18 januari 2020
‘In Gods hand.’
Dat zijn we. De redding is nooit in onze
handen geweest. Dat kon ook niet, om-
dat Zijn plan vast lag en wij niets daar-
van kunnen veranderen. Grote macht-
hebbers als Farao in de tijd van Mozes
en Nebukadnezar konden Gods voor-
nemen niet verhinderen. Integendeel.
Farao kwam om in de Rode Zee en Ne-
bukadnezar at 7 tijden gras met de die-
ren in het veld voordat hij God loofde
en erkende.
‘Zij hadden geen vrije wil?’
Nee, want God zei tegen Farao dat Hij
deze koning had verwekt, macht had
gegeven. We lezen dat in Exodus 9:16
en Paulus citeert in Romeinen 9:17.
Direct daarop schrijft de apostel:
dus Hij is barmhartig over wie Hij wil,
en Hij verhardt wie Hij wil (vers 18)
Dat gold voor de Farao en voor Nebu-
kadnezar. Maar ook voor anderen zo-
als u, jij en ik.
‘Wij zijn rechtvaardig verklaard.’
Degenen die in ongeloof zijn, blijken
niet in staat om Paulus’ evangelie te
accepteren. Ons heeft Hij de ogen ge-
opend, en Hij is barmhartig, schenkt
ons genade. Wij werden door God te-
voren gekend. Hij bestemde ons tevo-
ren tot heerlijkheid in het lichaam van
Christus. Overstromende genade; Hij
roept in deze genadetijd het lichaam
van Christus. Vader, dank U wel.