‘We leven voor Hem.’
Zoals we dat in volle vrijheid in
Christus (Galaten 5:1) dagelijks
kunnen doen. We zien in Hande-
lingen (studie 8), dat de mensen
in de tempel in gebed waren, dat
was de aangewezen plaats. In de
tijd van genade bestaat geen vas-
te tijd, plaats of houding van ge-
bed. Ook dat spreekt van vrijheid.
‘Alles bij Hem neerleggen.’
En de tegenslagen? Hoe ga je er-
mee om? De Heer Jezus dankte:
Ik dank U Vader, Heer van de he-
mel en van de aarde, dat U deze
dingen verbergt voor wijzen en
verstandigen, en ze onthult aan
onmondigen Mattheüs 11:25
Dat bad en dankte Hij toen inwo-
ners van steden als Chorazin en
Bethsaïda en Kapernaüm niet in-
gingen op de prediking van het
het evangelie van het koninkrijk.
‘Hij aanvaardt dat van God.’
Hij accepteerde het uit de hand
van Vader. Die was het, Die het
verborg. Ze konden het niet ge-
loven. Zo zegt Johannes dat ook
in Johannes 12. We zien, dat de
Vader het is, Die ogen en harten
moet openen. Als mensen maar
niet kunnen geloven. In Hande-
lingen 13 lees je ook, dat allen
die bestemd waren tot eonisch
leven, geloofden.