Romeinen 11:4

Baäl betekent: bezitter. In Elia’s
dagen waren er veel die door
de propaganda voor deze afgod
meegesleept werden. Daardoor
nam de Baäl bezit van iemands
denken. Men dankte Baäl voor
wat in wezen te danken was aan
Jahweh, hun God. Elia was daar
somber, wat depressief, over.
Daarom wordt hij bemoedigd, in
wat het Woord tegen hem zei.
Daar was nog een gelovige rest.
Minstens 7000 mannen; zonder
twijfel ook veel vrouwen en
kinderen.
Elia stond niet alleen. Natuurlijk,
Jahweh was bij hem en hij werd
door een hemelse boodschapper
getroost, maar deze groep, deze
gelovige rest, ja dat sterkt je.

Woord vandaag

“Heer, Uw profeten doden zij, 
Uw altaren ondergraven zij, en
ík resteer alleen, en zij zoeken 
mijn ziel.”

Romeinen 11:3

In de tijd van koning Achab, die
onder invloed stond van Izebel
die de 400 Baäl priesters ‘liet
eten van haar tafel’, werd het
leven van Gods profeten zwaar
gehinderd. Ze werden gedood
om wat zij zeiden. Hun woorden
waren onprettig in de oren van
afgodendienaars. Ook Elia werd
vervolgd; hij vluchtte. Depressief
geworden uitte hij zich zo, alsof
hij de enige niet-afgodendienaar
was. Hij keek naar zijn situatie en
vergat iets. Hij riep Jahweh aan
en kreeg antwoord.

Woord vandaag

God stoot Zijn volk niet van
zich af, dat Hij tevoren kende 
Of weten jullie niet wat de 
Schrift in Elia zegt, als hij bij 
God pleit tegen Israël?
           Romeinen 11:2

Nu stelt Paulus het nog eens
vast. God stoot Zijn volk niet
van Zich af. Hij kende het en
dat al lang voor het ontstond
in Egypte. Hij koos het volk
uit door Zijn liefde. Zijn lezers
waren ook Joodse mensen.
Daarom verwijst hij opnieuw
naar Tenach om zijn betoog
te ondersteunen. Het in Elia
verwijst naar de geschiedenis
van Elia
in Koningen.
Elia (mijn God is Jah) beklaagt
zich, zelfs toen God priesters
van Baäl te kijk had gezet.
Hij was ontmoedigd en kreeg
een geweldige verzekering.

Woord vandaag

Ik zeg dan: God stoot Zijn volk 
toch niet van zich af? Moge het
niet gebeuren! 
Want ook ík ben Israëliet, uit 
het zaad van Abraham, van de 
stam van Benjamin
             
Romeinen 11:1

Paulus stelt dit vast. Eerste stap
om de kwestie van het ongeloof
van Israël in het juiste licht te
zetten. Zelf is hij vol van geloof
in de grote God en Vader. Dus is
hij deel van een gelovige rest.
De koninkrijksgemeente was er
nog, met heel wat geroepenen
uit Israël. Daarvan vielen nogal
terug. Paulus was zelf uit Israël,
nota bene uit de stam Benjamin
die altijd met de ‘koningsstam’
Juda verbonden was. Hij kon
zelfs zeggen van aartsvader
Abraham af te stammen. In
wezen verwees hij naar de
belofte die God Abraham in
genade gegeven had. Paulus
was zelf het bewijs dat God
Zijn volk niet van Zich af had
gestoten.