Want ik verlang ernaar jullie te
zien, opdat ik enige geestelijke
genadegave aan jullie meedeel,
om jullie vast te doen staan
Romeinen 1:11
Het ging de apostel erom, dat
hij de genade (boodschap) die
hij zelf ontving, mee kon delen.
Zodat opbouw van geloof kon
plaatsvinden. Dáár was hij op
uit; dat gelovigen vast staan.
Ze werden door Christus Jezus
gevoed en kregen kracht.
Staan in je geloof is belangrijk,
het is een geestelijke strijd, en
de tegenwerker valt aan.
De apostel kon geen materiële
‘zegen’ meenemen. Wel wilde
hij een geestelijke genadegave
aan hen doorgeven. Evangelie
van God is daar vol van!