Onder ‘Publicaties’ kunt u deze brochure ook digitaal lezen.
Woord vandaag
Ik zal echter met veel genot 
verspillen en opgebruikt 
worden voor jullie zielen
    2 Korinthiërs 12:15a
Dit was Paulus’ genot: voor 
en door de Heer opgebruikt 
worden. Om evangelie van 
genade te verspreiden, en 
voor de heiligen en gelovigen
– waar nodig – klaar te staan.
Dit was bij Paulus geen ogen-
slavernij; hij deed het niet om
schouderklopjes te krijgen.
Het was de genade van God:
het dienstwerk dat hij mocht 
verrichten. De goede werken, 
die God tevoren gereedmaakt, 
opdat hij en wij erin wandelen. 
Straks als complement van de 
Christus te midden van de 
hemelsen; nu al wat Vader op 
de weg plaatst: ‘Niet mijn wil’.   
Woord vandaag
..en niet zal ik tot last zijn, 
want ik zoek niet wat van 
jullie is, maar jullie zelf, 
want niet de kinderen zijn 
schuldig aan de ouders om 
te vergaren, maar de ouders 
aan de kinderen
    2 Korinthiërs 12:14
Paulus haalt een bekend en
logisch principe aan. In het
familieleven met bloedband
gaat het zo: de ouders geven
verzameld goed en geld door
aan de kinderen. 
Andersom kan niet; dat zou 
zeer onlogisch zijn. 
Zo ook als het om geestelijke
familie gaat; Paulus gold als 
planter en, geestelijk vader 
(o.a. ‘zijn’ kind Timotheüs) 
van velen in de gemeente in 
Korinthe. Paulus wilde grote
geestelijke rijkdom, die hij 
in genade had ‘verzameld’ 
graag aan zijn geestelijke 
kinderen doorgeven. Zo kon
hij zeggen, dat hij niet tot 
last wilde zijn, integendeel.
Christus! Zo ook wij!
Wie zijn in Christus Jezus? Wij die naarbinnen
in Hem gedoopt werden. Dat is: in Zijn dood
en als gevolg (noodzaak) begraven met Hem.
Naluisteren: HIER
Woord vandaag
Zie, deze derde keer ben ik 
gereed naar jullie toe te 
komen, en niet zal ik tot last 
zijn, want ik zoek niet wat 
van jullie is, maar jullie zelf
      2 Korinthiërs 12:14a
Kunnen wij iets van diepte
van liefde van God horen in:
want ik zoek niet wat van 
jullie is, maar jullie zelf.
De liefde van Christus drong
Paulus (2 Kor.5:14); het was 
zijn enige motief. 
In de vele hoofdstukken die
Paulus aan hen schreef, is 
steeds de hartenklop van de
liefde van God te horen.
In 2 Kor.5:15 klinkt liefde: 
wanneer de Ene voor allen
stierf… En ‘de levenden’ 
(u, jij en ik) beantwoorden 
die liefde met het voortaan 
leven voor Hem, Die voor 
ons stierf en opgewekt werd.