Want wie is onze verwachting, of
vreugde, of erekrans? Of zijn ook
jullie dat juist niet, vóór onze Heer
Jezus in Zijn aanwezigheid?
1 Thessalonicenzen 2:19
Hier spreekt Paulus van het in de
aanwezigheid (niet: komst) van de
Heer Jezus Christus zijn. Wanneer
wij bij Hem zijn, is dat: voor Hem,
ofwel: voor Zijn aangezicht. Aller-
eerst: de bema (of erepodium),ja
daar zullen wij zijn. Dat is nu nog
toekomstig, maar het nadert snel.
Paulus verheugt zich erop, en ziet
dat de Thessalonicenzen dan zijn
vreugde, ja zelfs erekrans vormen.
Die grote verwachting koesterde
hij en dat is ook de onze. Arbeiders
in het woord, die nu moeite doen
om het uit te brengen, ja zij zullen
in die dag zien wat Hij door hen be-
reikte! Paulus zal verbaasd zijn als
hij ziet hoe veel de Heer door zijn
brieven heeft bewerkt.