Woord vandaag
zodat wij Titus aangesproken
hebben, opdat, zoals hij
tevoren ondernomen heeft,
hij zo ook onder jullie ook
deze genade voltooit.
2 Korinthiërs 8:6
De Macedoniërs waren een
goed voorbeeld van genade.
Zij hadden alle geestelijke
zegen in Christus ontvangen,
om niet. Daarom gaven zij
aan Paulus zoveel mee als
maar kon – om niet.
Zij deelden niet mee uit hun
overvloed, maar uit armoede.
Daarom was het veel. Dat is
wat Paulus bewogen maakte
over de Macedoniërs, die zo
de genade van God dieper
hadden verstaan.
Dat hadden de Korinthiërs als
voorbeeld; Titus kwam bij ze
vandaan maar zou ook weer
terugkeren naar hen zodat
ook zij een bijdrage konden
leveren, in Gods genade
Woord vandaag
zodat wij Titus aangesproken
hebben, opdat, zoals hij
tevoren ondernomen heeft,
hij zo ook onder jullie ook
deze genade voltooit.
2 Korinthiërs 8:6
Het contrast is groot: de
Macedoniërs waren arm als
het om materie ging.
De Korinthiërs waren juist
rijk in dat opzicht. Mogelijk
een indicatie dat arm zijn in
de regel ervoor zorgt, dat de
gelovige zich veel bewuster
is van de rijkdom in Christus
Jezus. Niet zelden is dat nog
steeds in de praktijk te zien.
Daaruit is opnieuw duidelijk,
dat materiële welvaart snel
af kan leiden van geestelijke
rijkdom.
In Macedonië lagen steden
als Filippi en Thessalonika;
uit de brieven aan hen blijkt
dat zij bijzonder op de Heer
gericht waren. Voorbeeld
voor ons!
Woord vandaag
en niet zoals wij
verwachtten, maar zij
hebben zichzelf gegeven,
eerst aan de Heer,
en aan ons
door de wil van God
2 Korinthiërs 8:5
De onverwacht grote gaven
en vooral: het contact met
de Macedoniërs; enorm
bemoedigend voor Paulus.
Door woordverkondiging
werkte de heilige geest in
de harten en dat bracht in
die provincie veel teweeg.
De gelovigen gaven zich
helemaal aan de Heer over.
Dat gaf een diepe geestelijke
band; de eenheid van Gods
geest werd beleefd.
Zij accepteerden Paulus en
medewerkers als door God
gestuurd.
En dit alles gebeurde, en dat
geeft het juiste zicht erop:
door de wil van God.
Woord vandaag
uit eigen beweging, met
veel aanspreking, ons smekend
om de genade en de
gemeenschap van de dienst,
die voor de heiligen
2 Korinthiërs 8:4
Vader werkte op bijzondere
wijze in de harten van de
gelovigen in Macedonië.
Ondanks hun gebrekkigheid
op materieel gebied blijkt
uit onze dagtekst dat zij bij
Paulus hevig aandrongen om
bij te mogen dragen aan de
dienst voor de arme heiligen
in Jeruzalem.
Paulus was absoluut nooit
bezig ook maar iets van hen
te willen nemen. Integendeel
smeekten zij zelfs mee te
mogen doen aan wat Paulus
meenam voor ‘Jeruzalem’.
Zij zagen dat ook als genade
en gemeenschap aan Paulus’
unieke dienstwerk.