Woord vandaag

‘We zijn rijk als nieuwe mens.’

Zeker, het oude was zo anders:

want ook wij waren eens onna-
denkend, weerspanning, dwa-
lend, slavend voor velerlei be-
geerten en genot       
Titus 3:3

Dit is maar al te waar, en Paulus
zegt dat het bij hem zelf ook zo
was, hoewel hij onder de Moza-
ïsche wet leefde. Dat was geen
weerhouder, dus.

‘Het gericht zal komen.’

Bij de grote witte troon zal blij-
ken dat iedereen onder de zon-
de leefde en door het stervens-
proces zondigde. Voor degenen
die onder de wet van Mozes
waren, zal het nog erger zijn.
Romeinen 2:11-13 zegt dat. God
ziet de persoon niet aan, en als
je onder de wet was, zul je door
de wet geoordeeld worden.

 ‘Duidelijk.’

Ja onder de wet was Saulus net
zo onnadenkend, weerspannig,
dwalend en slaaf van begeerten 
en genot als de rest
. Bovendien
zegt hij: ook wij. Bedoelt hij dan
Titus en zichzelf? Kan niet, want 
Titus was geen Jood. Dus moge-
lijk bedoelde Paulus daarmee de
andere Joodse mensen en zijn ei-
gen persoon. Alleen Gods gena-
de kon en kan uitkomst bieden!

Woord vandaag

‘De liefde van de Vader.’

Die zien we in de Zoon en in wat
Hij deed, Wie Hij was en is. 

alle zachtmoedigheid betonend
naar alle mensen       Titus 3:2b

Dit is een aspect van de vrucht
van de geest. Paulus noemt deze
kostbare kwaliteit meerdere ma-
len in zijn brieven. Maar Jakobus
en Petrus ook. Volgens Efeziërs 
4:2 en Kolossenzen 3:12 gevolg
van de ootmoedige gezindheid.

‘Naar alle mensen.’

Alles is door de geest gewerkt in
de gelovige. Leraren als Timothe-
üs zouden met zachtmoedigheid 
de tegensprekers aanspreken. In
het algemeen zou dit onder gelo-
vigen volop aanwezig zijn. Hier in
Titus lees je naar alle mensen toe
en dat klinkt ook in Romeien 12;
daar het is vrede houden met al-
le mensen.

‘Alle mensen worden gered.’

Dat is het evangelie zoals Paulus
dat brengt. In Romeinen 5 klinkt
dat luid en duidelijk. Rechtvaardi-
ging van alle mensen en ze zullen
leven. In Adam allen; in Christus
diezelfde allen. Daaruit kunnen wij
nu zachtmoedig zijn naar alle men-
sen. Een andere houding – die van
de nieuwe mens!

Woord vandaag

‘Inschikkelijk zijn, dat was Hij.’

Als groot Voorbeeld voor ons,
ging Hij de weg van Vader. We
lezen verder in Titus:

..niemand te lasteren, vredelie-
vend te zijn, inschikkelijk, alle
zachtmoedigheid betonend aan
alle mensen         Titus 3:2

Het lelijke van lasteren is, dat je
je niet alleen boven een ander
stelt, maar de ander ook nog es
naar beneden duwt én bescha-
digt door wat je zegt.

‘Akelig, zoiets.’

Ja, bovendien belast je de ander
ook met wat je zegt. Laster ver-
oorzaakt nogal eens vechten. We
zijn daarmee bij vredelievend, en 
de grondtekst zegt: niet-vechten.
De verzoening van de wereld is
door Christus Jezus’ werk in kruis
en opstanding een feit. God re-
kent krenkingen niet toe. Zo ook
wij, onze houding is: vrede.

‘Inschikkelijk zijn.’

Het inschikkelijk klinkt ook bij de
opzieners (1 Timotheüs 3:3) en
in dat prachtige Filippenzen 4:5:

laat jullie inschikkelijk(heid) bij
alle mensen bekend worden

Dit is typisch voor de liefde, ge-
nade en verzoening die in het
evangelie van Paulus klinken.
Is groots, vanuit God. Na vele,
vele hints kwam, nadat Zijn ge-
liefde Zoon stierf en opgewekt
werd, Vaders liefde ten diepste
naar voren. Dat die via ons ge-
zien worde! 

Woord vandaag

‘Onderschikken is thema.’

Is binnenkant van de gelovige;
als je wil onderschikken, dan
komt dat van binnen uit. Het
van boven hard opleggen leidt
niet tot onderschikking, eerder
tot gehuichelde onderwerping.
Ware onderschikking roept de
Vader in liefdevolle prediking
van Zijn woord op. Dat is bepa-
lend, geen voet op de nek. God 
is het, die het willen én werken
bewerkt.

‘God stelt de overheid aan.’

Zoals we gisteren zagen, heb-
ben we onze plaats van God ge-
kregen onder wat Hij stelt. Alle
overheid is door Hem gesteld.
Ondanks stembusrondes in on-
ze dagen; God is het, die aan- 
en afstelt. Op Zijn tijd. Zijn plan
kent geen toeval. Daarom lees
je ook in Titus 3:1:

…zich te schikken en tot ieder
goed werk gereed te zijn

‘Ootmoedige houding.’

Dat zou gelovigen kenmerken;
de gezindheid van Christus. In
Zijn leven was dat bepalend. In
ons leven hebben we Hem als
geweldig Voorbeeld. Hij is het,
Die de leden van Zijn lichaam in
Zijn hand heeft en bepaalt. Voe-
ding ontvangt elk lid vanuit en
door het Hoofd, Christus. Zo is
elk lid betrokken bij goed werk; 
de opbouw van de gemeente.  

Woord vandaag

‘Alweer derde deel van Titus.’

Het gaat snel, zoals alles nu:

Herinner hen aan onderschikken
aan soevereiniteiten en gevol-
machtigden, zich te schikken
en tot ieder goed werk gereed te
zijn                           Titus 3:1

Eerder, in Titus 2:5 en 2:9 heb-
ben we gekeken naar het woord 
onderschikken. Dat is enigszins
vrijwillig. Geen dwang, vandaar
dat Paulus hier ook zegt, dat Ti-
tus het niet dwingend moet zeg-
gen, maar hen eraan herinneren.

‘Daarvoor lees je de Schrift.’

Eerder nog: bestuderen, onder-
zoeken. Lezen is nauwelijks ge-
noemd in de Schrift, we zouden
die horen en onderzoeken. Het
beluisteren van uitleg is goed; in
Handelingen had je de Bereeërs
die dagelijks de Schriften nalazen
of de dingen die verteld worden
ook naar de Schrift zijn

‘De autoriteiten gehoorzamen.’

In Romeinen 13:1-7 lees je het
woord gehoorzamen niet. Wél
nadrukkelijk onderschikken. Je
wil van binnenuit onderschikken
aan de overheden die God daar
gesteld heeft. Hij zet ons op on-
ze plaats onder die soevereini-
teiten en gevolmachtigden. Als
mens (ziel) is dat de plaats die
Vader ons geeft.