In dit gedeelte bespreekt Paulus
de praktische maatschappelijke
ordeningen, zoals huwelijk, kinderen,
werkgevers en werknemers.
Naluisteren: deel A en deel B
Woord vandaag
Aan wie werkt nu, rekent men
het loon niet overeenkomstig
genade toe, maar
overeenkomstig schuld.
Romeinen 4:4
Dit eenvoudige principe begrijpt
men maar moeilijk. Omdat het
in religieus opzicht vaak wel zo
wordt toegepast. Je krijgt loon
overeenkomstig werken. Werk
je niet? Dan is God jou ook niets
verschuldigd en heb je je redding
niet verdiend, geen hemel voor
jou. In het goede nieuws zoals
Paulus dat brengt, is het anders.
God schenkt alles; je kúnt niets
doen om redding te verdienen.
Nee, de Zoon heeft het gedaan.
God danken voor die genade en
de radicale verzoening, kan wel.
Vader, dank U voor alles wat U
mij in Christus gegeven heeft.
Woord vandaag
Want wat zegt de schrift?
“Abraham nu, geloofde God
en het werd hem tot
gerechtigheid gerekend.”
Romeinen 4:3
De tegenstelling tot werken valt
direct op in Genesis 15. Abram
staat buiten en kijkt omhoog. In
de sterrenhemel staan ontelbaar
veel. God zegt daar tegen hem,
dat zijn nageslacht, zijn zaad, zó
talrijk zal zijn. God deed verder
niets, alleen spreken. Abram doet
ook niets, puur horen en geloven.
Dát werd tot rechtvaardigheid ge-
rekend. Door God. God gaf door
Zijn geest dat geloof in Abrams
hart. Helemaal genade – beloften
van God centraal. Die bezorgden
hem kracht om te leven, in grote
verwachting dat God ze waar ging
maken. God gaf – op Zijn tijd – de
zoon die beloofd was.
Woord vandaag
Want indien Abraham uit werken
gerechtvaardigd wordt, dan heeft
hij roem, maar niet naar God toe.
Romeinen 4:2
Dit is voor de Joodse lezers van
Romeinen mogelijk schokkend.
Paulus zal in hoofdstukken 9-11
zijn punt verder uitwerken.
Elk religieus opgevoed mens zal
het hier moeilijk mee hebben.
Abraham was Hebreeër. Iemand
die rondtrok; geen echte plaats
vond waar hij definitief rust had.
Hij was in het beloofde land, ja,
maar toch ook weer niet. In ieder
geval waren alle inspanningen
ontoereikend. Geen werken nee,
de beloften van God zijn anker in
zijn en Sarah’s leven.
Wij letten op wat ze deden en
spreken daar waarderend over.
Paulus ontnuchtert; hij stelt dat
de aartsvader en Sarah op basis
van werken geen roem naar God
toe kunnen claimen. Geloof!
Woord vandaag
Wat zullen wij dan zeggen, dat
Abraham, onze voorvader naar
het vlees, gevonden heeft?
Romeinen 4:1
Paulus lijkt zich veelal tot zijn
Joodse medebroeders te richten.
Ook in dit vers. Abraham was en
is hun voorvader in het vlees. Dat
zal zo blijven, maar nu het geloof
naar voren komt, zoals in 1:16,17
en hoofdstuk 3. Toen Abraham in
zijn situatie geroepen werd, was
de wet nog niet gegeven. Horend
de beloften van God, gelooft hij,
en gaat op weg. Gedurende heel
wat jaren speelt de belofte van
nageslacht uit Sarah en hem zelf
een grote rol. In Genesis 15 staat
Abraham buiten zijn tent en hoort
wat God zegt. Hij ‘vond’ beloften
en geloofde die. Dat is alles.