Woord vandaag

‘Geweldig evangelie kennen we.’

Dat is het evangelie, deze herauts-
boodschap
. De apostel zegt daarvan:

waarmee ik toevertrouwd werd in 
overeenstemming met de bepaling
van onze Redder, God    
Titus 1:3a

Dit wijst naar de unieke boodschap
die aan Paulus werd toevertrouwd
In contrast met het evangelie van de
besnijdenis. Dat werd aan Petrus en
de andere 11 gegeven.

‘God bepaalde dat zo.’

Tevoren was in Gods raadsbesluiten 
vastgelegd, dat Saulus, de ergste van
de zondaren, hét apostelschap van de
natiën zou ontvangen. Hij was daartoe
van de moederschoot af afgezonderd
(Galaten 1:15). In de tijd kwam de roe-
ping in genade om die te verkondigen
aan allen. De inhoud is, dat God Red-
der is: van alle mensen, inzonderheid 
van de gelovigen
.

‘Echt goed nieuws.’

Het evangelie, het goede nieuws is in
de kern:

dat Christus stierf voor onze zonden, 
overeenkomstig de Schriften, en dat 
Hij begraven werd en dat Hij werd op-
gewekt in de derde dag overeenkom-
stig de Schriften

                         1 Corinthiërs 15:3,4

Met alle bewijs dat daarna opgesomd
wordt door Paulus. Allen die de leven-
de Heer hebben gezien. Dit was nodig
en voldoende voor heel de schepping.

Woord vandaag

‘Gods plan kennen.’

Dat is erg veel waard. In Titus 1:2 zie
je dat Titus dat wel wist. Hij kende de
boodschap. In Titus 1:2 lees je meer:

Hij maakt echter Zijn woord openbaar
in de juiste era’s door de herautsbood-
schap 

Dat is het: het licht dat straalt door 
de woorden van God. Het wordt dui-
delijk wie God is. De belofte die eer-
der (vóór eonische tijden) werd vast-
gelegd, wordt hoorbaar.

‘Zo fijn dat we dit mogen kennen.’

We zijn uiterst bevoorrecht. Het eni-
ge evangelie dat zó veel licht, zó veel
genade van God, zó veel heerlijkheid 
in zich heeft. Het evangelie zoals de
apostel Paulus dat verkondigt. Het is
onthuld in de juiste era’s, exact op de
door Vader tevoren vastgestelde tijd.
Zie, nú is een dag van redding, zie nú
is een welaangename tijd!

‘Ja heerlijk, het geeft echte rust.’

Het wordt bekend door de herauts-
boodschap
. Dát zou in deze tijd ver-
kondigd worden. Géén filosofie, ge-
dachten van mensen. Het draait om
deze herautsboodschap. Titus zou dat
goed meenemen toen hij erop uit ge-
stuurd werd door Paulus. Het gaat in
de herautsboodschap niet om ‘hoe’ 
(laagdrempelig-makkelijk-gehoor kie-
telend) maar om inhoudhet evange-
lie 
is Gods kracht tot redding!

Woord vandaag

‘Fijn zo, Titus lezen.’

in verwachting van eonisch leven dat
de niet liegende God voor eonische tij-
den heeft beloofd
              Titus 1:2

Ook een woord dat ons bemoedigt en
opbouwt. Gisteren lazen we in vers 1,
dat wij uitgekozen gelovigen zijn, die 
groeien in erkenning van de waarheid.
Diezelfde waarheid zegt ons een ge-
weldige verwachting aan. Leven is er
in de toekomst: overvloedig, eonisch. 
Het is wáár; Paulus spreekt in vers 2 
van de niet liegende God.

‘Een en al zekerheid.’

Hij beloofde dat voor eonische tijden.
Dat duizelt in je gedachten: wat? Zo 
enorm lang geleden? Dat is heel wat!
Een notie die je bijna nooit hoort in al-
lerlei geloofskringen. Zo verbindt Pau-
lus het begrip tijd met eonisch. Daar-
uit lees je, dat eonen beperkt in tijd 
zijn. Daarnaast blijkt dat het bij eonen 
niet om geestelijke machten gaat.

‘Gods plan van eonen.’

Dat blijkt bijna uit dit vers, ja. Paulus 
noemt dat in Efeziërs 3:11. Opmerke-
lijk genoeg is de belofte van eonisch
leven
 voor alle leden van het lichaam 
van Christus nu; ze dateert van vóór
de eonen. Zijn keuze voor ons was al
vóór de nederwerping van de wereld.
Deze belofte werd nóg eerder afgege-
ven: vóór de eonen. Dat kán niet an-
ders dan pure, loutere genade zijn.

Woord vandaag

‘Ja, de brieven van Paulus.’

Wellicht goed om weer eens een brief 
van Paulus onder de loep te nemen. In
de brief aan Titus staan fijne zaken, in
Titus 1:1 lees je: 

Paulus, slaaf van God, apostel echter 
van Jezus Christus, in overeenstem-
ming met geloof van Gods uitgekoze-
nen en erkenning van waarheid die in
overeenstemming met godsvrucht is

Paulus was slaaf; dat houdt in, dat de
brief over dienen gaat.

‘Dat is ook ons leven.’

Zolang we hier op aarde zijn staat dat
voorop. Je leest ook Jezus Christus: de
naam van Zijn aardse vernedering en 
dienen. Het gaat bij de leden om uitge-
kozenen
, door God. Onlangs zagen we,
dat uitkiezen voluit bijbels is. Kenmerk
van ieder lid is geloof, het vertrouwen
dat God Redder is (van alle mensen) en
dat door Jezus Christus als Gekruisigde 
en Opgewekte.

‘Goed nieuws ja, Hij redt.’

Het gaat verder, het is erkenning van 
waarheid
. Dat lees je in Zijn woord: de
absolute waarheid die boven mensen 
staat. Ongeacht of je wel/niet gelooft.
Het is te allen tijde wáár wat God zegt.
En de waarheid geloven en erkennen 
levert Gods vrucht in je leven op. Dat 
is heel veel: vrede en rust in je hart en
uitzicht op de heerlijke toekomst. Je
kunt echt liefhebben met Gods liefde.     

Woord vandaag

‘Zijn genade is genoeg.’

In zwakheid wordt Zijn kracht juist vol-
komen, dat is: blijkt dat het Zijn kracht 
is. We beseffen het pas als we zelf ver-
zwakt zijn. Hij doet dan boven bidden 
en denken. God is het, Die beide: het 
willen én het werken in je werkt voor 
Zijn welbehagen. Zo lang we in onze ei-
gen kracht werken, gaan de dingen zo-
als ze gaan. Vruchteloos kun je dan be-
zig zijn terwijl je meent goed te doen.

‘Zoals Saulus van Tarsus.’

Dat was in zijn ijver voor God, terwijl 
hij tegelijkertijd vijand van Jezus was.
Het was in onwetendheid, zegt hij daar
zelf van. Maar ook gelovigen kunnen in
hun vleselijke ijver bezig zijn. Hun eigen
kracht en prestaties staan dan centraal.
In het evangelie staat Gods kracht in de
schijnwerper. Ja, voor ieder die gelooft
Niet slechts om de eerste stap op de ge-
loofsweg te zetten, maar altijd.

‘Sommigen komen er niet aan toe.’

Daar zijn nogal wat gelovigen die heel 
hun geloofsleven druk bezig zijn. Alle-
maal goed(bedoeld)e werken; uit zich-
zelf bedacht of in het kader van een re-
ligieuze organisatie. Op het erepodium 
(bema) zal dat blijken hout, hooi, stro
te zijn. Wat Zijn werk is, is dat wat in de
brieven naar voren komt. Dienstwerk in
het lichaam van Christus is genoeg voor-
handen; het lichaam van  Christus  zou 
opgebouwd worden.