Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

want indien jullie naar het vlees
leven, staan jullie op het punt 
van sterven. Indien jullie echter 
door de geest de praktijken van 
het lichaam ter dood brengen, 
zullen jullie leven.
           Romeinen 8:13

Het slot van gisteren was:
De Heer is onze prioriteit in ons
leven. Mensen hebben allerlei
idolen; geld, genot, zaken, sport,
intellectueel bezig zijn, materie
(verzamelen) et cetera. Dit is in
wezen net als de ‘primitieven’,
die houten en stenen afgoden
aanbaden. Paulus vat dit samen 
met: hebzucht is afgodendienst
(Kolossenzen 3:5). Ook gaat het
om de praktijken, het lichaam is
juist het instrument voor God.
Ter dood brengen: hoererij, 
onreinheid, hartstocht, kwade
begeerte (Kolossenzen 3:5); in
dat vers staat een nog sterker
woord: doen afsterven. 
In de kracht van de geest van 
God, biddend, afhankelijk van
Hem. 

want indien jullie naar het vlees
leven, staan jullie op het punt 
van sterven. Indien jullie echter 
door de geest de praktijken van 
het lichaam ter dood brengen, 
zullen jullie leven.
      Romeinen 8:13

In deze figuurlijke taal spreekt 
de apostel ons aan. Het sterven
en leven wijst naar het directe,
bewuste contact met God. Richt
je je op je eigen leven (vlees) en
de wereld? Dan raak je contact
met God kwijt. In een klooster 
gaan (letterlijk of geestelijk) is
niet aan de orde. Dagelijks zijn
de verplichtingen (Kolossenzen
3:18-4:1 bijvoorbeeld). Matig 
gebruik van de schepping zegt
een eerdere brief (1 Kor.7:31)
ons. De Heer is onze prioriteit 
in alles. 

Dan zijn wij dus schuldenaren, 
broeders, niet van het vlees, 
om overeenkomstig het vlees 
te leven
    Romeinen 8:12

Het dus en dan wijst erop, dat
Paulus het gevolg van vooraf-
gaande verzen laat zien. 
Schuldenaar is afgeleid van het
werkwoord verschuldigd zijn.
Nu wij zo’n overmaat aan geest
ontvingen, zijn wij automatisch
niets aan het vlees verplicht.
De kracht van God werkt in ons
op een machtige manier. Zo zijn
wij in staat om voor Hem en op
Zijn Zoon gericht te leven.
De geest van Christus woont in
je als gelovige; daarbij maakt de
geest van God woning je hart.
Dat is veel, zo kun je zonder
gebondenheid leven.

Indien nu de geest van Hem, 
die Jezus opgewekt heeft uit 
de doden, in jullie woont, dan 
zal Hij, die Christus Jezus 
opgewekt heeft uit de doden, 
ook jullie stervende lichamen 
levendmaken door Zijn geest, 
die in jullie inwoont.
Romeinen 8:11

Het fijne aan de wijze waarop
Paulus schrijft, is dat je geen
voorwaarden leest. Gods geest
maakt woning in je. De slotzin
geeft dat aan, het twee keer
in is opvallend. Inwonen in de
gelovige. Dat geldt ons en alle
leden van het lichaam van de
Christus. Bijna kun je zeggen: 
het is dubbele kracht van God.
Want eerst klinkt: Hem, die 
Jezus opgewekt heeft uit de
doden. Daarna lees je: Hij die
Christus Jezus opgewekt heeft
uit de doden. 
Voor het tweede (verhoging
van Christus) was extra kracht
nodig, zegt Efeziërs 1:19. Die
bijzonder grote kracht werkt in
ons als gelovigen. 

Indien nu de geest van Hem, 
die Jezus opgewekt heeft uit 
de doden, in jullie woont, dan 
zal Hij, Die Christus Jezus 
opgewekt heeft uit de doden, 
ook jullie stervende lichamen 
levendmaken door Zijn geest, 
die in jullie inwoont.
             Romeinen 8:11

De geest van God maakt nu
woning in ons; dat is in een
proces. Steeds sterker in de
loop van de tijd. Een sterke
God, onze Vader, heeft nu
beschikking over ons leven.
Wij stellen ons lichaam in de
dienst aan God; dat is logisch
volgens Romeinen 12:1,2.
De verheerlijkte Heer is nu 
al helemaal levend gemaakt
aan Gods rechterhand. Die 
grote God geeft steeds Zijn 
werkzame energie. Zo kan 
zelfs ons zwakke, stervende
lichaam tot Zijn eer ingezet
worden.