Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Steeds weer de liefde van God.’

Hoe dieper je Vader leert kennen,
hoe meer liefde je ziet. In de brief
die hij schreef aan een roerige ge-
meente laat hij juist dat zien. We
lezen verder (na gisteren):

Want wie van de mensen kent de
dingen van de mens dan de geest
van de mens die in hem is?
Zo kent ook niemand de dingen
van God dan de geest van God.
                         1 Corinthiërs 2:11

‘Wij ontvingen die geest.’

En dat is een voorrecht boven de
mensen die dat ontbreekt. Maar,
God is het Die dat bepaalt; Hij is
het, Die uitkiest. We lezen verder:

en wij hebben niet ontvangen de
geest van de wereld, maar de
geest uit God, opdat wij zouden
weten wat God ons genadig ge-
schonken heeft
                         1 Corinthiërs 2:12

Rijk, in wat Vader ons geeft.

‘Hij heeft mij lief.’

God is liefde; zo heeft Hij jou en
mij ongelooflijk lief. Hoe diep Zijn
liefde is kan niemand peilen. Wat
in een mensenhart niet op kan ko-
men heeft God gereed gemaakt:

wat geen oog heeft gezien, wat
geen oor heeft gehoord en in geen
mensenhart is opgekomen, wat
God bereid heeft voor wie Hem
liefhebben         1 Corinthiërs 2:9

‘Het is zo veel, ik dank Hem.’

We kunnen daar wat meer van
gaan verstaan. Wanneer we Zijn
woord openen en in ons laten ko-
men, zien we meer van Gods lief-
de. Hij onthult Zich:

maar God heeft het ons geopen-
baard door Zijn geest, want de
geest doorzoekt alle dingen, ook
de diepten van God
                          1 Corinthiërs 2:10       

Op 26 november 2020 werd
de ark van het verbond bekeken.
Typologisch verwijst die naar de
Heer Jezus Christus, de diverse
aspecten kwamen aan de orde.
Naluisteren: A en B

‘Gisteravond boeiend in Soest.’

Ja, alles spreekt van Christus. De
ark van het verbond doet dat erg
speciaal. Het hout (acacia) spreekt
van Zijn mens-zijn en het goud van
Zijn heerlijkheid. Hij is de Opgesta-
ne en Verheerlijkte. Zo mogen we
Hem kennen; niet als in het vlees.

‘Hij zal ons nooit loslaten.’

Wij zijn leden van Zijn lichaam; Hij
heeft ons lief als Zichzelf:

..zoals ook Christus de uitgeroepen
gemeente liefheeft en Zichzelf over-
geeft ter wille van haar
                                    Efeziërs 5:25

Dat is eindeloos veel, en met zo’n
Heer weet je je als gemeentelid ont-
zettend geliefd. Dat zal niet ophou-
den en kan niet door ons gedrag (in-
eens) stoppen. Hoe dan ook, je blijft
te allen tijde lid en Hij houdt van je.

‘Opbouw is nodig.’

Daartoe geeft God in de ekklesia
(uitgeroepenen) de evangelisten,
herders en leraars. Andere gaven
zoals genezingen, spreken in ta-
len, vertalen, wijsheid, profetie;
het hoort alles in de tijd dat het
nog bevorderlijk was voor de ge-
lovigen om verder te komen. In
die begintijd veranderde zo veel,
dat ‘bovennatuurlijke’ gaven een
rol speelden.

‘Geloof, verwachting, liefde.’

Dat noemt Paulus in 1 Corinthiërs
13 in contrast tot spreken in tong-
en (talen), profeteren en andere,
tijdelijke gaven. Verwachting gaat
over in zien wanneer de bazuin
zal klinken, geloof wordt werke-
lijkheid en Gods liefde blijft. Dat
gaat boven alles uit. Kennis is oké
maar kan opgeblazen maken. Laat
alles in liefde van God gebeuren!