In Daniël 8 gaat het vooral om de
kleine hoorn die groot wordt en die
zelfs tegen Israël overwint, voor een
zekere tijd. Wat is aan de hand in
onze dagen en wanneer is het eindtijd?
Naluisteren: HIER
Eindtijd?
Woord vandaag
De waarheid van Christus is
in mij: dit roemen zal niet
versperd worden voor mij in
de gebieden van Achaje.
2 Korinthiërs 11:10
Paulus’ roemen was, dat hij
het evangelie van God kon
brengen. En dat hij dat om
niet kon doen.
Dat hij de gelovigen niet
hoefde te belasten op welke
manier dan ook.
En dat waarheid van Christus
in hem was. Dat was alles in
de grote bediening die hij in
de genade van God mocht
vervullen. In de gebieden van
Achaje lag Korinthe. Ook daar
wilde Paulus roemen in wat
hij van de Heer ontving.
Terwijl Korinthiërs roemden
in mensen en hun prestaties.
Woord vandaag
Want het mij ontbrekende
hebben de broeders
opgevuld, komend vanaf
Macedonië, en in alles voor
jullie niet bezwarend, heb
ik mijzelf bewaard en ik zal
mijzelf bewaren
2 Korinthiërs 11:9
Paulus verlangde, dat hij niet
bezwarend zou zijn voor de
medegelovigen. Integendeel,
hij deed handwerk om zelf te
voorzien in wat nodig is.
Priscilla en Aquila maakten ook
tenten, tijdelijke woningen, in
die tijd voor velen geschikt.
Dat had Paulus in gedachten,
2 Korinthe 4:1-5:9 schrijvend.
Ons oude lichaam is als een
tent; straks is daar het gebouw
uit God, hemels, waar mensen-
handen niet aan te pas kwamen.
Ja wél een lichaam, maar dan
geestelijk qua karakter, hemels,
eonisch. In de oude tentwoning
verblijvend wilde de apostel in
de korte tijd niet belastend zijn
voor anderen. Dat bewaren; ja
hij bewaarde zichzelf door echt
verstandig om te gaan met wat
op zijn weg kwam. Uiteindelijk
was het Vaders hand, die hem
bewaarde in alle opzichten.
Woord vandaag
Want het mij ontbrekende
hebben de broeders
opgevuld, komend vanaf
Macedonië, en in alles voor
jullie niet bezwarend, heb
ik mijzelf bewaard en ik zal
mijzelf bewaren
2 Korinthiërs 11:9
In plaats van de Korinthiërs
te belasten, ontving Paulus,
o.a. uit Filippi, ondersteuning
in materieel opzicht. Hij zal
daarover in de brief aan de
Filippenzen spreken en hen
ervoor bedanken.
Zij zonden de broeders naar
Paulus, zonder dat Paulus
had laten merken gebrek te
hebben, om ondersteuning
te geven.
In Filippenzen lezen wij hoe
de apostel leefde:
Niet dat ik spreek over gebrek;
ík heb immers geleerd in de
omstandigheden waarin ik
ben tevreden te zijn (Fil.4:11).
Paulus vertelt ons het ‘geheim’:
godsvrucht mét tevredenheid
is een groot kapitaal (1Tim.6:6).
Hij leefde dat zelf voorbeeldig.
Laten wij ook hierin de apostel
navolgen, zoals hij Christus in
de weg die Hij wees, navolgde.