Woord vandaag

die sommigen uitdragen. 
Aangaande het geloof wijken 
zij af. De genade zij met jullie. 
Amen.
    
1 Timotheüs 6:21

Ook in Paulus’ dagen tastte 
filosofie van mensen geloof  
aan. Denken we terug aan 
1 Timotheüs 4:1, dan zijn de 
misleidende geesten oorzaak. 
Leringen van demonen deden
hun geloofsafbrekend werk.
We lazen daar: van het geloof 
af gaan staan.
 Paulus zegt hier
nogeens: van geloof afwijken
Letterlijk: on-grondbeginselen. 
Men verliet de grondbeginselen 
van geloof, om ze in te ruilen 
voor de wereldse, zoals wet, 
opgelegde regels en geboden 
van mensen, religie.
Vandaar het passende slot:
de genade zij met jullie

Woord vandaag

O Timoteüs, bewaak het jou 
toevertrouwde, je afwendend 
van het onheilige, lege gezwets 
en van de tegenstellingen van 
de vals genoemde: kennis.
    
1 Timotheüs 6:20

De ‘vals genoemde kennis’ is
waaschijnlijk de gnostiek zoals
die toen als filosofie gelovigen 
aantrok. Men kon door zekere
kennis ‘hoger niveau’ bereiken
en zichzelf kennen. 
Mogelijk kunnen we ook aan
‘de wetenschap’ en de ermee
verbonden filosofie denken.
Ook die kent tegenstellingen 
die onoplosbaar zijn. Men ziet
in wetenschappelijke kringen
meestal niet de Schrift als de
leidraad voor wetenschaps- 
beoefening.
Daarop is dit woord uit deze
brief van toepassing. Wat wij
zouden bewaken en bewaren
is het kostbaarst: de Schrift.
Dáár luisteren wij naar; de
gezonde woorden.

Woord vandaag

O Timoteüs, bewaak het jou 
toevertrouwde, je afwendend 
van het onheilige, lege gezwets 
en van de tegenstellingen van 
de vals genoemde: kennis.
    
1 Timotheüs 6:20

Niet luisteren naar onheilig, 
leeg geluid (gezwets). Dat was
ook toen volop te horen. Het 
zijn de gedachten, filosofieën
van mensen. Uiteindelijk zijn
die leeg, blijvende vrede en 
vreugde ontleen je daar niet
aan. Je ‘stapelt’ er geen echt
fundament mee op voor ‘die 
dag’ (zie vers 19).    
‘Het toevertrouwde’ is het 
evangelie van de heerlijkheid
van de gelukkige God, zoals 
genoemd, 1 Timotheüs 1:11.
Het is dat wat Christus Jezus 
via Paulus aan Timotheüs gaf.
Om te bewaren, bewaken. 
De genade van Christus Jezus
is wat Timotheüs door zou 
geven, overal waar hij zou 
komen.

Woord vandaag

voor zichzelf een uitstekend 
fundament als schat 
opstapelend voor dat wat 
op het punt staat te komen, 
opdat zij het werkelijke leven 
grijpen
        1 Timotheüs 6:19

Wat je geeft uit liefde van God 
(niet: humane liefde) aan de
ander, zal ook ná de bazuin bij
de bèma (erepodium) blijken.
De Heer zal loon, een prijs, in
Zijn genade, uitdelen. En dan 
zal de betreffende gelovige in
waarheid erkennen dat Gods
geest het bewerkte. Kortom:
ook dan alle eer voor de Heer. 
Wat je in Zijn liefde doet, zal
‘opstapelen’ waarmee je ‘het 
werkelijke leven grijpt’. Dat is
geen voorwaarde; het is het 
eonische leven nu al (be)leven.  

Woord vandaag

om het goede te werken, rijk 
te zijn in uitstekende werken, 
vrijgevig te zijn en 
gemeenschappelijk
         1 Timotheüs 6:18

God geeft rijkdom, anders had
Hij het tegengehouden. Velen
worden niet rijk, materieel, en
dat is goed. Maar degenen die
wel rijk zijn, kunnen dat delen,
dat is het goede te werken
Er wordt ook gezegd: ‘laat je 
linkerhand niet weten wat je 
rechterhand doet’. 
Ofwel: anderen hoeven niet 
te weten, God weet het, Hij 
heeft de blijmoedige gever
lief. Als je een ander in nood 
kan ondersteunen, doe het.
Het is beter te geven dan te 
ontvangen, zei de Heer. 
Ook in materieel opzicht.
God geve, dat wie rijk zijn,
gemeenzaam zijn; want het 
is je eigen ‘familie’.