Woord vandaag

Jij die zegt geen echtbreuk te 
doen, pleeg jij echtbreuk?
Jij, die gruwt van de afgoden, 
beroof jij de gewijde plaats?
    Romeinen 2:22

Inconsequent gedrag van Israël 
is nu een al bekend gezegde: de
vrome farizeeër
. Zij volgden de
goden van omringende volkeren
na en overtraden daarmee het 
allereerste van de 10 woorden. 
Zo konden zij nooit leraar van
de natiën zijn, geen waarachtig
licht verspreiden. De afgoderij
was echtbreuk, want Israël was
met Jahweh gehuwd bij Sinaï in
Arabië. Met andere woorden, 
het volk kon alleen nog van de
genade en barmhartigheid van
God leven. Onder het nieuwe 
verbond zal dat zo zijn, maar is
pas nadat de Man stierf volgens 
Romeinen 7:1-6. Zo kon Israël 
de bruid worden van een Ander, 
de uit de doden Opgewekte!

Woord vandaag

jij dan, die een ander onderwijst, 
onderwijs jij jezelf niet? Jij, die 
verkondigt niet te stelen, steel jij?

Romeinen 2:21

Degene die de wet aan de ander 
onderwijst, moet zich er zelf aan 
houden. Altijd. Op het moment 
dat de leraar van de wet die wet 
zelf overtreedt, gaat het mis. 
Mensen zijn meestal geneigd om
onlogisch gedrag vlijmscherp te 
veroordelen. Uiteindelijk blijft 
maar Eén over, Die zonder zonde
was. De Heer Jezus Christus was
Degene Die in ootmoedigheid en
genade Zijn weg wandelde. 
Daarom kon Hij het zijn, Die de
zonde van de wereld wegdroeg.
Hij was het, Die Thora volbracht.
In Hem werd alles vervuld; Hij is
dé Leraar van de genade. Paulus
kon als geen ander de verschillen
tussen wet en genade uitleggen.
God had zijn loopbaan bepaald;
alles paste daarin op wonderlijke
manier. 

Woord vandaag

opvoeder van onbezonnenen, 
een leraar van onmondigen, de 
vorming van de kennis en de 
waarheid hebbend in de wet
            Romeinen 2:20

Dat is wat Israël in ideale zin zou 
zijn. Opvoeder, leraar in hetgeen
voor de volkeren ideaal is. Om de
leraar van onmondigen te kunnen
zijn, moet je eerst opgegroeid en 
volwassen zijn. Paulus, in Galaten 
3:24,25, stelt vast dat de wet een
kind-geleider (pedagoog) was tot 
het geloof (van Christus) kwam. 
Zo had Israël wel de vorm(ing) van
kennis en waarheid in de wet, de
zonde verhinderde dat zij konden
groeien tot volwassenen. Het ging
om het doen, dat konden zij niet.
In het evangelie van genade gaat
het om geloof, dat van Christus, en
dát geeft ware, geestelijke groei in
een mens! 

Woord vandaag

bovendien ben jij overtuigd dat 
je zelf een gids van blinden bent, 
een licht voor wie in duisternis is
             Romeinen 2:19

In Jesaja 49:6 staat, dat Jakob is
gegeven tot licht voor de natiën.
Israël claimt dit -op zich- terecht. 
Alleen: ze gedragen zich nog als 
Jakob. Daarom zal eerst naar de
profeet Jeremia (30:7) nog de 
benauwdheid van Jakob komen. 
Dat is nabije toekomst, op zeker.
We zijn gezegend, dat we als de
leden van Christus’ lichaam niet
zo’n periode meemaken. 
Israël was en is overtuigd, dat ze
de blinden, de natiën die Thora 
niet hebben, moeten gidsen. En
het licht van Thora moeten laten
zien. Nochtans is dat niet zo bij 
de volkeren ‘binnengekomen’. 
Het is dan ook nog toekomst; in
de komende 1000 jaar -maar ook
op de nieuwe aarde- zal Israël 
die functie echt vervullen. Met 
hun Messias Jezus als Koning.  

Woord vandaag

en kent Zijn wil en toetst wat 
van belang is, onderricht zijnd
uit de wet
     Romeinen 2:18

Dat was de bedoeling van Thora:
onderwijzing. Zodat de mens die
daar onder geplaatst is, toetst 
wat van belang is. En dus weet 
Wie werkelijk belangrijk is:

Jahweh Elohim, de Heer God. 

Bepalend, richtinggevend, en de
waarheid sprekend. Het geleerd
hebben uit de wet is belangrijk;
maar het gaat erom, dat men ook
doet. En dat was in de praktijk de
onmogelijke opgave. Israël zei bij
de Sinaï weliswaar dat zij al wat
Jahweh gesproken had, zouden 
doen. Elohim (God) liet daarna in
de geschiedenis zien, hoe ver het
volk met deze uitspraak mis zat.
Het vlees onderschikt niet aan de
onderwijzing van God en het kán
dat ook niet
. Daarvoor werd de
geest van zoonschap gegeven in
de gelovige.