Woord vandaag

en ingeval dat 
iets anders de gezonde 
onderwijzing tegenstreeft
   1 Timotheüs 1:10

De gezonde onderwijzing is het
goede nieuws, en dat zou liefde
uit een zuiver hart opleveren.
En dat doet het ook, als God je
hart, net als dat van Lydia (zie
Handelingen 16:14) opent. Dan
leidt dat tot dienstbetoon en 
oprechte gastvrijheid (16:15). 
In deze tijd van genade zou het
gezonde onderwijs van Paulus
klinken. Wanneer vertroebeling
optreedt, is de tegenwerker via
(het vlees van) de mens bezig
(16:16-22).
Ja waar de geest van de Heer
werkt, is ware vrijheid. Niet om
in godsdienstig opzicht ‘de weg 
van Kaïn’ te bewandelen, maar
(de brieven van) Paulus te volgen.
Evenmin is dat vrijheid om te 
doen en te laten wat je (vanuit
je vlees) wil. Het is: om God te 
dienen in ootmoedigheid
. Dat 
is vaak niet ‘spectaculair’ in het 
oog springend, maar stilletjes, in
het dagelijks leven dienend tot 
Zijn eer zijn. 

Woord vandaag

Het is de 16e Nisan vandaag,
de dag waarop volgens Thora,
Leviticus 23:11, op ‘de dag na
de sabbat’ de eerstelinggarf
(schoof) voor het aangezicht
van Jahweh bewogen moest
worden.

In het oplichten naarbinnen één 
van de sabbatten kwam Mirjam 
van Magdala en de andere 
Mirjam om het graf te bezien.
En zie! Een grote beving vond
plaats, want een boodschapper 
van de Heer was afgedaald uit 
de hemel en kwam nader en 
rolde de steen van de deur-

(opening) en zat er bovenop.
En zijn verschijning was als
bliksemlicht en zijn kledij wit 
als sneeuw. Uit vrees nu voor 
hem beefden de wachten en 
werden als doden. De
boodschapper nu, antwoordde 
en zei tot de vrouwen:
“Vrezen júllie niet, want ik weet,
dat jullie Jezus, de Gekruisigde, 
zoeken. Hij is niet hier, want Hij 
is opgewekt, zoals Hij gezegd 
heeft. Kom hierheen, zie de 
plaats waar de Heer lag. En, 
ga snel, zegt tot Zijn discipelen 
dat Hij opgewekt werd vanuit 
de doden, en zie, Hij gaat jullie 
voor naar Galilea. Daar zullen
jullie Hem zien. Zie, ik heb het 
jullie gezegd!”
          Mattheüs 28:1-7

De Heer Jezus stond op uit de
dood! Zoals de boodschapper
meedeelde: Hij is hier niet, Hij
is opgewekt! Hij leeft!
Hij werd ook opgewekt op de
derde dag
naar de Schriften,
zoals Paulus vaststelt in
1 Korinthiërs 15:4. Een glorieus
gebeuren, waarvoor specifiek
een wacht was gezet, de tombe
verzegeld.
Dat gebeurde op de 16e Nisan,
eerste dag van de omertelling,
de dag waarop de eerste oogst
van gerst binnenkomt. En dit
was één van de sabbatten. De
opstanding van Christus was op
een sabbat. Dit was op zaterdag,
de gewone weeksabbat. En was
tegelijk met de start van het tellen
van 7 (week)sabbatten tot
aan Shavuot, Wekenfeest.
De uitdrukking de dag na de
sabbat
lezen we in Leviticus 23:
11. Dat is de grote jaarsabbat,
bedoeld in Leviticus 23:7.
En deze ‘dag na de sabbat’ was
in het opstandingsjaar van onze
Heer een weeksabbat. Dit wordt
zeer goed onderbouwd in de
nieuwe brochure:

Jezus is opgestaan!
Welke dag was het?

U kunt deze gratis brochure via
gorterd@protonmail.com aan-
vragen, die wordt dan kosteloos
aan u toegestuurd.  

Woord vandaag

Vandaag de 15e Nisan, is de grote
jaarsabbat voor Israël. Tegen de
avond waren de vrouwen gehaast
specerijen wezen inkopen, om,
als deze sabbat voorbij was, Hem
te kunnen verzorgen.

Nu het avond werd, kwam een
rijk man van Arimathea, Jozef
genaamd, die ook zelf discipel
van Jezus was.

Die ging naar Pilatus, hij vroeg
om het lichaam van Jezus. Toen
gaf Pilatus bevel dat het lichaam
teruggegeven zou worden.
En Jozef nam het lichaam,
wikkelde het in zuiver fijn linnen,
en legde het in zijn nieuwe graf,
uitgehouwen in de rots. En na
een grote steen voor de ingang
van het graf gewenteld was,
ging hij weg.
Nu was daar Mirjam van
Magdala en de andere Mirjam,
tegenover het graf, zittend.
In de ochtend nu, welke na de
voorbereiding(sdag) is, kwamen
de overpriesters en de Farizeeën
bij Pilatus bijeen, en zeiden:
heer, wij herinneren ons, dat
deze misleider zei, nog levend:
na drie dagen zal Ik opgewekt
zijn. Beveel dan, dat het graf
tot de derde dag toe beveiligd
wordt, opdat Zijn discipelen
Hem ’s nachts misschien niet
komen stelen en tegen het volk
zeggen: Hij is opgewekt uit de
doden.
En zal de laatste dwaling erger
zijn dan de eerste. Pilatus zei
tegen hen: Jullie hebben een
wacht; ga heen, verzekert het
naar jullie beste weten. Zij nu
gingen heen en verzekerden
het graf met de wacht, en
de steen verzegelden zij. Het
was nu avond van de sabbatten.
         Mattheüs 27:57-66

Hier lezen we, wat Paulus in 1
Korinthiërs 15:3,4 schrijft, dat
Christus voor onze zonden
stierf, naar de Schriften, en dat
Hij begraven werd.
Dat laatste
was óók naar de Schriften.
Jozef van Arimathea begroef
Hem nadat Hij in linnen was
gewikkeld. Zorgvuldig werd Hij
in een nog nieuw graf gelegd.
De beide Mirjams keken toe.
In dit stukje lezen we over twee
avonden; tegen de avond, nog
voordat de grote jaarsabbat,
de 15e Nisan begon, legde Jozef
Hem in het graf. In de ochtend
daarop, dan is het de 15e Nisan
waarop geen enkel dienstwerk
gedaan mocht worden, gingen
de Farizeeën en overpriesters
naar Pilatus. Ondanks sabbat
maakten zij zich erg druk. Zij
kregen een wacht mee, en zij
zorgden voor verzekering en
verzegeling van het graf. Grote
ijver, nota bene op de grote
jaarsabbat! Dan eindigt de dag;
het is: avond van de sabbatten.
Het is de avond die de grote
jaarsabbat afsloot en tegelijk
de avond waarmee de week-
sabbat, de 16e Nisan, begon. In
die dag zou iets enorms gaan
plaatsvinden, op de derde dag,
zoals het Grieks nauwkeurig
zegt. En wij? Wij denken na over
het indrukwekkende lijden en
sterven van onze Heer, Redder,
Die ons Hoofd is.
Dan ben je als vanzelf stil.
Vader, dank U wel.

Woord vandaag

Nu is het de 14e Nisan, de dag
van het Pesach. Voor Israël
begon deze gisteravond bij het
ondergaan van de zon. Toen at
de Heer met Zijn discipelen de
Seder maaltijd. In Jeruzalem
was vandaag, ’s middags om 3
uur bij de tempel het moment
dat dieren (lammeren) geslacht
werden.

En terwijl Hij Zijn kruis droeg,
ging Hij de stad uit naar de
zo genoemde Schedelplaats,
die Hebreeuws: Golgotha heet.
Daar kruisigden ze Hem en
met Hem twee anderen aan
elke kant, Jezus echter in het
midden. En Pilatus liet ook
een opschrift schrijven en op
het kruis zetten;
er was echter geschreven:
JEZUS DE NAZARENER,
DE KONING VAN DE JODEN.

Nadat de soldaten dan Jezus
gekruisigd hadden, namen zij
Zijn kleren en maakten vier
delen, voor elke soldaat een
deel, en zij namen ook het
onderkleed. Het onderkleed nu
was zonder naad, van bovenaf
als één geheel geweven.

Zij dan zeiden tegen elkaar:
Laten wij dat niet scheuren,
maar laten wij erom loten voor
wie het zal zijn.
Opdat het Schriftwoord vervuld
zou worden dat zegt: Zij hebben
Mijn kleren onder elkaar verdeeld
en over Mijn kleed hebben zij het
lot geworpen. Dit hebben dan de
soldaten gedaan.

Hierna zei Jezus, omdat Hij wist
dat nu alles volbracht was, opdat
het Schriftwoord vervuld werd:
Ik heb dorst!

Er stond dan een kruik vol zure
wijn en ze vulden een spons met
zure wijn, omwikkelden die met
hysop en brachten die aan Zijn
mond. Toen Jezus dan de zure
wijn genomen had, zei Hij:
Het is volbracht! En Hij boog het
hoofd en gaf de geest.

Johannes 19:17-19, 23-24, 28-30
In de ochtend om 9 uur (het derde
uur, Joh.19:14) werd Hij weggeleid
om gekruisigd te worden. Het was
de voorbereidingsdag van Pascha.
De volgende dag, de grote ‘jaar’-
sabbat, de 15e Nisan – zou komen.
Daarom mochten de lichamen niet
aan het kruis blijven (Joh.19:31).
Twee anderen aan elke kant, dit
kun je lezen als dat vier anderen
met Hem gekruisigd werden, twee
rovers en twee misdadigers. Zoals
Paulus in Romeinen 6 aangeeft,
dat de oude mens(heid) tezamen
met Christus gekruisigd werd.
Dat zijn u, jij en ik, alle mensen.
De Ene met vier anderen; soldaten
bij het kruis verlootten Zijn kleden
in vier met één onderkleed zonder
naad geweven. Opnieuw vier met
één, heel symbolisch. Vervuld is
toen wat Psalm 22:19 zegt.
Met het ‘Mij dorst’ sprak Hij ook
wat in Psalm 22:16 staat en door
Hem zure wijn te laten drinken
werd ook Psalm 69:22 vervuld.
Daarna sprak Hij, toen Hij wist
dat alles volbracht was (Joh.19:28)
en het nodige laatste woord zei:

Het is volbracht! (Psalm 22:32c).
En Hij gaf de geest terug aan de
Vader Die deze gegeven had.

Het werk, inclusief diep lijden,
was gedaan. Dit volbrachte werk
zorgt ervoor, dat heel de wereld
nog steeds kan genieten van de
verzoening die God tot stand
bracht. Het is de boodschap die
nog steeds in deze tijd klinkt. De
verzoening door God, in en door
Christus, is heerlijk goed nieuws
(Rom.11:15; 2 Cor.5:18,19) voor
de wereld. Laten wij dat vooral
rondbazuinen.  

Woord vandaag

Het is de 13e Nisan, en de Heer
stuurt Zijn discipelen erop uit
om de Seder maaltijd, Pesach,
gereed te maken. In de avond
begon de 14e Nisan en wilde Hij
met de Zijnen deze maaltijd
houden.

De dag van de ongezuurde broden
brak aan, waarop men het Pascha

moest slachten. En Hij stuurde
Petrus en Johannes eropuit en zei:
Ga heen, maak voor ons het
Pascha gereed, zodat wij het
kunnen eten. Zij nu gingen weg
en vonden het zoals Hij hun
gezegd had; en ze maakten
het Pascha gereed.

En toen het uur gekomen was,
ging Hij aan tafel aanliggen, en
de twaalf apostelen met Hem.

En Hij zei tegen hen: Ik heb er
vurig naar verlangd dit Pascha
met jullie te eten, voordat Ik ga
lijden. Want Ik zeg u dat Ik daar
zeker niet meer van zal eten,
totdat het vervuld is in het
Koninkrijk van God. En nadat
Hij een drinkbeker genomen had
en gedankt had, zei Hij: Neem
deze en deel hem onder elkaar.

Want Ik zeg u dat Ik niet drinken
zal van de vrucht van de wijnstok,
totdat het Koninkrijk van God
gekomen is. En Hij nam brood
en nadat Hij gedankt had, brak
Hij het en gaf het aan hen met
de woorden: Dit is Mijn lichaam,
dat voor jullie gegeven wordt.
Doe dat tot Mijn gedachtenis.
Evenzo nam Hij ook de drinkbeker
na het gebruiken van de maaltijd
en zei: Deze drinkbeker is het
nieuwe verbond in Mijn bloed,
dat voor jullie vergoten wordt.

          Lucas 22:7,8,13-20

‘De dag van de ongezuurde broden’
is de 14e Nisan, men had Matzot
op tafel bij Seder. Het ‘feest’ van
de ongezuurde, was van 15-21
Nisan. De Heer at met de twaalf
Pesach, het geslachte lam, type
van wat Hij Zelf op die dag zou
zijn. Hét Lam van God. Hij maakte
van de gelegenheid gebruik om
er een nieuw karakter aan te
geven. Het nieuwe verbond in
Zijn bloed. Brood representeert
Zijn lichaam, dat voor jullie
gegeven wordt
, zei Hij. En de
inhoud van de beker was de
representatie van Zijn bloed.
Het was een bewogen gebeuren;
de Heer stelt vast dat Hij pas
later, in het (aardse) koninkrijk
van God, dit opnieuw met hen
zal eten en drinken. Naar de
Zijnen toe zegt Hij: doe dit tot
Mijn gedachtenis
.
Woorden, die Paulus citeert als
hij de maaltijd aanhaalt in de
eerste brief aan de Korintiërs.
De apostelen zouden dit doen,
en dat is ook voor degenen die
uitgeroepenen in het koninkrijk
zullen zijn.
Hij sloot af met verwijzen naar
Zijn bloed, waarover de apostel
Paulus later aan de Romeinen
schreef: wij, als gelovigen, zijn
gerechtvaardigd in Zijn bloed,
Romeinen 5:8,9.
En alleen hierdoor zijn wij van
de verontwaardiging gered.
Vader, dank U wel.