Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

jullie vertroosting, die werkzaam 
is in de volharding van hetzelfde 
lijden dat ook wij lijden
    2 Korinthiërs 1:6^c

We zien hier zoals het werkt in 
de praktijk; in het lijden geeft 
Vader rijke vertroosting. Hij is het,
Die ons lijden kent en mee-lijdt;
Hij is Vader van het mededogen.
De God van alle vertroosting; in
Hem ligt onze rust, zekerheid.
Hij zal ons nooit loslaten en zal
voleindigen waar Hij aan begon.
Wij hebben en heerlijk huis, een
verheerlijkt lichaam straks als 
wij bij de Heer zijn. Zo kunnen 
wij ook volharden; God geeft de
kracht daartoe door Zijn geest!

hetzij wij vertroost worden
voor jullie vertroosting
     2 Korinthiërs 1:6^b

Het is de Heer Zelf, Die zeer
diep leed en bemoedigd en
vertroost werd door Vader.  
Opnieuw klinkt: voor jullie
vertroosting. Paulus was vol
van de liefde van God voor
hen. Hij was zelf in lijden en
verdrukking door de Heer
aangesproken, bemoedigd.
En kon dat weer doorgeven
aan anderen. Zo werkt God
ook nu; waar wij rijke troost,
bemoediging ontvangen,
kunnen wij bemoedigen, en
van hart tot hart aanspreken.

Het ‘Woord vandaag’ van 28 mei
was abusievelijk nog niet geplaatst.
Daar is nu in voorzien.

Hetzij wij nu verdrukt worden
voor jullie vertroosting en
redding
        2 Korinthiërs 1:6^a

Paulus maakt een langere zin,
en zegt dat het lijden van hem
en Timotheüs gedeeld is met
de Korinthiërs. Ook zij hebben
geleden en daarom ontvangen
zij troost en redding. De eerste
brief was ernstig en regelmatig
vermanend van toon. Dat had
een stuk lijden veroorzaakt bij
ze, mede gevolg van zaken die
niet tot eer van de Heer waren.
De eerste brief veroorzaakte
ook inkeer en redding, ook dat
was door God gewerkt.
Maar er was ook troost; God,
in Zijn genade, schonk dat ook!