Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want wat Hij voor de 
zonde stierf, stierf Hij 
eens voor altijd;
wat Hij nu leeft, 
leeft Hij voor God.
Romeinen 6:10

Het thema is leven, en dat is
leven voor God. Toch is Zijn 
sterven vol diepe betekenis.
En het is van onschatbare 
waarde. Hij stierf voor de 
zonde. Dat is: de zonde kan
geen vat op Hem krijgen nu
Hij daarvoor stierf. Tegelijk 
beseffen we dat Hij tot zonde
werd gemaakt. En daarmee
droeg Hij dat om verlossing 
ervan voor heel de mensheid
te verwerven. 
En het geweldige is: Hij leeft 
voor God. Wij mogen een 
levende Heer kennen! 

wetend dat Christus, opgewekt 
uit de doden, niet meer sterft; 
de dood heerst niet langer over 
Hem
     Romeinen 6:9

Leven is het thema in deze fijne 
verzen van Romeinen 6. Het is 
een geweldig en heerlijk feit, dat
Hij, onze Heer, leeft. Hij kan niet
meer sterven; de dood kan geen
vat meer op Hem hebben. Hij is
levend gemaakt op de derde dag.
In de geest geldt dat ook ons; zo
kan leven in ons de boventoon 
hebben. Ondanks het feit, dat we
nog een oud, stervend lichaam 
hebben. Hij leeft! Het thema hier
is dan ook: wij leven met Hem. 
Dank U Heer, voor deze dag.

Indien wij nu gestorven zijn 
tezamen met Christus, geloven 
wij dat wij ook zullen leven 
tezamen met Hem
         Romeinen 6:8

Zijn dood, opstanding en leven
vormen de basis van ons zijn.
Het zullen leven is niet wanneer
de bazuin klinkt, maar nu. 
Wij geloven tezamen met Hem
te zijn gestorven en begraven en
opgewekt. Zo geloven wij dat óók
van het leven tezamen met Hem.
Nu, vandaag, leven is met Hem in
de volle zin van het woord.
Dan ben je voorbij de slavernij 
aan en van de zonde. 
Wandelen in de geest, heerlijk, 
met Christus Jezus als Heer van
je leven.  

want wie gestorven is, is 
gerechtvaardigd van de zonde
    Romeinen 6:7

Nu wij inzien, dat wij gestorven
zijn met Christus, noemt Paulus 
in dit vers een heerlijk feit. Wij 
zijn gerechtvaardigd van onze 
zonden in het bloed van Christus. 
Wij zijn óók gerechtvaardigd van
de zonde in de dood van Christus. 
Zonde blijft in ons stervende 
lichaam: we missen weleens ons 
doel. Nochtans ben je in Christus
en ervan gerechtvaardigd in Zijn
dood. Het conflict tussen vlees 
(oude mens) en geest (nieuwe
mens) is dagelijks merkbaar. 
Wandel in de geest en je zult de
begeerten van het vlees niet 
vervullen (vol maken).

dit wetend, dat onze oude mens 
mede gekruisigd is, opdat het 
lichaam van de zonde buiten 
werking gesteld zou zijn, en wij 
niet meer slaven voor de zonde
     Romeinen 6:6

Het doel van de kruisiging is dat
wij ermee rekenen. Ons lichaam 
stond in de oude situatie voor de
zonde ter beschikking. Maar nu,
in de nieuwe omstandigheid, is
ons lichaam hét instrument om
tot eer van God te leven. De oude
slavernij aan de zonde is voorbij.
Romeinen 6:4 zegt: wandelen in
nieuwheid van (eonisch) leven. 
Paulus heeft het hier voluit over
ons praktische, dagelijkse leven.
We zijn van Hem, onze geliefde 
Heer en Redder, Christus Jezus.
Hij zet de leden van Zijn lichaam 
in tot Zijn eer.