Woord vandaag

Wij vragen jullie nu, broeders, 
aangaande de aanwezigheid 
van onze Heer Jezus Christus 
en onze opzameling tot Hem

    2 Thessalonicenzen 2:1

De twee brieven aan de plaat-
selijke ekklesia in Thessaloniki
spreken van onze verwachting.
Paulus bespreekt in verband 
daarmee allerlei waar mensen 
mee kunnen zitten. Met alleen
kennis van Tenach is het lastig
te zien hoe en/of wanneer Zijn
heerlijke aanwezigheid zal zijn. 
Verwarring daarover is logisch. 
Daarom schrijft hij zijn tweede 
brief. In dit vers noemt Paulus  
Zijn aanwezigheid en onze op-
zameling tot Hem
. Dit spreekt
van de bazuin van God en wat
daarbij gebeurt. Opzameling
is een mooie beeldspraak voor
onze ontmoeting met Hem in
de lucht. 

Woord vandaag

zodat de naam van onze Heer 
Jezus wordt verheerlijkt in jullie 
en jullie in Hem, 
in overeenstemming met de 
genade van onze God en van 
de Heer Jezus Christus.

     2 Thessalonicenzen 1:12

Door alles heen is dit de bedoe-
ling: wij zijn tot Zijn eer. Wat Hij 
doet, door de kracht van Zijn 
opstanding
, is veel. Paulus kon
vaststellen, dat hij meer arbeid
verrichtte dan de andere apos-
telen (die van de Besnijdenis).
Hij schrijft: niet ik echter, maar
de genade van God die samen
met mij is
 (1 Corinthiërs 15:10).
Dat zegt hij in het gedeelte dat
spreekt van de opstanding en 
levendmaking van allen. Die 
gigantische kracht werkt in u,
jou en mij. Zodat het lege, nut-
teloze, ijdele, van onze eigen 
kracht en inspanning blijkt. En 
des te beter en duidelijker dat 
God alles bewerkt.
 

Woord vandaag

Daartoe bidden wij ook altijd 
aangaande jullie, opdat onze 
God jullie de roeping waardig 
acht, en alle welbehagen van
goedheid, en het werk 
van geloof, in kracht vervult
    2 Thessalonicenzen 1:11

Hiervan kun je, als je wettisch 
denkt, in de kramp komen. Je
kunt denken, dat je erg je best 
moet doen om waardig te zijn 
voor God als de Heer komt. In
zijn gebed bidt Paulus juist dat
God wat nodig is -Zijn kracht- 
zichtbaar zal maken in en door
de gelovigen. Net als Hij in de
apostel zelf werkte en Paulus 
in dank constateerde, dat God 
de Vader, hem waardig achtte.
In genade zijn wij geredden

Woord vandaag

wanneer Hij zou komen om ook
verheerlijkt te worden in Zijn 
heiligen en verbaasd te worden 
in allen die geloven (omdat ons 
getuigenis tot jullie geloofd 
werd) die dag.

      2 Thessalonicenzen 1:10

Zijn komst, de onthulling van 
Jezus Christus, zal de heiligen
van Israël heerlijkheid geven.
Al de mensen die dan geloven 
(misschien wereldwijd niet zo
veel meer) zijn dan verbaasd
dat Hij er ineens is. Einde van 
de verdrukking, die in die tijd
zeer groot zal zijn. Paulus zegt
hier iets over de verwachting
voor hen die de wereldwijde,
komende grote verdrukking op
aarde meemaken. Leden van 
het lichaam van Christus zijn 
voor die verdrukking weg. 
De geweldige en genadevolle 
troost die zij hebben, had de
apostel in zijn eerste brief al
aan hen gemeld.