Woord vandaag

Mag echter de Heer jullie doen 
toenemen en overvloeien in 
liefde voor elkaar en voor allen, 
net als ook wij voor jullie
     1 Thessalonicenzen 3:12

Ondanks de afwezigheid van de
apostel kunnen zij groeien. Dat is
gelukkig niet door mensen; groei
in geestelijk opzicht is door Hem.
Paulus’ wens en gebed is hier, dat
zij toenemen in liefde voor elkaar
en voor allen. Ruimhartigheid van
Gods liefde is hier centraal. Het
goede nieuws laat het warme hart
van de Vader zien. De innerlijke
bewegingen van ontferming voor
de ander uit zich in barmhartige
daden; hoezeer heeft Vader dat
laten zien in het geven van Zijn
geliefde Zoon!

Woord vandaag

Mag onze God en Vader Zelf ecnu,
en onze Heer Jezus, onze weg naar 
jullie toe wenden.

        1 Thessalonicenzen 3:11

Wanneer God de weg geeft, zal
het gaan. Paulus sprak eerder
(2:16,18) over het feit, dat én
mensen én satan hem konden
hinderen. De orthodoxie van zijn
dagen, die door machten werden
gebruikt om de genade die hij
evangeliseerde, tegen te houden.
Zo wist de apostel zich volledig
afhankelijk van Vader. Alleen Die
kon geven dat hij de gelovigen
echt kon ontmoeten. In dat volle
vertrouwen leefde Paulus, ook
wij weten ons zo afhankelijk van
Hem Die alles samen laat werken
tot wat goed is.  

Woord vandaag

Nacht en dag smeken wij boven
alle mate om jullie aangezicht te
zien en het ontbrekende van jullie 
geloof aan te passen.

         1 Thessalonicenzen 3:10

Enorm verlangen om de gelovigen
te zien. Dat had Paulus, en wij ook
omdat de genade van God in ons
hart is. En omdat we het geloof in
die grote liefdevolle God en Vader
met elkaar willen delen. Paulus
hoorde van alles via Timotheüs en
constateerde dat iets ontbrak.
Zoals we eerder hebben gezien
moet dat met de verwachting te
maken hebben; ze stonden onder
grote druk. Zij dachten mogelijk
dat de grote verdrukking waar de
profeet Daniël van spreekt in 12:1,
al aangebroken was. Daarom ook
schrijft Paulus deze brief, om hen
te troosten en te bemoedigen.

Woord vandaag

Want welke dank kunnen wij God 
teruggeven aangaande jullie voor 
al de vreugde waarmee we ons 
vanwege jullie verheugen vóór 
onze God?
         1 Thessalonicenzen 3:9

Paulus was zich bewust: hij leefde
voor God, voor Gods aangezicht.
Dat is wat Tenach (OT) ook zegt.
Hij was in unieke bediening door
door de Heer gesteld. Het lichaam
van Christus uitroepen; wat een
grote en bijzondere opdracht.
Daarom kwam vreugde in zijn hart
als hij dacht aan al de gelovigen in
Thessaloniki. Des te meer kon het
hem bezighouden als hij hoorde
dat zij verdrukkingen ondergingen.
Voortdurend gebed en dank, en
vreugde, dat de genade van God
krachtig werkte in deze gelovigen.
En zo kun je kijken naar die ander
in Christus; in Gods liefde.  


Woord vandaag

omdat wij nu leven wanneer júllie 
vast staan in de Heer
         1 Thessalonicenzen 3:8

Paulus was blij dat hij dit zo kon
noteren over de gelovigen.
Hij leefde op toen hij vernam dat
zij vast staan in de Heer.
Het geloof werkte, de Heer gaf
de kracht door Zijn geest om tot
Zijn eer te leven. De bemoediging
die Paulus in deze brief schrijft, is
ook bedoeld, dat de gelovige vast
staat in de Heer
. U, jij en ik, we
laten ons aanspreken door dit
woord uit deze brief. Wat een
dank zal in het hart van de
apostel geweest zijn, laten ook
wij Vader danken.