Woord vandaag

van wie de vaders zijn en uit wie 
de Christus naar het vlees is, Die 
is over allen. God zij gezegend 
voor de eonen. Amen!

Romeinen 9:5

‘De vaders’ zijn Abraham, Isaäk,
Jakob, Jozef. Het voorgeslacht.
Dat houden zij in ere, en Paulus
wijst daarop. Aan die vaders zijn
rijke beloften gedaan die hun
God en Vader zal waarmaken.
Als hoogtepunt noemt hij, dat de
Christus, de Messias (Gezalfde),
óók uit Israël is voortgekomen.
Die staat ver boven alle vaders:

Die is over (boven) allen.

Het draait om Hem. HIJ vervult
alle typen en schaduwbeelden.
We roepen met Paulus dankend
mee:
God zij gezegend voor de eonen!

Woord vandaag

die Israëlieten zijn, van wie de 
zoon-plaatsing is, en de 
heerlijkheid en de verbonden en 
de wet-plaatsing, en de dienst
aan God en de beloften
         Romeinen 9:4

De beloften worden als laatste in
de rij zegeningen genoemd:

aan Abraham nu werden de
beloften uitgesproken en aan
zijn zaad. Hij zegt niet: aan zijn
zaden, als over velen, maar als
over één: ‘en aan uw zaad’, dat
is Christus

      Galaten 3:16; Genesis 22:18

Deze belofte werd herhaald aan
Isaäk en Jakob. Ook waren aan
het volk Israël op zich beloften
gegeven, die niet door de hun
gegeven wet (en overtreden
ervan) ongeldig werden.
Zij zullen koningen en priesters
op aarde zijn, en het grote licht
voor de natiën, door hun Messias
Jezus Christus, het Licht van de
wereld.

Woord vandaag

die Israëlieten zijn, van wie de 
zoon-plaatsing is, en de 
heerlijkheid en de verbonden en 
de wet-plaatsing, en de dienst
aan God en de beloften
         Romeinen 9:4

Israël -als uniek volk van God-
ontving de dienst aan God en
de beloften. De priesters en de
levieten dienden bij tabernakel
en tempel. Dat is de dienst die
schaduw is van de goddelijke
dienst van de hemelsen
, zoals
genoemd in Hebreeën 8:5.
Anderzijds was deze aan Israël
gegeven dienst typologisch een
voorafschaduwing van wat in
Christus vervuld zou worden.
In wezen spreekt alles van de
tabernakel en de tempel van
Hem, Die komen zou.

Woord vandaag

die Israëlieten zijn, van wie de 
zoon-plaatsing is, en de 
heerlijkheid en de verbonden en 
de wet-plaatsing, en de dienst
aan God en de beloften
         Romeinen 9:4

God sloot verbonden met Zijn volk
Israël; er bestaat geen verbond uit
God met de volkeren. Te Zijner tijd
zal God met Israël in het nieuwe
verbond één zijn, als hun God en
Redder. Dit geldt niet het lichaam
van Christus. Verder gaf God via
Mozes de Thora aan het volk, als
een verbond – een huwelijk. Dit
ging mis. Niettemin was de Thora
een uniek onderricht; Jahweh had
het niet aan de volkeren rondom
gegeven. Als de christenen en de
gelovigen dit goed vast hadden
gehouden, was de verwarring niet
zo groot geweest. Dank God, voor

de overstromende genade in deze
bijzondere tijd!

Woord vandaag

die Israëlieten zijn, van wie de 
zoon-plaatsing is, en de 
heerlijkheid en de verbonden en 
de wet-plaatsing, en de dienst
aan God en de beloften
         Romeinen 9:4

Aan Zijn geliefde volk Israël had
God veel geschonken. Allereerst
de woorden van God, Romeinen
3:2,3. Zij waren collectief en als
individuen als zoon gesteld. Uit
Egypte geroepen. Dat zoonschap
zullen zij uitoefenen als onder
andere de mannelijke zoon uit
Openbaring 12. Dat is tevens een
deel van hun heerlijkheid; maar
dat was ook de leiding door de
wolk- en vuurkolom. Dat was de
heerlijkheid van Jahweh; tempel
en Tabernakel bevatten iets van
Zijn grootheid in het heilige van
de heiligen. In nabije toekomst is
hun heerlijkheid in de Messias,
Jezus, Die komt om te verlossen.