Woord vandaag

of ik, hoe ook maar, naijver 
zou opwekken bij mijn vlees 
en enigen uit hen zou redden
          
Romeinen 11:14

De liefde van God, uitgegoten
in Paulus’ hart, dreef hem tot
gebed en smeking om Israël.
God was jaloers in het verleden
om de afgoderij van Zijn volk.
Beelden maakten ze, terwijl
Jahweh duidelijk gezegd had
dat niet te doen.
En nu, in deze tijd van genade,
is Israëls ongeloof reden voor
Paulus om hen tot naijver, tot
jaloersheid te wekken. Zodat
ze door het werk van God aan
en in de natiën zouden zeggen:
wat zij hebben wil ik ook. En zo
sommigen hun Messias, Jezus,
in geloof zouden aannemen.        

Woord vandaag

Tot jullie nu zeg ik, tot de natiën: 
voor zover ík dan inderdaad de
afgevaardigde van de natiën 
ben, verheerlijk ik mijn dienst
                  Romeinen 11:13

Paulus acht het de heerlijkheid
van zijn dienst, dat hij als de
afgevaardigde (apostel) van de
natiën is ingezet. Daarnaast had
hij ook een bediening voor Israël.
Rechtstreeks naar de natiën gaan
leverde venijnige vervolging op.
De apostel stelde er een eer in,
hetzij thuis, hetzij in de vreemde
Hem (Christus Jezus) welgevallig
te zijn. Én verheerlijkte zijn ene
unieke bediening waarin hij niet
zichzelf, maar Christus Jezus als
Heer verkondigde (2 Cor.4:5).
Verguisd door zijn eigen volksge-
noten; later bij medegelovigen
minder in tel. Toch verheerlijkt
hij zijn bediening, in dank en de
genade van God.

Woord vandaag

Indien nu hun krenking de 
rijkdom van de wereld is, en 
hun vermindering de rijkdom 
van de natiën, hoeveel te 
meer hun volheid!
        
Romeinen 11:12

Hun (Israëls) volheid is eerst de
wedergeboorte. In de komende
tijd (1000 jr) onder het nieuwe
verbond. Op de nieuwe aarde
zal dat verder sterk toenemen.
Dan zullen de natiën een stuk
heerlijkheid van Israël ervaren.
Toch zullen zij dan jaarlijks op
moeten trekken naar Jeruzalem
om Jahweh te aanbidden en om
-onder meer- loofhutten te
vieren. Doen ze het niet, dan
kunnen ze droogte verwachten,
Zacharjah 14:16,17.
De plaats van zegen is dan voor
die volkeren, die Israëlieten op
goede wijze bejegend hebben
in hun grote druk (Mattheüs 25:
31-46). Dat zal goede oogsten,
welvaart en welzijn betekenen.

Woord vandaag

Indien nu hun krenking de 
rijkdom van de wereld is, en 
hun vermindering de rijkdom 
van de natiën, hoeveel te 
meer hun volheid!

Romeinen 11:12

Israël krenkte Jahweh, hun
God en Vader. Hun ongeloof
leidde tot tegenspreken en
weerspannig gedrag. Ja, en
toch werkt God hierdoor Zijn
plan, voornemen, uit. In en
door alles heen, is God uit
op heil, redding. En bereikt
Hij Zijn doel. De geestelijke
rijkdom die de wereld kreeg,
is groot. De vermindering
van Israël, tijdelijk uit functie
van lichtdrager gezet; het is
rijkdom van de natiën. Zij
hebben Griekse geschriften
én Tenach in handen. Plus
een apostel die geweldige
brieven schreef.

Woord vandaag

Ik zeg dan: zij struikelen toch 
niet opdat zij vallen? Moge het
niet gebeuren! Maar in hun 
krenking is de redding voor de 
natiën, om naijver op te wekken 
bij hen   
   
            Romeinen 11:11

Wat is hun krenking? Israëls
verwerping van het getuigenis
van de geest. Het hernieuwde
‘aanbod’ van het koninkrijk
werd door de orthodoxie, de
geestelijke leiders van Israël,
afgewezen. Dat lezen we in
Handelingen. Dat is de kant
van de mens. Vanuit God is
het zo, dat Hij hen een geest
van verdoving gaf. Het is zo:
ongeloof is een krenking van
Gods betrouwbare hart.
Niettemin was de raad van
Gods wil, dat de redding tot
de natiën kwam, via Paulus.