..en niet zal ik tot last zijn, 
want ik zoek niet wat van 
jullie is, maar jullie zelf, 
want niet de kinderen zijn 
schuldig aan de ouders om 
te vergaren, maar de ouders 
aan de kinderen
    2 Korinthiërs 12:14
Paulus haalt een bekend en
logisch principe aan. In het
familieleven met bloedband
gaat het zo: de ouders geven
verzameld goed en geld door
aan de kinderen. 
Andersom kan niet; dat zou 
zeer onlogisch zijn. 
Zo ook als het om geestelijke
familie gaat; Paulus gold als 
planter en, geestelijk vader 
(o.a. ‘zijn’ kind Timotheüs) 
van velen in de gemeente in 
Korinthe. Paulus wilde grote
geestelijke rijkdom, die hij 
in genade had ‘verzameld’ 
graag aan zijn geestelijke 
kinderen doorgeven. Zo kon
hij zeggen, dat hij niet tot 
last wilde zijn, integendeel.
