maar op die manier waarop
Jannes en Jambres Mozes
hebben weerstaan, zó
weerstaan ook dezen
de waarheid – mensen
verdorven in hun denkzin,
onbeproefd in het geloof
2 Timotheüs 3:8
Jannes en Jambres waren
kennelijk tovenaars aan het
Egyptische hof bij Farao.
Zij konden de wonderen die
door Mozes’ hand gebeurden,
nadoen. Zij beschikten over
demonische krachten.
Het doen van werkelijke, van
God gegeven, tekenen en
wonderen was aan profeten,
apostelen voorbehouden.
Steeds waren weerspannige
machten en krachten uit op
het nadoen ervan.
Om mensen te misleiden,
weg van de ene ware God.
Zulke lieden waren ook in
Paulus’ dagen actief; zie de
beschrijving in 2Tim.3:5-8.