Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Tegen een oudere man zou jij 
niet opvliegend zijn, maar 
spreek hem aan als een vader, 
jongere mannen als broeders
1 Timotheüs 5:1

Jonge broeders als Timotheüs
zouden de oudere hoog achten,
en volgens 1Thess.5:12,13
respecteren.
Soms is zelfs ‘dubbele eer’ de
opmerking, zoals in 1Tim.5:17.
Dat men van zulke adviezen
(ver) afwijkt, is geestelijk waar
te nemen. Jonge gelovigen, zij
kunnen niet zomaar de plaats
van ouderen innemen.
Geestelijke rijpheid is nodig
voor oudsten in het lichaam
van de Christus.
Ervaring met aanvallen van
de Tegenwerker en zijn
personeel is een aspect dat
bij jonggelovigen ontbreekt.
De jongere zou de oudere
aanspreken als was hij zijn
vader. En andersom zou de
oudere de jongere(n) als een
van de broeders aanspreken.  

Let op jezelf en de onderwijzing! 
Blijf daarbij, want dat doende 
zal jij zowel jezelf als die jou 
horen redden
         1 Timotheüs 4:16

Dat blijf daarbij klinkt voor ons
misschien bijna overbodig.
Kennelijk was het nodig om te
blijven zeggen, dat Timotheüs
en allen die Paulus volgen, dat
zouden doen. Letten op het
gezonde onderwijs en daarbij
blijven is zó nodig, juist nu.
Zoveel onderricht -en daardoor
praktijk- wijkt af van de genade
die we horen in het evangelie.
Wezenlijk is, dat we steeds in
Gods liefde blijven en al wat
op ons hart is, bespreken met
Vader. Dicht bij Hem blijven is
nodig, niet alleen omwille van
vrede in het hart, maar ook om
tot Zijn eer te zijn.

Let op jezelf en de onderwijzing! 
Blijf daarbij, want dat doende 
zal jij zowel jezelf als die jou 
horen redden
         1 Timotheüs 4:16

Het gebed en dank aan God,
de Vader is wezenlijk.
Timotheüs zou op zichzelf en
het onderwijs letten. Zuiver
zijn in alles is belangrijk.
De Heer zou aanwijzen wat
te doen, wel/niet. Daarvoor
was biddend activiteiten en
wegen met Hem bespreken,
nodig. Het doel is: tot eer van
Hem zijn en zo de redding die
Hij – ook praktisch – geeft,
ontvangen. De redding is van:
onzuiver gedrag/onderricht.
Deze redding -dagelijks- werkt
door in Timotheüs zelf en in
al de gelovigen die het goede
onderricht via hem horen.

Bekommer je om dit en 
wees hierin, opdat jouw 
vooruitgang openbaar is 
voor allen
       1 Timotheüs 4:15

Het ‘bekommeren om’ is nu
positief, in vers 14 was het
‘veronachtzamen’ in feite:
‘niet bekommeren om’.
Waar zou Timotheüs zich wel
om bekommeren? Met het
‘dit’ (‘deze dingen’) verwijst
de apostel terug naar eerdere
opmerkingen. In vers 12 klonk

word een voorbeeld 
van de gelovigen: 
in woord, in gedrag, in liefde, 
in geloof en in zuiverheid

Zo’n wandel is mogelijk met
als basis het juiste onderricht
met de gezonde woorden van
het paulinische evangelie.
God geve, dat wij daarbij -in
Zijn genade- blijven!

Veronachtzaam niet de 
genadegave in jou die 
gegeven is aan jou door 
profetenwoord, met 
opleggen van de handen 
van de oudsten
  1 Timotheüs 4:14

Timotheüs had, als beoogd 
opvolger van Paulus, met 
een speciaal woord gehoord
dat hij verder zou gaan met
wat Paulus verkondigde.
Dat kun je uit deze tekst op-
maken. De genadegave die
Timotheüs had ontvangen,
was bevestigd door enkele
ouderen (oudsten). Dat ging 
in die tijd met handoplegging 
als teken van verbondenheid. 
2 Timotheüs 1:6 zegt daar 
ook nog iets over. Ondanks 
zijn nog jeugdige leeftijd ging
Timotheüs al duidelijk in de
lijn van de apostel door. Zo is 
hij voorbeeld voor ons, die de
apostel willen navolgen.
Waarin? Denk nog even aan
4:12 dat we per begrip lazen.
Moge de Heer ons de genade
geven in ootmoedigheid Zijn
weg te bewandelen vandaag
en morgen!