Woord vandaag

Jullie zijn getuigen, en God, hoe 
goedgunstig en rechtvaardig en 
onberispelijk wij geworden zijn 
voor jullie die geloven
        1 Thessalonicenzen 2:10

God was getuige (vers 5), en de
Thessalonicenzen konden óók ge-
tuigen. Hoe God Paulus gebruikte
en veranderd had. Van een woes-
te, onrechtvaardige die tot en met
tekeer ging tegen de gelovigen, in
een goedgunstig mens. Zo werkt
de genade van God door/in hem;
het maakte hem tot rechtvaardige
(uit geloof). De apostel volgt het
voorbeeld van Christus Jezus in
liefde, om onberispelijk te zijn. Zo
kon hij volop het evangelie van de
genade van God doorgeven.

Woord vandaag

Want jullie herinneren je, broe-
ders, onze moeite en inspanning: 
nacht en dag werkend om niet 
belastend te zijn voor iemand van
jullie, hebben wij aan jullie het 

evangelie van God verkondigd.
   1 Thessalonicenzen 2:9

Aansluitend wat hij zei over zelf
in levensonderhoud voorzien, is
dit het feit. Moeite, inspanning,
nacht en dag werkend. Overdag
tenten maken en al wat eventu-
eel nog kan. ‘S-nachts nadenken,
bidden, studeren om de heiligen
te voorzien van het goede voed-
sel: het evangelie van God. Dat is
in deze tijd overstromende gena-
de
. Een grote inspanning, moge-
lijk gemaakt door Gods liefde die
hem de energie gaf. Zo veel was
het, een groot voorbeeld. ‘Maar
niet ik, het is de genade van God
die met mij is’ – zei Paulus.

Woord vandaag

Zo zeer aan jullie gehecht, achten 
wij het goed met jullie niet alleen 
het evangelie van God te delen, 
maar ook onze eigen ziel, omdat 
jullie ons geliefd geworden waren.
       1 Thessalonicenzen 2:8

De hechte band tussen Paulus en 
de Thessalonicenzen lees je in dit
vers. De volgorde is, dat het gees-
telijke 
eerst komt. Het evangelie 
van God werd gedeeld en Paulus
maakte hen het nodige bekend.

Door die geestelijke band groeide
een verdere band: die van de ziel,
wat mogelijk het lijden aanwijst.
Gezamenlijk lijden, terwijl God de
Vader van het medelijden is en de
God van alle vertroosting. En kun-
nen we elkaar bemoedigen door
wat we zelf aan troost ontvingen.

Woord vandaag

Maar wij waren zachtmoedig ge-
worden in jullie midden, zoals in
het geval dat een voedster haar 
kinderen koestert.

        1 Thessalonicenzen 2:7

De vrucht van de geest is onder
meer zachtmoedigheid. Die was
zeker bij Paulus te zien; een won-
derlijke verandering, hij die vroe-
ger een geweldenaar was. Hij was
bezig de ekklesia van God te ver-
woesten (Galaten 1:13). Hij voed-
de, door Gods geest geleid, nu de
leden van het lichaam liefdevol.
Zo was een warme band met de
Thessalonicenzen ontstaan. Hij is
daar maar kort; maar vervolgens
bad en dankte voortdurend voor
hen. Hij had ze op zijn hart, wat
een voorbeeld voor ons!

Woord vandaag

Evenmin zoeken wij heerlijkheid 
vanuit mensen, noch van jullie, 
noch van anderen vandaan, hoe-
wel wij, als apostelen van Christus, 
tot last konden zijn.

              1 Thessalonicenzen 2:6

Paulus was op geen enkele manier
uit op winstbejag. Ook niet op eer
van mensen. Voor hem gold alleen
het belang van Christus Jezus. En
naar de regel had hij van het evan-
gelie kunnen leven: je zult een dor-
sende os niet muilbanden; de arbei-
der is zijn loon waard kun je lezen.
(1 Corinthiërs 9:1-19). Deze had hij
kunnen gebruiken om te laten zien
dat hij recht had op onderhoud. Dat
deed hij heel bewust niet en zag er-
van af. Zo kon hij zeggen: want vrij
van allen/alles, dien ik allen als slaaf.
Paulus was geen slaaf van mensen.
Hij diende God.