Waargenomen hebbend dan 
de vrees van de Heer, 
overtuigen wij mensen
    2 Korinthiërs 5:11a
De verzen 10 en 11 staan in 
verband met het fijne thuis
bij de Heer (vs. 1-9), én het 
heerlijke, dat Eén voor allen 
in liefde stierf (vs. 12-15). 
De bèma is genade, want de 
Heer neemt daar alles weg
wat slecht was. Maar ook de 
gevolgen van wat verkeerd 
gedaan werd door ons.
Dan zal al wat kan hinderen 
in onze bediening te midden 
van de hemelsen uit de weg 
geruimd worden. 
Geen reden voor angst, wel 
vrees: diepe eerbied, ontzag 
naar Hem, onze Heer, toe. 
Paulus en zijn medewerkers
overtuigden de mensen; door
wat gesproken, gedaan werd.
God, in genade, combineert 
bijbelse vrees met Zijn liefde.
Zonder liefde wordt vrees vol 
angst en hopeloosheid. 
Zonder vrees is Gods liefde 
zwak en ineffectief. 
Als liefde en vrees van de Heer 
hand in hand gaan, kun je Hem 
waardig wandelen. 
