Woord vandaag

8 oktober 2019

‘Farao’s hart.’

Dat was waarom het draaide in de ver-
lossing van Israël uit Egypte. En in we-
zen was God het, Die het hart bewerkt.
Als we naar de feiten kijken, zien we:

Zo zegt Jahweh, de Elohim van de He-
breeën: Laat Mijn volk gaan dat zij Mij
dienen…
 !       Exodus 7:16

En in Exodus 10:8 zegt de Farao: Ga!

Toch zegt het vervolg:

En Jahweh maakte het hart van Farao
standvastig zodat hij de zonen van Israël
niet liet gaan

                            Exodus 10:20

‘Het is duidelijk zo.’

We noteren, hoe geschreven staat wat
met het hart van Farao gebeurde.

..het hart van de Farao was standvastig..
                             Exodus 7:13

..verheerlijkt is het hart van Farao..
                              Exodus 7:14

..en de Farao verhardde zijn hart..
                               Exodus 8:15,32

..en het hart van Farao verhardde..
                                Exodus 9:7

..en Jahweh maakte het hart van de
Farao standvastig..
Exodus 9:12

..en het hart van Farao was standvastig,
                                Exodus 9:35

..en Jahweh maakte het hart van Farao
standvastig..
            Exodus 10:20,27

‘Dat is helder, de feiten.’

Alleen in Exodus 8:15,32 lees je, dat 
Farao zijn hart verhardde. Dit zijn de 
enige twee vindplaatsen. En die zou-
den nog anders vertaald kunnen wor-
den; het Hebreeuws laat daarvoor e-
nige ruimte. En naast die twee vinden 
we minstens vijf keer de uitspraak, dat 
het Jahweh Zelf was, Die het hart van 
Farao verhardde (standvastig maakte).
Morgen lezen we wat Paulus opmerkt
over deze kwestie.

Woord vandaag

7 oktober 2019

‘Verlossing uit Egypte.’

Iets dat in de geschiedenis van Israël 
als een huis staat. En steeds verfilmd 
wordt. God bepaalde, dat in het gezin 
van Amram en Jochebed Mozes gebo-
ren werd. Ondanks het decreet van
Farao dat al de geboren jongetjes van
het volk Israël direct na hun geboorte
gedood moesten worden lees je dit:

Hij (Jahweh, onze God vers 7) zond 
Mozes, Zijn dienaar, en Aäron die Hij

gekozen had
                                 Psalm 105:26

Mozes kwam, want God opent de baar-
moeder van Jochebed (vergelijk Gene-
sis 29:31, 30:22 e.a.). 

‘Ja, alles is uit God.’

Dat bevestigt de Schrift keer op keer. 
In Exodus lezen we hoe Farao instru-
ment in de hand van God is. We lezen   
Exodus 4:21:

Jahweh zegt tegen Mozes: wanneer jij
terugkeert naar Egypte, zie toe, dat jij 
al de wonderen die Ik in jouw hand 
plaats, dat jij ze doet voor de Farao.
Toch zal Ik zijn hart standvastig maken 
en Hij zal het volk niet laten gaan

Vaak wordt de geschiedenis uitgelegd,
dat Farao eerst zijn eigen hart verhard-
de en dat God als reactie het hart van 
Farao verder verhardde.

‘Dat hoor je, ja.’

We gaan zien dat deze redenering niet
kan standhouden wanneer je Schrift-
gegevens leest. En in Exodus stond al:

En Ik weet dat de koning van Egypte 
jullie niet zal laten gaan, ook niet door
een sterke (standvastige) hand 

                             Exodus 3:19

Mensen beweren, dat God Zijn schepse-
len kan sturen en beheersen, maar dat 
niet doet uit respect voor hun waardig-
heid. We lezen anders in Exodus 4:21; 
Hij zegt dat Hij dat wél doet. En je leest
bovendien:

En Ik Zelf zal het hart van Farao doen 
verstijven (verharden) en Mijn tekenen 
en wonderen doen toenemen in het 
land Egypte
                       Exodus 7:3

Woord vandaag

6 oktober 2019

‘Mooi, de gebeurtenissen in Genesis.’

En boven al die levens van de aartsva-
ders en aartsmoeders is God, Die alles
uitwerkt. Jozef zag dat en getuigt het
in Genesis 50:20. Het leven van Eliëzer
werd ook door God geleid. Het gebed 
dat Hij uitsprak was uit God. Hij moest 
Rebekka ontmoeten bij de bron. Zoals
de Heer de Samaritaanse vrouw moest
ontmoeten bij de waterput. En dat zijn
geen uitzonderingen. Al wat gebeurt, 
is onder Gods controle, uiteindelijk.

‘Dat gaat dus wel ver.’

En daarom gaan we nog wat voorval-
len bekijken. Die dienen als illustratie 
van al wat God doet. In Exodus zien we 
dat het volk verdrukt wordt door Egyp-
tenaren. Wij zeggen als mensen opper-
vlakkig dat dit logisch was. Israël groei-
de snel:

Hij (Jahweh, onze God, vers 7) deed 
Zijn volk zeer toenemen en maakte 
het machtiger dan zijn tegenstanders
  
                                   Psalm 105:24

Ook de groei was alleen aan God te 
danken. Dat wisten de Egyptenaren 
niet, die voelden zich bedreigd. 

‘Daarom onderdrukten zij Israël.’

Dat lijkt een redelijke, psychologische,
menselijke verklaring. Wat werkelijk
onzichtbaar plaatsvond, was dit:

Hij (Jahweh, onze God, vers 7) veran-
derde hun hart, zodat zij Zijn volk haat-

ten en Zijn dienaren listig behandelden
                                Psalm 105:25

Dit is het goddelijk commentaar op de
geschiedenis. Het was God, Die de har-
ten van de Egyptenaren verhardde. En
dat was de oorzaak, dat Israël lijden en 
verdrukkingen moest ondergaan. Dat 
leidde tot de omstandigheid, dat verlos-
sing moest komen.

Woord vandaag

5 oktober 2019

‘Abraham had geen vrije wil.’

Dat geldt voor al de aartsvaders, Jakob
moest later afdalen naar Egypte. Jozef
was daar, dus ook al had Jakob bij wij-
ze van spreken tegen zijn vrouwen en 
zonen gezegd dat hij nooit naar Egypte 
zou gaan; honger en Jozef brachten Is-
raël naar Egypte. En toen de hele misj-
poge (familie) daar was, zei Jozef over
zijn broers en hemzelf:

jullie, jullie hebben kwaad tegen mij 
bedacht, God heeft dat ten goede ge-
dacht om te doen als op deze dag: 
een groot volk in leven te houden
    
                                  Genesis 50:20

‘De broers deden wat moest.’

God wist niet alleen tevoren van wat 
ze zouden doen. Hij werkt in het hart. 
Dat van Ruben om Jozef niet te doden, 
én de harten van de broers. Zij gingen
met een ander voorstel akkoord. Ook 
bij Izaäk verliep het zoals God tevoren 
wist. Hij bewerkte Abrahams hart om
nadrukkelijk die opdracht aan Eliëzer 
te geven: een vrouw voor Izaäk bij de
familie ver weg zoeken. En geen doch-
ter van de Kanaänieten
. Dat bepaalde 
het leven Izaäk, en dat was uit God.

‘En Eliëzer kwam Rebekka tegen.’

Op weg met tien kamelen komt hij bij
een waterbron (belofte) in de avond-
schemering. God geeft hem het gebed
van Genesis 24:12-14. En zo ziet hij Re-
bekka, van de familie van Abraham, en 
zij geeft de kamelen water – teken van
vervulling van de belofte van God. Zo 
getuigt de Schrift (Genesis 21:12), wat 
in Romeinen 9:7 geciteerd is:

in Izaäk wordt jouw zaad geroepen

Dát had God gezegd en dát zou ook ze-
ker gebeuren. God heeft Zelf daarin de
volledige regie. 

Woord vandaag

4 oktober 2019

‘Alles is uit God?’

Romeinen 11:36 zegt dat, ja. Of wij al-
le gevolgen ervan overzien is de vraag.
Goed én kwaad worden naar de Schrift 
bij gelegenheid door God beschikt. Ge-
looft de Schriften. Als ons dat niet lukt,
missen wij inzicht, dat dit eerder regel 
dan uitzondering is
. Met het inzicht dat 
God alles beschikt en bepaalt, geniet je 
naar Romeinen 15:4 van de volharding 
en vertroosting van de Schriften.

‘Dat is belangrijk.’

Wat gebeurde, is zo gebeurd. Het is al-
lereerst waar wat gebeurde en daarna
zien we in, dat de gebeurtenissen zoals
vermeld in de Schrift, representatief zijn. 
In de loop van de Schrift blijkt dat. Kij-
ken we in Genesis, dan lezen we van Ab-
raham. God belooft hem in Genesis 12,
dat Hij hem veel nageslacht zal geven.
Een groot volk zou uit hem voortkomen
en God zal specifiek een land aan hen
schenken. In Genesis 15 belooft de God
verder dat hij de erfgenaam zal krijgen.

‘Dat maakt Hij ook waar.’

Ja, en in Genesis 17:1 lees je óók dat 
God de Algenoegzame is. God heeft al 
het vermogen Zijn plan en wil door te
zetten. Hij zal doen wat Hem behaagt.
God geeft aan de oude Sarah toch een
kind. God beweegt Abram om naar
Kanaän te trekken. God bewerkt dat
Jakob naar Egypte afdaalt.
Maar moet een mens eerst willen om
zo’n voorzegging te vervullen? En het
antwoord is: een mens heeft geen vrije
wil. De belofte aan Abram garandeert
dat hij niet sterft voordat het beloofde
nageslacht geboren is.