Woord vandaag

Wij nu zijn overtuigd in de Heer 
over jullie, dat wat wij jullie 
opdragen, jullie ook doen en 
zullen doen
      2 Thessalonicenzen 3:4

Wat de apostel in zijn brieven aan
gelovigen opdraagt, is altijd in de
genade van God. Tot voortgang
van het goede nieuws van de
gelukkige God. Paulus schreef aan
zijn medewerker Timotheüs:

opdat jij sommigen opdraagt niet 
anders te leren…zij willen leraren 
van de wet zijn, niet bevattend, 
noch wat zij zeggen, noch waar 
zij op staan
            1 Timotheüs 1:3b,7

Zo moest Timotheüs aan leraren
in zijn dagen iets opdragen, omdat
de genade aan de kant geschoven
werd. De Thessalonicenzen werd 
gezegd te blijven bij wat Paulus als
troost aan hen onderwezen had.

Woord vandaag

betrouwbaar echter is de Heer, 
Die jullie zal bevestigen en 
bewaken voor de boze

     2 Thessalonicenzen 3:3

De boze en onbehoorlijke mede
gelovigen; ze moeten daar zijn.
In een groot huis zijn instrumen-
ten tot eer – en sommigen tot  
alledaags gebruik gesteld. Hij, de
Heer, is betrouwbaar. We zien op
naar Hem, Die ons zó liefheeft. 
Hij zal bevestigen, vast maken én
bewaren (bewaken) van de boze. 
Die is immers al 2000 jaar bezig
gelovigen te misleiden en dwaling 
stelselmatig te verspreiden. Onder
gelovigen bevinden zich óók mede-
werkers die de waarheid in liefde 
vasthouden en uitdragen. Ook dat
kan alleen door genade van God 
zo zijn; daar leven wij allen in.  

Woord vandaag

en opdat wij geborgen worden 
voor de onbehoorlijke en boze 
mensen want het geloof is niet 
van allen
  2 Thessalonicenzen 3:2

Je kunt hier geloof ook lezen als
trouw. Dan gaat het om de cirkel 
van gelovigen, of breder: heel de
christenheid. Als eerste kun je op-
merken, dat God in deze tijd aan
de uitgekozenen geloof geeft. Dat
is volledig uit God. Als tweede zit
in trouw de gedachte, dat binnen
christendom sommigen ontrouw 
zijn. Zij verlieten hun door God 
gegeven plaats. Zij zijn kennelijk
misleid door de boze en binnen
de christenheid richten zij veel
(geestelijke) schade aan. 
Paulus wees de oudsten uit Efeze 
al op boze mensen, die als wolven 
tussen de schapen zijn.
Vandaar dit gebed van de apostel,
dat wij ook in gebed en voorbede 
meenemen. Vader bewaart!

Woord vandaag

en opdat wij geborgen worden 
voor de onbehoorlijke en boze 
mensen, want het geloof is niet 
van allen
  2 Thessalonicenzen 3:2

God bewaart op wonderlijke en
ongedachte manieren. Mensen
die onbehoorlijk zijn, weten hun
plaats niet. God draagt, zo zagen
we in de laatste Kolossenzen 
studie 32, met veel geduld. Wie? 
De instrumenten of vaten van ver-
ontwaardiging. God plaatst alles 
in Zijn plan, en dat is óók zo in ge-
val van oneerbiedige mensen – 
voor de dag van gericht. Degenen, 
die bestemd zijn om dat mee te 
maken, zijn onbehoorlijke mensen. 
Paulus bidt om bewaring, want hij 
kreeg regelmatig met ze te maken. 

Woord vandaag

Overigens, broeders, bidt voor 
ons opdat het woord van de Heer 
rent en verheerlijkt wordt, zoals 
ook bij jullie

  2 Thessalonicenzen 3:1

Paulus had gebed en voorbede 
nodig. En de medewerkers even-
eens. Het ging niet om hen, maar 
om het woord van de Heer. Dát 
zou rennen, en daarom zette de
apostel zich met heel zijn wezen
in. Het is bijzonder fijn, als dat in
vele levens verheerlijkt wordt.
In de tijd dat de Heer op aarde 
was, zei Hij verheugd, dat God de
lof ontvangt uit de mond van de
kinderen. Als dat ook uit de mond
van (veel) volwassenen komt: alle
eer voor de God en Vader van on-
ze Heer Jezus Christus.