Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Deze dingen schrijf ik aan jou, 
verwachtend sneller naar jou 
toe te komen
    1 Timotheüs 3:14

Paulus leefde afhankelijk van
wat de Heer gaf. In bepaalde
omstandigheid overwegend,
biddend, ging hij de weg die
open kwam. Zo zien we dat hij
verwachtte Timotheüs sneller
te kunnen zien. Kennelijk was
een verandering opgetreden
waarin de apostel aanwijzing
van de Heer zag. Zo’n contact
is waardevol waar het om de
opvolger van de afgezonderde
apostel gaat.
Zo kon Paulus in gesprekken
en gezamenlijk gebed zoeken
wat de wil van de Heer voor
Timotheüs zou zijn. En ook in
genade instructies meegeven
voor de dienst van de Heer.

want zij die uitstekend dienen, 
eigenen zich voor zichzelf een 
uitstekende rang toe en veel 
vrijmoedigheid in het geloof 
dat in Christus Jezus is
   1 Timotheüs 3:13

De dienaren dienen niet om
‘gezien te worden’ of om de
‘schouderklopjes te krijgen’.
Het is de Heer die door Zijn
geest inwerkt en het geloof
werkt. Fijn als zij zo een stap
verder komen en dienen om
geloofsgroei te bevorderen.
Zo komen zij als vanzelf naar
voren en geloof in Christus
Jezus blijkt. Degenen die te
midden van de uitgeroepen
gelovigen aardsgezind zijn,
kunnen niet in aanmerking
komen. Zij zijn vijanden van
het kruis van Christus, zoals
Fil.3:18 scherp vaststelt. Zij
die vrijmoedig zijn, getuigen
van Christus Jezus. Ze zijn
bedacht op wat boven is, en
dat blijkt ook uit hun wandel.    

Laten dienaren mannen van
één vrouw zijn, hun kinderen 
en hun eigen huis uitstekend 
voorstaand
     1 Timotheüs 3:12

Net als bij de opzieners zien
we hoe de dienaren, ook in
dagelijks omgaan met hun
gezin, geloof kunnen leven.
In wezen ligt daar het begin,
en vormt de basis voor het in
trouw en liefde functioneren.
Als dat thuis goed is, dan zal
dat doorwerken onder mede-
gelovigen. De kracht om zo
te wandelen is de geest van
God, die in iedere gelovige is,
woont. De dienaren staan in
hun gezin uitstekend voor.
In Gods liefde, tot Zijn eer; zo
zijn zij goed voorbeeld voor
de anderen.

Vrouwen zijn op dezelfde wijze 
eerbaar, geen tegenwerkers, 
nuchter, gelovig in alles
     1 Timotheüs 3:11

Uit het tekstverband blijkt, dat
het hier over de vrouwen van
de dienaren (en eventueel de
opziener(s)) gaat. Natuurlijk is
het ook algemeen gezegd.
Het op dezelfde wijze wijst naar
wat eerst over de dienaren en
opzieners is gezegd. Ootmoed,
gezindheid van Christus Jezus,
is wezenlijk. Zij zijn in ernst, in
geloof, bezig. Ooit was daar in
Israël Mirjam, de zus van Mozes
nota bene, die de door Elohim
(God) aangestelde tegenwerkte.
De vrouwen zijn ook nuchter,
en laten zich niet emotioneel
meeslepen in allerlei richtingen.
Maar zij zijn trouw/gelovig in
alles. Daarin reflecteren zij de
trouw van God, Die Zijn woord
waarmaakt.

Laten nu ook dezen eerst 
getoetst zijn, en laten zij 
vervolgens dienen, 
onbeschuldigbaar zijnde
    1 Timotheüs 3:10

Iemand die vooraan staat in
de uitgeroepen gemeente is
een ervaren gelovige. Zoals
vers 6 zegt: geen nieuweling.
De toets is: geestelijke groei.
Die blijkt uit ootmoed, het
wandelen in de gezindheid
van Christus Jezus, uit een
serieuze belangstelling voor
het woord van God.
Het blijkt uit willen dienen te
midden van gelovigen. Indien
dat in trouw gebeurt, over
langere tijd, dan kan iemand
als dienaar functioneren. God
bepaalt uiteindelijk.
Natuurlijk zijn wij in Christus
voor God onbeschuldigbaar,
altijd. Het is hier: praktisch (in
de Heer) onder uitgeroepenen
zonder opspraak bezig zijn.
Alles zou tot eer van Christus
Jezus in Zijn lichaam gebeuren.