Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want indien door de krenking 
van de ene, de dood heerst 
door die ene, veel meer zullen 
zij die de overmaat van de 
genade en het geschenk van 
de gerechtigheid ontvangen, 
in het leven heersen door die 
Éne, Jezus Christus.
    Romeinen 5:17

Als gevolg van Adams krenking
(naast-val) heerst de dood. Strikt
genomen is dat het dood-gaan.
Gevolg van het stervensproces
dat in elk mens aanwezig is. We
lezen, dat de gelovigen in het 
(eonisch) leven regeren door 
Jezus Christus. Hoe groot is de
tegenstelling met de gevolgen
van Adams daad! Gelovigen in
deze tijd ontvangen een over-
maat aan genade (verzoening)
én het geschenk van gerechtig-
heid (rechtvaardiging om niet).
Als je onsterfelijkheid hebt ont-
vangen, ben je in zekere zin als
een koning. Dat is wat de Heer
aan alle gelovigen geeft.

En bij de schenking is het niet als  
bij de ene daad van zonde. Want 
het gericht is inderdaad uit de 
ene (daad) tot veroordeling, 
de genadegave echter, is uit veel 
krenkingen tot één rechtvaardige 
beloning.        
             Romeinen 5:16

De vergelijkingen gaan voort, en 
het is prachtig om te lezen. 
Paulus laat zien hoe overtreffend
de genade van God is. Eén daad
van zonde van Adam en Eva heeft
grote gevolgen: veroordeling van 
de mensheid. Het aangekondigde
gericht kwam, God doet wat Hij 
zegt. De ene misser mondde uit 
in veel krenkingen (naast-vallen).
Zó veel, dat het niet te overzien
is. Niettemin blijkt Gods genade
door de ene rechtvaardige daad
(lijden, kruis en opstanding) van
Jezus Christus, veel groter dan al
de krenkingen samen. De mens
krenkt God; God rechtvaardigt 
en verzoent als ‘beloning’. Dat is 
Zijn grote genade. 

Maar niet: zoals de krenking is, 
is ook de genadegave. Want 
indien door de krenking van die 
éne de velen sterven, veel meer 
vloeit de genade van God en het
geschenk in genade, dat van die 
éne Mens, Jezus Christus is,
naar binnen in de velen over.             
Romeinen 5:15

Paulus spreekt in dit vers van de
overvloeiende genade van God.
Het werk van Jezus Christus blijkt
grote impact te hebben op heel
de Adam-mensheid. Die is ouder
en sterft; de nieuwe komt met 
Jezus Christus, de Opgestane. 
Het genadegeschenk betreft niet
alleen rechtvaardiging om niet 
en verzoening met God. 
1 Corinthiërs 15:22 zegt, dat alle 
mensen levend gemaakt zullen 
worden. 
Het stervensproces zal via dood 
+ opstanding vervangen worden
door onsterfelijkheid. Dat is niet 
alleen voor degenen die geloven.
God heeft alle mensen lief.    

Maar niet: zoals de krenking is, 
is ook de genadegave. Want 
indien door de krenking van die 
éne de velen sterven, veel meer 
vloeit de genade van God en het
geschenk in genade, dat van die 
éne Mens, Jezus Christus is,
naar binnen in de velen over.
Romeinen 5:15

Adam zondigde, en dat was niet 
alleen zonde. Het was ook een 
overtreding. En je leest krenking. 
De daad van Adam en Eva was 
ook krenkend voor het hart van 
de liefhebbende Vader. Het was
wantrouwen terwijl vertrouwen 
(geloof) op zijn plaats was. 
De vergelijking is: krenking met 
genadegave. Deze staan niet op 
gelijke hoogte; Adam en Christus 
evenmin. Christus is veel groter 
dan Adam; zo ook het effect van 
Zijn werk.
De velen sterven, gevolg van één
krenking van Adam en Eva.
De velen ontvangen overvloedig
genade van God, gevolg van Zijn
werk via kruis en opstanding.   

Maar de dood heeft geheerst 
van Adam tot Mozes, ook over 
hen die niet gezondigd hebben 
in de gelijkheid van de 
overtreding van Adam, die 
voorbeeld is van Hem, die op 
het punt staat te komen.
            Romeinen 5:14

Adam is een type (voorbeeld) 
van Hem Die op het punt staat
te komen. Zo wordt de Heer de
laatste Adam genoemd. Als het
hoofd van de oude mensheid is
Adam een type van het Hoofd
van de nieuwe mensheid, Jezus
Christus. En we lezen volgende
verzen van Romeinen 5; daarin
wordt dat uitgewerkt. 
Adam was bedoeld als koning
over de schepping; Christus zal
dat koningschap vervullen, veel
beter dan welke koning ooit. 
We zien uit, naar Hem, Die op 
het punt staat te komen!