Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Hij nu Die ons bevestigt samen
met jullie in Christus en Die ons
zalft, is God
         2 Korinthiërs 1:21

In Tenach lezen we dat priesters,
koningen en (soms) profeten
gezalfd werden. Als teken dat zij
de leiding, wijsheid en kracht
van Gods geest nodig hadden.
In 1 Korinthiërs 12:12,13 wordt
het hele lichaam van Christus
‘de Christus’ (Gezalfde) genoemd.
Hier klinkt opnieuw, dat wij als
de leden van het lichaam van de
Christus gezalfd zijn met de geest
van God. Dat houdt niet alleen
een bevestiging in van het feit,
dat wij van Hem zijn. Het is ook
om ons te bekrachtigen tot een
dienstwerk, wat dat ook maar
kan zijn.  

Want zo vele als er beloften
van God zijn, in Hem zijn ze
“ja.” Daarom is ook door
Hem het “amen” aan God,
tot heerlijkheid, door ons.
         2 Korinthiërs 1:20

Wij zeggen in geloof ‘amen’
op het horen van de beloften
van God. Wij achten het zeer
betrouwbaar wat Vader zegt.
Niets kan ons scheiden van
Zijn liefde in Christus Jezus,
onze Heer
We hebben heerlijkheid van
Hem beloofd gekregen.
Net zoals Hij, ook wij.
Al wat God beloofde aan Zijn
Zoon; ook wij mogen daarin
delen. Christus zal Hoofd zijn
van alles, en daarin wij zelfs
nauw betrokken.
Zoveel heerlijkheid, genade
is overstromend, dank U wel.  

Want zo vele als er beloften
van God zijn, in Hem zijn ze
“ja.” Daarom is ook door
Hem het “amen” aan God,
tot heerlijkheid, door ons.
         2 Korinthiërs 1:20

De beloften van God. Door
Zijn Zoon Jezus Christus zal
God ze allemaal vervullen.
Waar maken. Talloze beloften
via Abraham, Izaäk en Jakob
voor Israël. Ze worden waar
gemaakt door hun Messias
Jezus Christus. Maar ook de
beloften voor het lichaam
van Christus zal Hij inlossen.
Een ^ophemels lichaam, een
^ophemels lotdeel te midden
van de hemelsen; het is al
geschonken en te Zijner tijd
zal dat ook lijfelijk ons ‘bezit’
zijn. Het is bij Vader te allen
tijde: Ja en we zeggen in ons
hart ‘amen’, dat geloof ik.
Vader, dank U wel.   

Want de Zoon van God, Jezus
Christus, Die onder jullie door
ons verkondigd werd – door
mij en Silvanus en Timoteüs,
werd niet “ja” en “nee”, maar
het is “ja” in Hem geworden.
2 Korinthiërs 1:19

De verkondiging is niet een
aantal regels of iets dergelijks.
De Zoon van God, Jezus, de
Christus ís het evangelie.
Hij is Zelf het goede nieuws.
HIJ werd door de apostel en
medearbeiders verkondigd.
Hij is het, Die de verzoening
bewerkte. God was in Hem
de hele wereld tot Zichzelf
verzoenend. U, jij en ik; wij
weten ons verzoend met
God. De vijandigheid is weg.
God veranderde ons en dat
is liefde, vriendschap.
Niets kan ons scheiden van
de liefde van God!

Want de Zoon van God, Jezus 
Christus, Die onder jullie door 
ons ^─verkondigd werd – door 
mij en Silvanus en Timoteüs, 
werd niet “ja” en “nee”, maar 
het is “ja” in Hem geworden.
2 Korinthiërs 1:19

De Korinthiërs wilden hem op
woorden vangen. Ja, Paulus’
reisplan was gewijzigd. Maar 
de aandacht was afgeleid. In
plaats van discussie over zijn
reisplannen leest u hier waar
het werkelijk om gaat. 
De Zoon van God, Jezus, dé
Christus, werd verkondigd!
Hier is het de Zoon van God
en dat wijst op verzoening.
De lijn van waarheid is, dat 
vijanden met God verzoend
worden door de dood van de
Zoon. Váder verandert u, jou
en mij in Zijn vrienden.
Vader had Timotheüs, Paulus
en Silvanus veranderd. En die
spraken van de Zoon, in Wie
wij de Vader zien.