13 februari 2019
‘Zijn genade is genoeg.’
Dat schreef de apostel heel dankbaar,
toen hij de Heer drie keer ernstig ge-
beden had. Er was een boodschapper
van satan die hem met vuisten sloeg.
Dit was zo, de Heer verhinderde het
niet dat Paulus dit overkwam. In 2 Co-
rinthiërs 12:7-9 beschrijft hij zijn erva-
ring daarmee. We lezen de reden van
dit grote ongemak.
‘Hij moest Gods kracht ervaren.’
Dat ook ja, maar er staat twee keer:
…dat ik mij niet zeer zou verheffen…
De apostel besefte, dat hij buitenge-
wone, bovenaardse onthullingen had
ontvangen. Door de kennis kon hij op-
geblazen (1 Corinthiërs 8:1-3) raken.
God verhinderde dat door een splinter
voor het vlees te geven, de bode van
satan die hem sloeg. Door dit kwaad
in zijn leven bereikte God, dat Paulus
zich niet verhief (ootmoedig bleef).
‘Wat nog meer dan?’
God had op het oog, dat Paulus zijn ei-
gen zwakheid besefte, en dat hij Gods
kracht en Zijn genade waardeerde. Zo
handelt God ook met ons. Wanneer er
een moeilijke fase in ons leven is, gaat
dat niet buiten Hem om. Net zoals Hij
Paulus liefhad terwijl die splinter voor
zijn vlees aanwezig was. Hij handelt als
de grote Pottenbakker en kneedt ons.
Daarin geeft Hij ook Zijn genade, zodat
we kracht ontvangen in de gegeven si-
tuatie. Dat is de uitkomst die nodig is.