Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘De Schriften alleen.’

Gaat het om waarheid, dan is dat 
dé bron. De waarheid van God en 
aangaande God vind je daar. Wat 
wij ervan denken? Eerst gaat het 
om geloof in woorden van God. En
dat is: God betrouwbaar achten, 
en dus is Hij wáár en spreekt waar-
heid. Eén van de grote waarheden,
God is Redder van alle mensen, is
niet populair onder christenen.

‘Het ‘ja maar’ komt dan al snel.’

Men zal pareren met: ‘ja, maar je
moet wél geloven’. Het punt is dat
inzonderheid de gelovigen in 1 Ti-
motheüs 4:10 niet aan afzwakking 
is van alle mensen, maar juist die 
mededeling versterkt. Dat woord: 
inzonderheid – allermeest maakt 
het nadrukkelijker. Het komt ook
in Filippenzen 4:22 voor.

‘Ja dat is een mooi voorbeeld.’

Paulus sluit de brief bijna af met:
al de heiligen groeten jullie, maar
inzonderheid (vooral) die uit het 
huis van de keizer zijn.   
                            Filippenzen 4:22

Een groep wordt door Paulus door
het woordje inzonderheid naar vo-
ren gehaald. Dat betekent niet, dat
de anderen niet groeten. Het is zo
bijzonder, dat het huis van de kei-
zer ook gelovigen bevatte. Daarom
trekt Paulus ze op de voorgrond. 
Zo is het ook met de gelovigen nu.
De gelovigen nu al gered; dat illu-
streert alleen maar het feit dat al-
le mensen gered worden!

‘We vertrouwen op Vader.’

Wat ook zal gebeuren, het kan ons
niet scheiden van Zijn liefde in Chris-
tus Jezus. Dat is in Romeinen 8 het
lied dat door Paulus wordt gezong-
en. In ons leven klinkt dat door en 
geeft ons goede moed. Je hoeft niet
bang te zijn voor de toekomst, ook
dat is in Zijn hand. Paulus zingt het
daar: ….noch heden noch toekomst.

‘Dat is een fijn weten.’

Gods liefde warmt je hart, je in-
wendige mens wordt door evan-
gelie steeds vernieuwd. En gaat 
het diep of hoog? En dat kan niet 
tussen Gods liefde en jou komen: 
…noch hoogte noch diepte.. Pau-
lus blijft de belangeloze liefde be-
zingen. Dat is wat we nodig heb-
ben, en dat zal heel die schepping 
gaan beleven!

‘Zijn liefde zocht en vond mij.’

Dat is het. Het initiatief lag bij Hem, 
en niet bij ons. Hij zocht ons op. Uit-
eraard vond Hij ons ook. En het is
Schriftuurlijk, dat het verlorene ge-
vonden wordt. De Eigenaar is wat 
verloren en zoekt dat op. Al de gro-
ten en kleinen; God weet ze te vin-
den en ze zullen ook bij de grote wit-
te troon staan. Noodzakelijk in Gods
plan als middel om Zijn liefde te le-
ren kennen.

‘God schept alles.’

Dat is wat Paulus ook in zijn brie-
ven schrijft. God Die alles schept. 
Men kijkt naar de oorsprong van al-
les en veronderstelt een ‘oerknal’ 
waaruit alles voortgekomen zou 
zijn. Dwaasheid is: niet met God 
rekenen. Daarom zal het gericht 
van de grote witte troon overeen-
komstig de waarheid zijn.

‘Dat zegt Paulus ook.’

en wij weten dat het gericht van 
God in overeenstemming met de
waarheid is over hen die zulke 
dingen doen          Romeinen 2:2

In Romeinen 1 schreef Paulus over
mensen die God niet meer als God 
verheerlijken of danken. Dat leidt 
tot allerlei afwijkend gedrag. Pau-
lus zegt dat het gericht van God ab-
soluut komt en de feiten zullen dan 
blijken. De waarheid komt op tafel.

‘Dat zal nog wat worden.’

Voor degenen die twijfelen aan 
de rechtvaardigheid van God, zal
nauwgezet lezen van Romeinen 2 
onzekerheid daarover wegnemen.
Het gericht zal komen en dat is bij
de grote witte troon voor alle on-
gelovigen. God zal door Zijn Zoon 
Jezus Christus rechtvaardig richten, 
met als basis: Zijn liefde. 

Kolossenzen 1:28-2:1 werd op 4 november 2020
besproken. Christus werd en wordt aangekondigd
zodat mensen gaan geloven en daarna tot rijpheid
doorgroeien. Het geheimenis van Christus is erg
belangrijk. God realiseert dat door Hem.
Naluisteren: deel A en deel B

‘De waarheid van God blijft.’

Dat staat en blijft overeind. In de
krant, Reformatorisch Dagblad,
werd vermeld dat wetenschappe-
lijk onderzoek liet zien dat de bot-
ten van uitgestorven dieren veel
jonger blijken te zijn dan de evo-
lutionisten beweerden. Opnieuw
blijkt dat de veronderstellingen 
van wetenschappers herzien moe-
ten worden. De Schrift niet.

‘Ja, mooi, dat zie je steeds.’

Als je steeds doorgaat met opgra-
ven en onderzoeken kom je tot
de slotsom, dat de Schriften waar
blijken en de menselijke gedach-
ten niet:

God is waarachtig en ieder mens
een leugenaar 
                                Romeinen 3:4

Wanneer de wetenschap onderge-
schikt aan Gods woord beoefend
wordt, is het goed.

‘God is de Oorsprong.’

Die is de Bron van alles. Alles is uit
God, en dat blijft altijd zo. Ook in de
komende dag van Jahweh zal Hij al-
leen verheven zijn. De mens zal ze-
ker een paar toontjes lager zingen 
in het komende 1000 jarig rijk. Dan
zal Israël tot zegen voor de volkeren
zijn, ook wanneer zij de ijzeren staf
hanteren over de volkeren. Je leest 
dat in Openbaring 2:26,27; 12:5.