Want ons roemen is dit, het
getuigenis van ons geweten,
dat wij ons in heiligheid en
oprechtheid van God, niet
in vleselijke wijsheid, maar
in de genade van God
gedragen hebben in de
wereld, overvloeiender
echter naar jullie toe.
2 Korinthiërs 1:12
Oprechtheid en heiligheid, en
dat alles in de genade van God.
Dat was en is de ondertoon in
Paulus’ evangelie. Genade zit
op de troon. Niet langer is de
zonde die plaats toebedeeld.
In Romeinen 5:20,21 is dat
helder uiteengezet.
Zodoende staan en leven wij,
gelovigen, onder een andere
regeerder: genade van God.
Wij leven zeker niet in wet,
maar in genade (Galaten 5).
Zó gedroeg de apostel zich in
de wereld en onder gelovigen;
óók naar de lastige en dwarse
Korinthiërs toe was hij altijd in
genade bezig, om na te volgen.