Woord vandaag

Ik zeg dan: God stoot Zijn volk 
toch niet van zich af? Moge het
niet gebeuren! 
Want ook ík ben Israëliet, uit 
het zaad van Abraham, van de 
stam van Benjamin
             
Romeinen 11:1

Wanneer we slechts kijken naar
omstandigheden en God buiten
beschouwing laten, komen we
er niet uit. Zal God Zijn volk van
Zich af stoten?
Nee! Dat zal niet gebeuren! Het
is Zijn oogappel (Zacharjah 2:8).
Paulus vertrouwt de levende
God; Die zal niet verlaten wat
Zijn hand begon. Het kán niet
zo zijn, dat Israël weerspannig
zal blijven.
Het gaat om: Wie, Hoe ís God?
Hij heeft Zijn volk niet verlaten.
Hij blijft ze liefhebben, ondanks
Zijn werk zoals je dat in 9:14-22
leest, Hij vormt dat volk tot een
instrument dat Hij met veel
geduld draagt
.
Zo is het vandaag; het is nog
(stuurse) Jakob, niet Israël. Het
plan van God gaat door, het is
nog niet af.  

Woord vandaag

Ik zeg dan: God stoot Zijn volk 
toch niet van zich af? Moge het
niet gebeuren! 
Want ook ík ben Israëliet, uit 
het zaad van Abraham, van de 
stam van Benjamin
             
Romeinen 11:1

Wanneer we terugkijken in de
passages Romeinen 9 en 10,
zien we Paulus die worstelt met
de verharding bij Israël. Met de
geestelijke ogen ziet hij het volk
met pijn in het hart. Hij bidt wel
dagelijks voor ze. Op Israël drukt
de signalering: ongeloof steeds
zwaarder. Ja, Gods woord is niet
uitgevallen; Hij is barmhartig, in
Romeinen 9:6-8,16 vastgesteld.
Dat maakt het voor Israël des te
klemmender. Wanneer we het
hierbij laten, lijkt alsof God geen
oplossing uit dit dilemma heeft.
Romeinen 11 geeft antwoord;
zonder dat hoofdstuk ontbreken
de bevredigende overwegingen.
God stoot Zijn volk niet van Zich
af. Alleen al om de beloften die
in Tenach vermeld staan.  

Woord vandaag

Tot Israël zegt Hij nu: De hele 
dag spreid Ik Mijn handen uit 
naar een weerspannig en 
tegensprekend volk

       Romeinen 10:21

Paulus citeert Deuteronomium
32:21 en Jesaja 65:1,2 in deze
verzen 20,21 van Romeinen 10.
Het ongeloof van Israël kan nu
herleid worden naar iets in de
leden van dat volk zelf. Nu blijkt
de harde nek, hun weerspannig
zijn. Ze blijven tegenspreken.
Hoe kan dat? Ze hebben zoveel
gezien en gehoord van God. En
toch zo’n gedrag? Paulus zal in
Romeinen 11 antwoord geven
en richt onze aandacht op God
en wat Hij doet. De apostel zal
genade evangeliseren, en geen
schuld. De heerlijkheid van God
zal naar voren komen.  

Woord vandaag

Jesaja echter waagt het en zegt:
Ik ben gevonden door wie Mij 
niet zoeken; Ik werd vertoond 
aan wie niet naar Mij vragen
   
Romeinen 10:20

God heeft de deur naar de natiën
geopend. En dat zorgde voor de
jaloerse reactie van Israël. God
werd gevonden door mensen uit
de natiën die als geheel Hem niet
zochten. Hij werd vertoond aan
onder natiën die niet naar Hem
vragen. Nochtans vroeg het volk
Israël niet naar God Die zó warm
van hart bleek. Integendeel was
zij jaloers.
Voor die houding is geen excuus
bij Israël. Thora meldt, dat God
barmhartig en genadig is, groot
in goedgunstigheid en trouw.

Woord vandaag

Maar ik zeg: Wist Israël het 
helemaal niet? Eerst zegt Mozes:
Ík zal naijver opwekken bij jullie 
over wat geen natie is, door een 
onverstandige natie zal Ik jullie 
ergeren.
            Romeinen 10:19

De jaloersheid werd bij Israël
gewekt doordat het woord of
uitspraak over Christus uitging
naar de natiën. Paulus citeerde
Psalm 19:5 (in Rom.10:18) en
gaf daarmee aan: dit woord
aangaande Hem is verder
uitgegaan dan de grens van
het land Israël. Ja, daar werd
een deur van geloof geopend
van de natiën (Hand.14:27).
Dát wekte de jaloersheid van
met name de orthodoxie van
Israël op. Er ontstonden, te
midden van de natiën buiten
Israël, geloofsgroepen.
Die beweging noemt Paulus:
wat geen natie is en een
onverstandige natie
.
Daarmee is het lichaam van
Christus nog géén ‘volk’ zoals
Israël dat is.