Woord vandaag

Bewerend wijs te zijn, werden zij 
dwaas gemaakt
           Romeinen 1:22

Hier de scherpe tegenstelling die
Paulus ook in 1 Corinthiërs 1 laat
zien. De wijsheid van de wereld:
dwaasheid voor God. Daar komt
de kruisdood van de Heer sterker
naar voren. Hier gaat het ook om 
iets wezenlijks: God is Schepper. 
En dat zou het schepsel (dat na 
kan denken) erkennen. De mens 
is bezig te redeneren zonder zijn
God en Schepper
. Dat is dwaas. 
Daardoor wijkt de mens af in het
denken, de wetmatigheid is dan,
dat het gedrag ook van God gaat 
afwijken. Hij is de Plaatser; waar 
de mens niet langer de juiste plek
inneemt, heeft dat gevolgen. We
belijden: Ja Heer, God, U heeft 
alles gemaakt, ook mij, en geeft 
mij de juiste plaats, dank U wel! 

Woord vandaag

maar zij werden vruchteloos 
in hun doorredeneringen en 
hun onverstandig hart is 
duister geworden
     Romeinen 1:21b

Het gevolg van het bewuste niet 
verheerlijken of danken van God
is wat in onze tekst staat. Door-
redeneren zonder God leidt tot 
niets. Maar doorredeneren van-
uit Schriftgegevens leidt ook tot 
niets, meestal. Duisternis neemt 
toe in het hart en daardoor blijkt 
de mens onverstandig dan wel 
onnadenkend te zijn. Regelmatig
lijkt wat de filosofen zeggen wel
interessant of logisch, maar leidt
tot doorgaans tot niets. De mens 
blijkt hopeloos afhankelijk van de 
de geest van God. Zonder dat zal
het niet wat kunnen worden. En
wat kunnen wij dan dankbaar zijn
voor God geschenk: Zijn geest! 

Woord vandaag

omdat zij, God kennend, Hem 
niet als God verheerlijken of 
danken
         Romeinen 1:21a

De mens is onverdedigbaar voor
de grote witte troon, zagen we
gisteren. Hier lees je een verdere 
reden: men kent God zeker wel,
maar wil God niet danken en de
eer geven. Men stelt zichzelf als 
mens in het middelpunt. We zijn 
en leven in de dag van de mens
(1 Corinthiërs 4:4,5). 
Die eindigt compleet mislukt,
vanuit menselijk oogpunt gezien. 
En dat heeft alles met onze tekst 
te maken. De mens verheerlijkt 
en dankt God niet. Terwijl men 
Hem in het algemeen wel kent/
kende. Hoe? Door woorden van 
God; velen hoorden of lazen dat 
God Schepper is, Zijn schepping 
vasthoudt. Zo kent men God: uit 
schepping en/of uit woorden. Zo
was/is de mens onverdedigbaar
als het er echt op aan komt.  

Woord vandaag

zowel Zijn onwaarneembare
kracht als Zijn goddelijkheid, 
zodat zij onverdedigbaar zijn

     Romeinen 1:20b

De mens kan uit de schepping, de 
werken van God, Zijn onzichtbare
kracht én goddelijkheid zien en
waarnemen. De mens kan, in de
eigen ervaring, God wegduwen in
het leven, heel bewust. Dat doen
mensen. Daarbij zijn zij zich echter
niet bewust, dat de geest van de
leugen 
(de tegenwerker) invloed
op hen uitoefent. Sommigen zijn
wel verstrikt geraakt in duisternis
en wenden zich heel bewust tot 
misleidende geesten en leringen
van demonen (1 Timotheüs 4:1).
Zij beïnvloeden weer anderen en
brengen hen op een dwaalspoor. 
Voor de grote witte troon zullen 
zij zich niet kunnen verdedigen.
Alles zal daar direct openbaar zijn. 
Het gaat allemaal blijken, het is 
de waarheid van en over God
Zijn kracht en goddelijkheid staan
vast, wij danken God, de Vader.

Woord vandaag

omdat het in Zijn maaksels 
verstaan wordt, zowel Zijn 
onwaarneembare kracht als 
Zijn goddelijkheid, zodat 
zij onverdedigbaar zijn

     Romeinen 1:20b

Men begrijpt uit Zijn werken hoe
groot Zijn kracht is. Die geeft een
wonderlijke groei in mens, dier
en plant. Men kan die kracht op 
zich niet waarnemen. Het gevolg
ervan, wat God maakt, tot stand
brengt: het effect, wél.
Het is toch heel wonderlijk hoe 
de hele schepping in elkaar gezet 
is, opgebouwd is uit allerlei kleine 
en nóg kleinere deeltjes. Die zijn 
met bijzondere microscopen pas 
zichtbaar. Zó klein, zó’n structuur,
dat moet een groot Schepper tot
stand gebracht hebben. Zoiets kan
nooit spontaan, vanzelf, ontstaan
zijn uit een spontane ‘oerknal’ (of
iets dergelijks) en vervolgens door
evolutie verder ontwikkeld. Nee.
De God, Die alles maakte, is groot
Schepper, Vormer, en moet alle 
eer krijgen
. Zoals Paulus uitroept:
Uit Hem en door Hem en tot Hem 
is het al, Hem zij de heerlijkheid
!