Die de afstraling van Zijn
heerlijkheid en de afdruk
van Zijn aanneming is
Hebreeën 1:3a
God neemt ‘gestalten’ aan
in Zijn plan van eonen.
De Schepper, de Richter, de
Voorziener, de Koning, de
Redder, Verzoener. En nog
meer te noemen.
De ’afdruk’ van dat alles is
in de Zoon ‘gekerfd’, zodat
Hij als was Hij Jahweh (de
Vader) Zelf. Daarom is Zijn
Naam Jezus, dat is: Jahweh-
Redder. Zo kon Hij zeggen:
wie Mij ziet, ziet de Vader
(Joh.14:9).
Hij deed en doet de werken
van de Vader; bedenk eens
dat dat veel meer is dan wat
Hij op aarde deed te midden
van de Zijnen (Israël).
Zijn doen van de werken van
de Vader begon veel eerder
dan dat Hij Mens werd. En
nu, in Zijn heerlijkheid aan
de rechter(hand) van God,
is Hij óók bezig in de werken
van Zijn Vader.