Woord vandaag

Want, onwetend inzake de 
rechtvaardigheid van God, 
en zoekend hun eigen 
rechtvaardigheid tot stand te
brengen, werden zij niet aan
de rechtvaardigheid van God

onderschikt.
       Romeinen 10:3

Israël was onwetend. In Thora
stond dat Abrams geloof hem
tot rechtvaardigheid gerekend
werd. Maar het judaïsme werd
traditie, en werken centraal.
Ze willen de eigen rechtvaardig-
heid oprichten en doen staan.
Op die manier volgden zij niet
wat de Thora werkelijk zei. Uit
de beloften bleek, dat geloof
het leidende principe was. Het
ging om onderschikking aan het
Woord en de liefde van God.

Woord vandaag

Want ik getuig van hen dat zij 
een ijver van God hebben, echter 
niet in overeenstemming met 
erkenning
              
Romeinen 10:2

Israël ijvert, en de geest om dat
te doen is hen eigen. Ze verloren
zich in het doen van de tradities
en Thora. Er ontbrak erkenning.
Zij hadden kennis van en licht in
de Thora (Romeinen 2:17-20).
Zij rusten daarop; noodzakelijk
inzicht in en erkenning van wat
God ermee wil zeggen, ontbrak.
Thora was een schaduw omtrent
het toekomstige. Alles in Christus
vervuld, zoals Kolossenzen heel
fijn laat zien. Tot de door Vader
bepaalde tijd ontbreekt het aan
erkenning. Door Zijn geest zal Hij
ze dat geven, in Zijn dag.

Woord vandaag

Broeders, inderdaad, het 
welbehagen van mijn hart en mijn 
smeekbede tot God voor hen is tot
redding.

                 Romeinen 10:1

De apostel is weer terug bij 9:2.
Daar sprak hij van hartzeer over
zijn volk. Zijn gebed en smeking
waren tot God voor redding.
Dat bid, smeek je voor geliefden.
Maar, in deze tijd roept God uit,
het lichaam van Christus bestaat
uit veel leden. Israël bleek zich
niet tot Jahweh te bekeren in
Paulus’ dagen. Dat bracht hem
op de knieën om God te smeken.
Die gaf antwoord zoals verder
in hoofdstuk 10, 11 te lezen.
Israël is en blijft in Gods hand.
Dat geldt ook onze geliefden,
waarvoor we dagelijks bidden.


Woord vandaag

zoals geschreven staat: “Zie,Ik
plaats in Sion een steen van
aanstoot en een rots als strik, 
en hij die op Hem gelooft zal
niet te schande worden.”
             Romeinen 9:33

In de gebruikelijke vertalingen
staat die op Hem gelooft haast
zich niet
. Hier haalt Paulus de
Griekse vertaling aan, die zegt:
die op Hem gelooft zal niet te
schande worden
. Dat lijkt in de
tekst Jesaja 8:14 de correcte
lezing. Israël werd te schande
door vasthouden aan tradities
en hun werken vanuit het vlees.
Aangekondigd was wegvoering
van Israëlieten; Assyrië was de
dreiging uit het noorden. Die
zou hen wegvoeren als gevolg
van hun consequente afgoderij.
Als Israël Jahweh vertrouwde,
geloofde, dan gaf Hij de zegen.
Dat zal in het Messiaanse rijk  
wel het geval zijn. De shalom zal
Hij geven en bewaken: Zijn grote
heerlijkheid voor Hemzelf, Israël.

Woord vandaag

zoals geschreven staat: “Zie,Ik
plaats in Sion een steen van
aanstoot en een rots als strik, 
en hij die op Hem gelooft zal
niet te schande worden.”
             Romeinen 9:33

Paulus citeert hier Jesaja 8:14
en 28:16. Jezus Christus is die
aanstootgevende Steen en de
Rots van valstrik voor Israël, dat
Zijn genade niet aannam, maar
wilde volharden in werken van
de wet. Geloof blijft hét principe
dat met genade harmonieert.
Het punt is ook, dat God Hem
in Sion (plaats die aangewezen
is als troon) als zodanig plaatste.
Israël zou over Hem struikelen,
dat was Gods voornemen.