4 juli 2019
‘Als we daar zijn, zijn de zonden weg.’
Zoals gisteren opgemerkt: onzen zon-
den zullen geen rol spelen, wij zullen
daar niet lijden om onze zonden.
En de ongelovigen zullen gericht wor-
den overeenkomstig hun werken.
God, Die ieder vergelden zal naar zijn
werken…. Romeinen 2:6
..op de dag wanneer God de verbor-
genheden van de mensen zal richten
door Jezus Christus, overeenkomstig
met mijn evangelie
Romeinen 2:16
…en de doden werden geoordeeld
overeenkomstig wat in de boeken
geschreven stond, naar hun werken
Openbaring 20:12b
‘Dat is voor hen, niet voor ons.’
Wij zijn begenadigd, omdat God ons
Zijn geest gaf. Daardoor konden wij
met ons hart geloven wat het evan-
gelie zegt. En zijn wij onttrokken aan
het gericht van de grote witte troon.
Voor ons is de bema het moment van
beoordeling. Christus is voor de onge-
lovigen de Richter. Voor ons is Hij het,
Die de prijzen uitreikt.
‘Dat is een groot verschil.’
Wij zullen hier en daar wel zien dat
heel wat werken zullen verbranden.
De een zal nu eenmaal minder loon of
prijzen ontvangen dan de ander. Niet,
dat dat verdriet oplevert. Wij zijn dan
vol vreugde zijn over wat Hij doet. De
bema zal geen plaats van gericht zijn.
Dat is de grote witte troon wel. Gericht
om de zonde ligt voor de gelovige dan
in het verleden. Dat is geweest. Zelfs
de Besnijdenis (Israël) kreeg de verze-
kering van de Heer te horen:
Voorwaar, voorwaar Ik zeg jullie, dat
hij die Mijn woord hoort en Hem ge-
looft Die Mij zendt, heeft eonisch leven
en komt niet in (het) gericht, maar is
overgestapt uit de dood in het leven.
Johannes 5:24