Niet alleen echter dat, maar
ook onder handopsteken door
de uitgeroepen gemeenten, is
hij onze medereiziger samen
met deze genade, die door
ons bediend wordt , tot de
heerlijkheid van de Heer Zelf;
en het toont onze
bereidwilligheid
2 Korinthiërs 8:19
Hier blijkt de vreugde van
de apostel, dat hij samen
met Trofimus en Titus als
trouwe medewerkers deze
genadegave van de natiën
mag begeleiden.
Paulus schrijft er uitgebreid
over naar de Korinthiërs,
zodat zij zien hoe omgegaan
wordt met dit geschenk.
Meerdere, zeer betrouwbare
broeders zijn er bij en zorgen,
dat het te Zijner tijd bij arme
heiligen in Jeruzalem komt.
Paulus zou het uiteindelijk
bij Jakobus en de ekklesia in
Jeruzalem afleveren.