Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want ook toen wij bij jullie waren, 
zeiden wij tevoren tegen jullie, dat 
wij op het punt stonden verdrukt 
te worden, zoals ook gebeurd is – 
en zoals jullie weten.
         1 Thessalonicenzen 3:4

Je kunt zeggen: vanzelfsprekend
stonden Paulus en zijn medewer-
kers onder druk. Dat gebeurt met
degenen, die de waarheid van het 
evangelie spreken. Als het om de 
waarheid gaat, Jezus is Zelf de weg, 
de waarheid en het leven, en Hij 
kwam onder grote druk te staan. 
Hij werd zelfs tot de dood van het 
kruis veroordeeld. 
Maar de leiders en oversten van 
deze wereld werden te kijk gezet, 
toen Hij was opgewekt uit de do-
den. Als ze dat hadden geweten,
dan zouden zij de Heer van de
heerlijkheid niet gekruisigd hebben.
Dat had met de wijsheid van God,
die verborgen was van vóór de
eonen, te maken. Het leidde tot
onze heerlijkheid! 

om niemand te laten wankelen 
in deze verdrukkingen. Want jul-
lie weten zelf dat wij daartoe ge-
steld zijn.  
        1 Thessalonicenzen 3:3

Onder druk en verdrukking kun 
je als mens gaan wankelen. Er 
wordt wel gezegd: ‘onder druk
wordt alles vloeibaar’. Je ziet, 
dat mensen waar je het niet van
verwacht, onder druk meegaan
met wat hen onder druk zet. On-
der de grote verdrukking, die zal
komen, zullen velen bezwijken 
en het merkteken van het beest
aanvaarden (Openbaring 13:16,
17). Alleen door bijzonder ver-
mogen zal een mens dat kunnen
weerstaan. Maar, die tijd is nog
toekomstig, dat zal zo zijn ná de
bazuin van God. Nu, in deze tijd 
geeft God in Zijn evangelie van 
genade de kracht om staande te
blijven, tot Zijn eer.

En wij zonden Timotheüs, onze 
broeder en dienaar van God in 
het evangelie van Christus, om 
jullie stevig te maken en te be-
moedigen ten behoeve van jul-
lie geloof
      1 Thessalonicenzen 3:2

Een betrouwbare broeder als de-
ze, nog jonge Timotheüs werd ge-
stuurd. Om de Thessalonicenzen 
te bemoedigen in het geloof. 
Wellicht hadden sommigen door 
de verdrukkingen de moed wat 
verloren en wankelden in het ge-
loof. Daarom zegt Paulus: stevig 
te maken. Wat ze nodig hadden, 
was het evangelie van Christus, 
dat een en al genade inhoudt. Ja, 
dat kunnen wij in ons leven goed 
gebruiken, woorden van geloof 
en het uitstekende onderricht. 
Laat in je oren, ogen en hart dát 
instromen en kijk wat het met je 
(onrustige) gedachten, hart doet!

Daarom, toen wij het niet meer 
uithielden, achtten wij het goed 
alleen in Athene achtergelaten
te worden.
          1 Thessalonicenzen 3:1

Paulus stuurde zijn zoon in het ge-
loof, Timotheüs, naar Thessaloniki.
De apostel was daar zelf slechts en-
kele weken geweest. De verdruk-
king was hevig (1 Thes. 2:14). En
hij werd zelf verhinderd door de
satan (1 Thes. 2:18); niettemin wil-
de hij hen bemoedigen.
Samen met Silas nam Timotheüs
wellicht deze brief mee en zij ver-
lieten Athene om de gelovigen op
te zoeken. Iets hiervan herkennen
we in onze dagen. De druk neemt
toe en het is niet mogelijk elkaar
op te zoeken rondom het woord.
Nochtans is het woord van God in
deze tijd niet gebonden! Dát gaat
verder. En het is het enige dat wa-
re troost, licht en uitzicht geeft.
Zicht op Hem, Die ons onuitspreke-
lijk liefheeft: God, de Vader.

Want júllie zijn onze heerlijkheid 
en vreugde.
        1 Thessalonicenzen 2:20

Bij Paulus was dat reeds het ge-
val toen hij zijn brieven aan hen
schreef. De vreugde die het evan-
gelie van de genade van God in
Christus bracht en brengt, is groot.
Natuurlijk is in de grondtekst het
woord genade nauw verbonden
met vreugde. Zo is dat bij ons -en
vele anderen voor ons- geweest.
Het kan wel een tijd duren voor-
dat het hart de genade van God in
waarheid leert (Kolossenzen 1:6)
kennen. Die hele brief spreekt van
het geheimenis van Christus, dat
bol staat van de liefde van God.