Woord vandaag

Want ik wil niet dat jullie 
onwetend zijn, broeders, over 
dit geheimenis – opdat jullie 
niet verstandig zouden zijn in 
eigen ogen – dat voor een deel 
vereelting over Israël gekomen
is, totdat het complement van

de natiën binnengekomen is
         Romeinen 11:25

Paulus corrigeert het in eigen
ogen verstandig zijn
(eigenwijs
zijn) van ons. In het verleden is
de gedachte bij de (christelijke)
natiën binnengeslopen, dat zij
beter zouden zijn dan Israël.
Hun blijvende ongeloof in hun
Messias leidde er bij de natiën
toe, dat antisemitisme de kop
opstak. Dit gevoel, superieur
te zijn aan het volk van God, is
volkomen misplaatst. Geheim
is niet dat God Israël verhardt.
Hoewel dat wel een bijzonder
werk van God is; een tijdelijk
gegeven met een heerlijk doel
in het vooruitzicht.

Woord vandaag

Want ik wil niet dat jullie 
onwetend zijn, broeders, over 
dit geheimenis – opdat jullie 
niet verstandig zouden zijn in 
eigen ogen – dat voor een deel 
vereelting over Israël gekomen
is, totdat het complement van

de natiën binnengekomen is         
Romeinen 11:25

Romeinen 11:16-24 herinnert
door de beeldspraak olijfboom
eraan: God is bij machte Israël
tot Zijn speciale volk te maken.
Vanaf 11:13 is de tekst niet,
maar vanaf 11:25 wel aan ons
gericht. In: broeders hoor je de
ernst van Paulus. Parallel is 1
Thessalonicenzen 4:13-18.
Daar zegt hij het nodige dat de
droefheid verdreef. Hier zegt hij
iets dat onze trots verdrijft.  
Kennis blaast op; onwetendheid
kan dat ook doen. Gods wegen
zijn altijd hoger dan onze. Als
je dat niet beseft, kun je zomaar
zelfingenomen zijn. Dit: in eigen
verstandig zijn
wordt nu door de
apostel gecorrigeerd.

Woord vandaag

Want indien jij uit de natuurlijke 
wilde olijfboom afgehakt en 
tegen de natuur in geënt bent 
op de gecultiveerde olijfboom, 
hoeveel te meer zullen dezen, 
die natuurlijk zijn, geënt worden 
op hun eigen olijfboom.

       Romeinen 11:24

Een bekrachtigend argument:
als dit zo is ….. hoeveel te meer
dat. De natiën waren de van
nature wilde olijf; geen vrucht,
geen licht.
Door Gods kracht werden zij,
tegen de natuur in, geënt op de
‘tamme’ of gecultiveerde olijf.
Wonderlijk: ook de natiën
ontvingen het licht van Gods
woord in hun midden.
Dat leidde tot een zekere zegen
in christelijke natiën. Zij droegen
het licht van Gods woord uit.
Soms sterk, vaak zwak.
In de afgelopen 250 jaar is een
verschuiving te zien. Zo nam de
duisternis toe onder ‘christelijke’
natiën. God was bij machte wilde
olijftakken te enten op de edele
olijf. Ook dat gaf vrucht (licht).
God is bij machte de van nature
‘tamme’ olijftakken te enten in
de gecultiveerde (edele) olijf!
Israël zal weer dé lichtdrager zijn
in de komende eonen!

Woord vandaag

Ook zij nu, indien zij niet blijven 
bij hun ongeloof, zullen geënt
worden, want God is bij machte 
hen weer te enten.
           Romeinen 11:23

Israël zal geënt worden wat de
uitgehouwen takken betreft.
Het is belofte; zij zullen niet bij
ongeloof blijven. Zekerheid én
het belangrijkste in 11:16-24 is:

God is bij machte

En Hij zal Israël herstellen, het
één maken, één kudde, één
Herder. Zo klonk bij Abraham
in 4:21, zodat hij God de eer
gaf: God is bij machte. En aan
het eind nog een keer in 16:25:
Hem nu, Die bij machte is jullie
te versterken…

De rode draad in Romeinen is,
dat God ál Zijn beloften kan
realiseren. Op de achtergrond
menselijke zwakheid; de God
Die bij machte is
, komt des te
sterker naar voren.

Woord vandaag

Zie dan de mildheid en 
strengheid van God! Inderdaad, 
over hen die vallen strengheid, 
over jou echter mildheid van
God, ingeval jij bij de mildheid 
blijft; anders zal ook jij 
afgehouwen worden.
         Romeinen 11:22

Beide kanten komen naar voren
in dit gedeelte. Geloof, ongeloof;
mildheid en ‘strengheid’; enten
en afhouwen. God werkt alles in
Zijn plan met Israël en de natiën
uit. Op ongeloof is ‘strengheid’,
(van)af-snijding van God het
gevolg. Het gaat immers om wat
Hij spreekt, waarmee Zijn trouw
en betrouwbaarheid verbonden
zijn. Zo verging het Israël. Van
hen werd deels de lichtdragers-
functie weggenomen. De natiën
ontvingen Gods woorden. Dat
zorgde, met de uitbreiding van
‘de kerk’ ook voor verspreiding
van Zijn woord. Zij bleven niet
bij de mildheid van God; onder
meer in de middeleeuwen en
in de verlichting nam ‘t ongeloof
toe. En de wilde, geënte takken
afgehouwen.