Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want één is God en één is 
Middelaar van God en mensen, 
de Mens Christus Jezus
    1 Timotheüs 2:5

In vers 4 is ‘de waarheid’ aan
de orde, die lezen we hier.
God is één en er is ook één
absoluut God.
Deuteronomium 6:4-6 staat er:
Jahweh èchad; Ik ben één.
En Jahweh is de enige. De God
van Israël én de God van alle
natiën, mensen. Dé Middelaar
tussen God en mensen is één
Heer: de Mens Christus Jezus.
God heeft de mens lief, vanuit
Zijn hart is Zijn geliefde Zoon
dat geworden: Middelaar. Zo
kon verzoening plaatsvinden.
God verzoent door Hem het al
met Zich. Dat is goed nieuws,
en Timotheüs gaat die genade
verder bekendmaken.  

God, de Redder van ons, Die 
wil, dat alle mensen gered
worden en tot erkenning 
van de waarheid komen.
        1 Timotheüs 2:3^b,4

God wil, dat alle mensen gered
worden en tot erkenning van
de waarheid komen. Er is veel
onrust en onrecht in de wereld.
Ons hart gaat uit naar elk mens,
we bidden voor hen.
En we beseffen: God heeft de
volledige controle en jurisdictie
over de mensheid (Daniël 4:35).
Onze smeekbeden richten wij
tot God, niet onze regeringen.
Ons pleiten zouden we ook bij
God doen, de Redder van alle
mensen, in plaats van onze
medemens. En danken doen
we Degene Die wil dat alle
mensen tot erkenning van de
waarheid komen, niet een
politiek leider met wie wij het
toevallig eens zijn.
Leg je lasten en zorgen bij de
Heer neer, en laat ze daar.
Ze zijn daar in goede handen,
die alles tot een goed einde
zullen brengen.  

God, de Redder van ons, Die 
wil, dat alle mensen gered
worden en tot erkenning 
van de waarheid komen.
        1 Timotheüs 2:3^b,4

Overzicht 1Timotheüs 2:1-7:

Aansporing tot correcte
houding tot de mensen 2:1,2

De basis voor deze juiste
houding is Gods wil voor
heel de mensheid in 2:3,4

Overeenstemmend daarmee:
Christus Jezus’ geloofsdaad
voor alle mensen in 2:5,6

Een resultaat hiervan is het
geloofsleven van Paulus als
aangewezen leraar van de
natiën in 2:7

Samenvattend:

1. De gelovigen bidden voor
    alle mensen
   2. God wil de redding van
       alle mensen
   3. Christus Jezus gaf Zichzelf
       als vervangend losgeld
       voor allen
4. Paulus aangesteld als
    leraar van de natiën

Wat is dit toch geweldig, zo
kan niets mis gaan; God is
de Redder van alle mensen!

Want dit is uitstekend en 
welkom voor het aangezicht 
van God, de Redder van ons
        1 Timotheüs 2:3

Het ‘dit’ is wat genoemd werd
in de voorgaande verzen.
Gebed voor alle mensen, in het
bijzonder regeerders. En een
wandel in godsvrucht en ernst.
Dat alles is niet alleen goed, het
is zelfs uitstekend en welkom.
En dat voor God, die wij nu al
mogen kennen als onze Redder.
Niet alleen van dood en zonde
in ons dagelijks leven, maar ook
voor de verontwaardiging die
gaat komen. Uitgebreid in de
profetie en Openbaring aan de
orde. Dat zijn woorden, die nog
op vervulling wachten.
Wij leven dagelijks in dank, dat
God onze Redder is.  

voor koningen en allen die in 
hoge positie zijn, opdat wij een 
kalm en rustig leven leiden, in
alle godsvrucht en eerbaarheid
           1 Timotheüs 2:2

Godsvrucht, letterlijk: wel of
goed vereren. In onze relatie
tot God gaat het erom, hoe we
God, de Vader op juiste wijze
vereren.
Dat is: leven in afhankelijkheid
van God en Zijn Zoon. Bewust
zijn, dat Hij je leven leidt en dat
ook aan Hem overlaten.
Elke gedachte dat wij ons best
moeten doen om er voor God
beter voor te staan, kan niet.
En in ons leven is het ernst, dat
is het woord voor eerbaarheid
in de kern. Gods geest werkt
in ons, wij onderschikken.
Waaraan? Aan God, Zijn woord,
het evangelie dat nu geldt.