Want wij horen dat sommigen
onder jullie ongeregeld wandelen,
niet werken, maar rondhangen.
Hun nu dragen wij op en spreken
wij aan in de Heer Jezus Christus,
opdat zij, in alle stilte werkend,
hun eigen brood eten.
2 Thessalonicenzen 3:11,12
Paulus zegt dit duidelijk, en toch
is de ondertoon genade. Het is de
gewoonte, dat degenen die arm
en behoeftig zijn ondersteuning
krijgen van gemeenteleden. Als
je echter wel in staat bent om te
werken en zo in je onderhoud te
voorzien, dan is dat de weg.
Bovendien kun je dan de genade
ervaren, dat je de behoeftige kan
helpen. Dat is de weg die Paulus
ons wijst. Hij spreekt ons aan in de
Heer Jezus Christus; en wijst zo op
de dienende houding van Hem,
Die alles voor ons gaf.