Woord vandaag

Want júllie, broeders, werden navol-
gers van de uitgeroepen gemeenten 
van God, die in Judea zijn, in Christus 
Jezus, omdat ook júllie hetzelfde le-
den door jullie eigen stamgenoten, 
zoals ook zij door de Joden
           1 Thessalonicenzen 2:14

Paulus trekt een parallel. Het lijden
en de verdrukkingen die de Thessa-
lonicenzen ondervonden; het was
niet uniek. De gemeenteleden wer-
den door hun eigen volk (of stam)
onderdrukt, om hun geloof. Daar-
in volgden zij andere gemeentes na.
In een relatief korte periode waren
ook in de Romeinse provincie Judea
gemeentes ontstaan. Wellicht qua
aantal niet groot, maar toch. En die
leden onder vervolging, ook door
hun eigen volk, de Joden. Zonder
twijfel: de orthodoxie van hun da-
gen, zoals Paulus zelf voortdurend
meemaakte. Hij wil de gelovigen in
Thessaloniki bemoedigen door zijn
brief, met name door hen te wijzen
op de geweldige verwachting van
de Heer, Christus Jezus.

Woord vandaag

en daarom danken ook wíj God on-
ophoudelijk, dat jullie het van ons 
gehoorde woord aannamen, van
God, en het niet als woord van
mensen ontvingen, maar zoals het 
waarachtig is: het woord van God, 
dat ook werkt in jullie, die geloven.

           1 Thessalonicenzen 2:13

Steeds als de apostel aan deze ge-
meente dacht, dankte hij God. Het
stemde hem dankbaar, dat zij het
gebrachte woord van het evangelie
van genade aanvaard hadden. Niet
als woord van mensen. Die woorden
zijn dagelijks overvloedig aanwezig.
Maar Gods woord is kostbaar en je
hebt daardoor rust en vrede, in je
hart, in je leven. Hij was dankbaar
omdat hij constateerde dat dit goe-
de nieuws werkt in de gelovigen en
ze deed leven in genade, tot eer van
die grote God en Vader. Zo ook wij!  

Woord vandaag

en aan jullie getuigen om God waar-
dig te wandelen, die jullie roept tot
Zijn koninkrijk en heerlijkheid.

             1 Thessalonicenzen 2:12

Paulus gebruikt hier het koninkrijk
van God
als uitdrukking. Dat is een
algemene term voor al wat onder
de regering van God is
. En niet per
se het koninkrijk dat op aarde door
de Messias Jezus opgericht zal wor-
den. Daarin zal Israël regeren als
priester over de volkeren. De Jood-
se mensen verwachtten dat wel, en
de mensen uit de natiën kenden die
verwachting niet. Later in deze brief
zal daarover meer gezegd worden.
God roept – Zijn liefde wekt in ons
verlangen om tot Zijn eer te leven.

Woord vandaag

net zoals jullie weten hoe wij een 
ieder van jullie, als een vader zijn 
kinderen, jullie aanspreken en 
troosten
         1 Thessalonicenzen 2:11

God geeft vrede, vreugde, genade;
juist in deze tijd waarin alles bezig
is te veranderen, druk toeneemt.
De apostel was als een vader voor
de Thessalonicenzen, biddend en
waakzaam. Hij vertroostte hen met
de woorden van het geloof en het
ideale onderricht.
God is niet boos op ons, gelovigen.
Hij is je Vader; je kunt op Hem ver-
trouwen. Geen veroordeling moge-
lijk; niets kan jou scheiden van de
liefde van God in Christus Jezus, on-
ze Heer.

Woord vandaag

Jullie zijn getuigen, en God, hoe 
goedgunstig en rechtvaardig en 
onberispelijk wij geworden zijn 
voor jullie die geloven
        1 Thessalonicenzen 2:10

God was getuige (vers 5), en de
Thessalonicenzen konden óók ge-
tuigen. Hoe God Paulus gebruikte
en veranderd had. Van een woes-
te, onrechtvaardige die tot en met
tekeer ging tegen de gelovigen, in
een goedgunstig mens. Zo werkt
de genade van God door/in hem;
het maakte hem tot rechtvaardige
(uit geloof). De apostel volgt het
voorbeeld van Christus Jezus in
liefde, om onberispelijk te zijn. Zo
kon hij volop het evangelie van de
genade van God doorgeven.